Maand: april 2011

Profiel: @Vorkbaard de #durftevragen Tweep

Het is een geweldige tool op Twitter: #durftevragen. Ik gebruik het met regelmaat. Als er namelijk één manier is om andere mensen onbetaald voor jou aan het werk te krijgen dan is het wel via #durftevragen.
Hebben wij thuis aan de keukentafel een discussie over iets en de meningen zijn verdeeld, of we weten het niet? Wacht maar even, roep ik dan en smijt de vraag de timeline van Twitter in. Omdat ik snel antwoorden wil voeg ik #durftevragen toe. Dat werkt bijzonder goed.
Om een #durftevragen vraag beantwoord te krijgen ben je namelijk niet afhankelijk van volgers.
Er zijn hele kudden twitteraars die een lijst hebben waarop zij de #durftevragen vragen monitoren.
Ik heb het meegemaakt dat uren later iemand terugkwam op een #durftevragen vraag met de vraag: ‘Heb je al een antwoord of wil je dat ik nog even ga zoeken?’
Nee, ik overdrijf niet.

Uiteraard zijn mijn #durftevragen vragen allemaal even zinvol, belangrijk en heel goed geformuleerd en helemaal niet met een simpele zoekopdracht in Google te beantwoorden *kuch*.
Dat dit niet voor alle #durftevragen vragen opgaat bewijst Kapitein Vorkbaard. Kapitein Vorkbaard geeft namelijk antwoord op veel #durftevragen vragen.
De antwoorden van kapitein Vorkbaard hebben niet zozeer tot doel om te bewijzen dat domme vragen wel degelijk bestaan, het is veel eerder een bewijs dat heel veel mensen niet weten hoe zij een vraag moeten formuleren.
Je stelt een #durftevragen vraag namelijk aan een hele grote groep mensen en dat schreeuwt om helderheid. Is je vraag onduidelijk, krom geformuleerd, op veel te veel manieren uit te leggen, suggestief of gewoonweg niet te beantwoorden, dan maak je kans op een antwoord van Kapitein Vorkbaard.
En die antwoorden lees ik dan weer.
Want ik vind het volgen van Kapitein Vorkbaard erg vermakelijk.

Overigens, mocht u mijn verhaal niet begrijpen, op deze website legt de Kapitein zichzelf uit.

Het profiel van Kapitein Vorkbaard zou niet compleet zijn zonder een aantal voorbeelden van zijn antwoorden op #durftevragen vragen:

Onthou een keer zelf iets. RT @Elineee95: zou ik mijn haren donker verven #durftevragen? (Blijkt een RT te zijn van een tweet van @gstschrvr maar is daarom niet minder leuk!)

Zeg dat je nog schraal bent van de vorige keer. RT @Nous13: Morgen kut gym , iemand smoesjes ? #durftevragen

Zuid-Flevoningen. RT @AniiQuee: wat is onze provincie #durftevragen:$

Vrouwen, die niet. RT @Goed_Gemutst: Mannen die swaffelen, vrouwen die …… ????? #durftevragen

Je bent nu een rookie :P RT @hannebaken4: ik heb nu in totaal 500 tweets! ben ik nu ook Sarah of Abraham ofzo? #durftevragen

Ik zeg “mijn”. RT @kellyboonn: Me broertje zegt groen, kees zegt rood, me zus oranje en jij? #durftevragen

Zo heet het inderdaad. RT @MobsterMadi: Is het werkwoord heten een koppelwerkwoord? #durftevragen

Zou bij mij mogen maar m’n hoofdletters zijn op. RT @Chrisabcdefg: IS ER IEMAND IN ZWOLLE WAAR IK MORGENMIDDAG MAG PRINTEN???? #durftevragen

Volg die man!

20 Jaar later…

Het is ondertussen ruim 20 jaar geleden dat er een heuse beweging ontstond die zich hard ging maken voor een betere waardering van de zorg. Uiteraard wilden de verpleegkundigen en verzorgenden meer geld, maar wat mij het meeste aansprak destijds – als jong gediplomeerd verpleegkundige – was de roep om meer professionalisering.
‘Wij zijn geen nonnen meer!’, was de veel gehoorde slogan.

Jammer was wel dat actie voeren gelijk stond aan het vertonen van kleutergedrag. Jammer was ook dat ‘harde’ actie volgens de werkers veelal niet mogelijk was want ‘de patiënt mocht uiteraard niet de dupe zijn’ en jammer is vooral dat de werkers in de gezondheidszorg met clubjes als NU’91 zich op termijn in de eigen vingers hebben gesneden.

Er is inderdaad meer geprofessionaliseerd.
Maar concreet dat betekent veelal dat er meer theoretisch opgeleiden de uitvoerenden vertellen wat voor werk zij moeten, en vooral ook hoe zij het werk moeten doen en dat die uitvoerenden minder opgeleid en goedkoper zijn.
Je moet al die dure professionals toch ergens van betalen niet waar.
Noch de werker, noch de patiënt is er beter van geworden.

Maar goed, daar gaat het mij eigenlijk nu niet om.
Ik sloot mijn opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige af met een scriptie met de titel ‘Motieven onder de loep genomen’. Het was een scriptie waarin ik mijn eigen demotivatie beschreef, en met het ontwarren van mijn demotivatie ook de weg terug naar nieuwe motivatie vond.
Vijf jaar was destijds de gemiddelde ‘levensduur’ van een verpleegkundige voor hij/zij het opgebrand en gefrustreerd opgaf. Dat is vijf jaar met inbegrip van de drie jaar opleiding dus.

Ik kwam er achter dat beeldvorming en verwachtingen bij nieuwe verpleegkundigen zeer ernstig in tegenspraak waren met de praktijk. Aankomend verpleegkundigen waren sterk intrinsiek gemotiveerd, hadden vaak mensenredder fantasieën en raakten al snel gedesillusioneerd door de praktijk van alle dag.
Niks mensen helpen, niks mensen redden, niks ‘goede dingen doen’.
Productie draaien, bedbezetting en modeziekten.

De hele beweging om ‘van non naar professional’ te willen overgaan stond mij dus zeer aan.
Professionalisering, daar lag de oplossing.
Zorgverlening als vak, en niet als roeping.
Dat zouden we gaan nastreven, dat was het doel. (Toch Nu91?)
Een gedegen opleiding, meetbare resultaten halen in het werk en daarvoor een redelijk loon betaald krijgen.
Met je nonnen!

Vandaag zit ik in de auto en rijd terug naar huis van een paar uurtjes wachtkamergemak in het UMCG. Op de radio een spotje met de stem van Dolly Dot Angela Groothuizen.
Angela roept ons op om toch vooral een hartje te sturen naar onze favoriete zorgverlener.

Dat verdienen die mensen namelijk.
Ze doen het namelijk allemaal voor jou.
Het zijn allemaal mensen die graag andere mensen helpen.
Lief hè?

Bonnie kom je buiten huilen

Echt zware drinkers zijn vaak heel vervelende, aandachttrekkende en met zelfmedelijden overgoten sneue figuren.
Te helpen zijn zij vaak niet, althans, niet eerder dan dat zij inzien dat het probleem bij hen ligt.
Wat er ook is gebeurd.
Wat er ook heeft plaatsgevonden. Hoe rottig je jeugd ook was. Wat je ook is aangedaan. Hoeveel je ook tekort bent gekomen.
Heel veel drinken is gedrag dat eerder het zelfmedelijden versterkt dan dat het licht, lucht en ruimte biedt.
Laat staan oplossingen.
De eerste stap van een probleemdrinker op weg naar herstel is altijd: stoppen met drinken.

Iedereen met een echte zware drinkebroer of zus in de omgeving zal deze schets herkennen.

Zware, destructieve drinkers zijn zelfmoordenaars op termijn.
Met name tijdens het drinken vertonen zij destructief gedrag.
Na de ontnuchtering wordt de schade en schande van het destructieve drinken gedempt met een nieuwe alcoholroes. Een negatieve, vicieuze cirkel waaruit lang niet iedereen op tijd weet te ontsnappen.

Medelijden heb ik niet met drinkers. Drinken is een keuze. Als je echt anders wilt, dan stop je met drinken.
Het is net zo simpel als hard. Ik wil er best zijn, ook voor jou, maar niet als je drinkt.

Compassie heb ik wel.
Iedereen verdient kansen. Altijd, ook voor de tiende keer. Ook als het heel erg moeilijk geworden is om te geloven dat iemand deze keer het roer wel om zal gooien.

Het te woord staan van een dodelijk drinkende, tot niveau wrakhout afgezakte ‘artiest’ door een journalist, het naar haar huis rijden, het bellen van de dokter en het zoeken naar wegen om hulp te bieden; het getuigt allemaal van compassie.

Dat je het verhaal daarna tot in detail publiceert zonder rekening te houden met de destructieve uitwerking die dat kan hebben getuigt dan weer van een gebrek aan verstand, moraal en ethisch besef.
Maar goed, we hebben het hier dan ook over Jan Uriot, Privé verslaggever voor de Telegraaf.

Eigen schuld

Tja.
Je had natuurlijk helemaal geen hulpeloos slachtoffer hoeven zijn. Had je gewoon even de cursus van ‘Fightstuff’ (!) moeten doen.

Fijn ook dat we dit nu weten.
Lijkt me met name ook fijn voor de nabestaanden, om dit te weten.
Dat ook zij er iets aan hadden kunnen doen.
Je kunt hier in de webshop van Fightstuff bestellen.

Ik zie meteen een krachtige advertentiecampagne van de NS voor me:

Wil jij niet het volgende verkeersslachtoffer zijn? Pak dan ook gewoon de trein!

Werkt wellicht beter dan de ‘schreeuw om aandacht‘ voor verkeersslachtoffers van Landelijk Officier van Justitie Koos Spee.

Vreselijke Dialogen: Ondertussen in Leeuwarden

– Het is me allemaal wat hè.
– Zeg dat wel. Ik hoorde dat het zelfs al op CNN was.
– Ja, en op de BBC.
– Ach, ach. Zes doden. Elf gewonden.
– Welnee meid, zeven! Zeven doden!
– Zeven al?! Ach, ach.
– Ik las in de krant dat die gozer Tristan heette. Het zal eens niet een buitenlander zijn. Tristan, is dat niet Joegoslavisch?
– Nee joh! Het was een Nederlander!
– Echt waar? Met zo’n naam?
– Hij had juist een hekel aan buitenlanders. Het was een PVV-er!
– Met kale kop zeker?
– Waarom denk je dat hij speciaal Syriërs doodschoot?
– Deed’ie dat?
– Jazeker! Hij liep in legeruniformbroek te schreeuwen en te schieten.
– Och, och, ik ken een meisje bij ons in de buurt, die loopt ook met zo’n type. Het zal je dochter maar zijn.
– Deze had geen vriendin. Nooit gehad ook.
– Joh, was het een homo dan?
– Nou, dat weet ik niet, maar hij is wel opgenomen geweest in een gekkenhuis!
– Ja? dat verbaasd me niks. Zie je vaak met die criminelen. Drugs, drank en dan het gekkenhuis. Vuile psychopaat.
– Het is ook zo vreselijk allemaal. Wat denk je van die ouders?
– Ha, laat me niet lachen!! Als je kind van net 20 met 5 mitrailleurs rondloopt. 5!!
– Had’ie er 5? Tsss, het is toch wat.
– Ja! En, hij had wel 5000 kogels op z’n kamer. 5000!
– Oh, wat erg, wat erg.
– Dan spoor je als ouders toch ook niet! Maar, ik vind het niet gek hoor. Moeder is ‘kunstenaar’ hoorde ik.
– Die zit toch in het onderwijs?
– Nee, dat is die vader. Nou, daar is ook van alles mee hoor. Let maar op!
– Ja? Van wie hoorde je dat?
– Nog van niemand. Maar, let op mijn woorden! De vader van een jongen die zoiets doet? Drank, drugs, gek en crimineel? Zo word je niet geboren hoor, zo word je gemaakt.
– Ja, ja, ja. Erg allemaal hoor. En nog homo ook.
– Nou, ik ga mijn boodschappen eens doen. Het leven gaat door hè.
– Ja, ik zal ook de piepers eens in huis halen.
– Bij Appie Heijn, mooie aanbieding. Doré’s.
– Oh nee hoor. Daar ga ik niet meer heen, naar Appie. Ik ga naar de C1000.
– Tja, dat beeld blijft je toch bij hè.
– Zeg dat Diny, zeg dat.
**