Categorie: Muziek Quest

Oranjelied

oranjelied

Wij zijn niet rood
want rood, dat stinkt
naar hamers en naar sikkels
naar Stalin, Mao en de dood
Wij stemmen oranje, alleen verliezers stemmen rood

Wij zijn niet paars
want paars, dat is de polder
het gaat om mij en niet om die ander
de ander lap ik aan mijn laars
Wij zijn oranje, en niet dat enge paars

ALLEMAAL!
Oranje! Oranje!! Oraaaanjeee!!!!
Trotse kleur van ING
Van 50+ en PVV
Oranje!! Oranje!! Oraaaanjeee!!!!
Als je kunt zingen, zing dan mee

Wij zijn niet groen
want groen, dat is voor Duitsers
en Duitsers doen aan landje-pik
daar kunnen die Duitsers niks aan doen
Wij zijn geen Duisters, dus zijn wij niet groen

Wij zijn niet geel
Want geel is voor Chinezen
en daar zijn er wel genoeg van
wat zeg ik, er zijn er veel te veel!
Daarom zijn wij dus oranje en niet geel

ALLEMAAL!
Oranje! Oranje!! Oraaaanjeee!!!!
Trotse kleur van ING
Van 50+ en PVV
Oranje!! Oranje!! Oraaaanjeee!!!!
Als je kunt zingen, zing dan mee

Het werk doen we zwart
het spaargeld maken we grijs
en winsten zetten we apart
in een zonnig belastingparadijs
Nederlanders, wars van franje
Denkend in zwart-wit, dromend in oranje

ALLEMAAL!
Oranje! Oranje!! Oraaaanjeee!!!!
Trotse kleur van ING
Van 50+ en PVV
Oranje!! Oranje!! Oraaaanjeee!!!!
Als je kunt zingen, zing dan mee

Samen, op afstand

Ergens, tussen pakweg 70.000 anderen lig ik op mijn rug en kijk naar de wolk die traag voor de zon schuift.

Het is 1979, mijn eerste Pinkpop. Ik herinner mij het gerucht dat Mick Jagger backstage dronken aan het voetballen is. En dat hij liever voetbalt dan samen met Peter Tosh ‘Walk & don’t look back‘ te doen. En dat ik dat onbegrijpelijk vind. Dat je liever voetbalt dan op zo’n podium staan.
Ik grijns. Ik zou nu ook liever een balletje trappen.

Toen, in 1979, was ik 19. Als ik mijn ogen dichtdoe proef ik nog de sfeer. Die sfeer van ‘we zijn allemaal tof en lief’ en zo. Het intensieve gebruik van Zwarte Afghaan zal daar wel een steentje aan bijgedragen hebben. Ik weet nog dat ik toen met veel genoegen, ja zelfs een soort van trots zag dat er meerdere generaties door elkaar heen liepen. Dat het zo mooi was dat muziek verbond. Verschillen weg nam. De generatiekloof kon overbruggen. Dat niet iedere ouwe lul net zo’n zak als je vader was. Dat er ook moeders bestonden die uit hun dak gingen bij The Police.
Dat er ouders waren die jouw joint in dank aanvaarde.
Ik voelde niet zozeer de verbondenheid, maar meer het ontbreken van de verschillen.
Toen.

Vandaag ben ik met mijn dochter. Zij en twee vriendjes vliegen na het openen van de hekken naar voren. Om een paar minuten later trots te melden helemaal vooraan te staan. En waar ik dan ben. En of ik het niet erg vind, zo achteraan.
Nee meisje. Het is heerlijk zo.
Geniet er van.

Ik zie een moeder een aantal keer haar hoofd zwaaien. Alsof zij het korte gepermanente haar uit de krul wil schudden. De gêne van zich af wil werpen. Ze beweegt onwennig, en kijkt zo nu en dan om haar heen. Alsof zij bang is dat er mensen kijken en er aanstoot aan nemen. Links van mij zit een mannelijke leeftijdgenoot bijna hypnotisch gevangen aan een blonde mevrouw met enorme billen, twee blonde staartjes en kinderkleding. Zij drinkt rosé in een moorddadig tempo met een even geblondeerde vriendin. Het doet denken aan goedkope porno.
Rechts van mij zit een jongetje van een jaar of 10 verveeld met een Nintendo te spelen. Zijn oudere zus ligt met het hoofd op de buik van haar vriendje. Vriendje is een beetje ‘out’ lijkt het. Paps zit aan een biertje, moeder heeft een eigen stoeltje.
Er wordt nog maar eens bier gehaald zo links en rechts, en voor en achter me.
Dan ontstaat er drang naar voren. Nog even, dan komen de Peppers!
De ruimte tussen mij en de anderen wordt kleiner, de afstand steeds groter.
Het is me te benauwend, te close. Ik ga nog een stuk naar achteren.

Wanneer de Red Hot Chilli Peppers het eerste nummer inzetten ben ik de omgeving weer vergeten.
Ik geniet, van een afstand.
Het allermooiste moment komt wanneer op de grote schermen te zien is dat de camera zich richt op de voorste rijen.
Ik zie mijn dochter met twee handen zwaaien. Ze lacht.
En hoe onmetelijk onbereikbaar zij op dat moment ook is, we zijn samen.

Roger Glover, Butterfly Ball (1975)

Roger Glover speelde als bassist zowel in Deep Purple als in Rainbow met Ritchie Blackmore.

In 1975 maakte Glover met een aantal anderen Butterfly Ball (and the grasshopper’s feast), een plaat die een – vooral in Nederland – gigantische hit opleverde: ‘Love is all’.
Iedereen kent nog die bijzondere, vrolijke tekenfilm met die dikke pad, allerlei insecten en blinde mol.
En dan de vrolijke, klassieke instrumenten en de hardrockstem van Ronnie James Dio.

Vandaag heb ik voor het eerst het hele album beluisterd. En, ik moet zeggen, dat is een heel leuk album! Er staat ook nog een andere versie op van ‘Love is all’.

Luister vooral zelf ook een keer naar ‘Butterfly Ball’, bijvoorbeeld via deze link op Spotify.

Blackmore’s Night, Autumn Sky (2010)

Ritchie Blackmore was van ’68 tot ’75 en van ’84 tot ’93 gitarist van Deep Purple. Tussen die Deep Purple perioden was hij gitarist van Rainbow. En na de tweede periode ook nog even.
Als iets Blackmore, naast zijn gitaarspel, heeft gekarakteriseerd dan is het wel het gegeven dat hij het gemiddeld ongeveer een week of twee met dezelfde club muzikanten uit wist te houden.

Tegenwoordig is Ritchie erg monogaam. Al sinds 1997 doet hij het voornamelijk met ene Candice Night. Niet alleen muzikaal vormen zij een duo, ze zijn ook getrouwd.
Het 2010 album Autumn Sky van het duo dat zich toepasselijk Blackmore’s Night noemt (wanneer er had gestaan Blackmore and Night waren zij waarschijnlijk allang met ruzie uit elkaar) doet in niets meer denken aan Deep Purple.

Het is ook niet helemaal een album waar ik opgewonden van raak.
Ik kan er wel goed naar luisteren terwijl ik nadenk, of een stukje schrijf. Open haard, toastje, liefje en jij en dan dit. Best lekker.
Voor een keer.

Luistert u zelf naar Autumn Sky van Blackmore’s Night via Spotify.

Deep Purple, Machine Head (1972)

Sam Brown is een artiest die je op het spoor van een heleboel andere artiesten kan zetten. Zij werkt al vanaf haar 14e voor en met bekende en minder bekende artiesten.
Een van de artiesten waar zij heel veel mee samengewerkt heeft is Jon Lord, voormalig toetsenist van Deep Purple.

Vandaag het album ‘Machine Head’ van Deep Purple met speciale aandacht voor het toetsenwerk van Lord op ‘Lazy’. Een Hammond laten klinken als een overstuurde gitaar.
Lekkerrrr….!

Luistert u zelf naar Machine Head via deze link op Spotify.

[De prachtige foto is van Akeyzerr]