Tag: toekomst

Ondertussen kun je het water horen komen

tsunami

Mocht je zorgen hebben over de gevolgen van de huidige economische crisis neem dan van mij aan dat het ergste nog moet komen. De verzorgingsstaat zoals we die kennen wordt langzaam maar zeker uitgekleed. De gevolgen, zo is mijn overtuiging, ervaren wij nog niet in de volle omvang. Meer belastingen, minder voorzieningen, minder koopkracht en minder tijd als je ziek wordt of zonder werk komt te zitten.
Ik weet niet hoe het met jou is, maar mijn hypotheek is inmiddels een stuk meer waard dan mijn huis.

Wij in huize Quest zijn boffertjes. Allebei een baan, allebei gezond en geen (onvolwassen) kinderen met een beperking of handicap. Ook onze ouders kunnen in hun eigen behoeften voorzien. Onze oudste zal over een jaar of 2 gaan studeren, en gelukkig hebben we daar geld voor vastgelegd. We hebben een goed huwelijk, dus we hoeven niet te scheiden. Dat kan ook helemaal niet. Financieel.

Als je er goed naar kijkt mag er eigenlijk niets gebeuren wat de huidige situatie in gevaar brengt. Niet ziek worden, niet werkeloos raken, geen ruzie krijgen en de auto moet nog minstens een jaar mee.
We zijn boffertjes, en het geluk mag ons niet in de steek raken.

Ons geluk staat onder druk. Het afbreken van de verzorgingsstaat heeft niet alleen directe gevolgen in de vorm van bezuinigingen en het uitkleden van voorzieningen. Als de crisis een aardbeving op de oceaanbodem is, dan zijn bezuinigingen de aardschokken. De echte ramp in de vorm van een tsunami moet nog komen. Na de bezuinigingen, het afbreken van de voorzieningen en het verhogen van de belastingen worden we overspoelt door een tsunami van angst. Een tsunami die het land intrekt en op de weg terug begrippen als solidariteit en redelijkheid meesleurt en verzuipt in onze Noordzee.

We stemmen niet meer PVDA, CDA of D66. We stemmen zelfs geen VVD. We stemmen op polariserende partijen. We stemmen op de PVV, omdat het de schuld van de Islam is. We stemmen op 50+, omdat wij ouderen er altijd hard voor gewerkt hebben en dus recht hebben op welvaart. We stemmen niet uit overtuiging, maar uit angst. We stemmen niet meer voor een ideaal, maar tegen de bedreigingen van de eigen specifieke belangen.

En ondertussen wordt het beetje vertrouwen dat we nog hebben in ons systeem iedere dag verder beschadigd. Volgens de staatsbank ABN is € 1,35 miljoen per jaar volkomen onvoldoende om een goede manager te vinden. Diezelfde ABN heeft 54 dochterondernemingen in belastingparadijzen. Niet zoveel als Shell (85), maar toch.
In Tegenlicht was de afgelopen week te zien hoe grote multinationals er voor zorgen dat zij nauwelijks belasting hoeven te betalen door gebruik te maken van allerlei schimmige constructies en belastingparadijzen. Tegelijkertijd worden scheepsladingen van uw en mijn geld worden richting Cyprus (ook een belastingparadijs) gebracht.

Alles wat groot is ruikt zo langzamerhand naar verrot. Grote multinationales, grote banken, grote organisaties en grote politieke, economische en financiële systemen.
Dus groeien multinationals groter, blijft de macht bij de banken, storten we miljarden in bodemloze putten, fuseren we de gemeenten, bouwen we aan super-provincies en steken we de loftrompet over Europa.
Alles wordt groter, alles behalve het individu.

Ondertussen kun je het water horen komen.

De Luisteraar

eenzaamheid1

“Weet u, ik snap er niets van. We hebben al zoveel meegemaakt, en dan nu dit!” De oude vrouw keek hem met grote ogen aan. Het viel hem op hoe gaaf haar huid nog was. Glad, met roze wangen. Rimpelloos bijna. Hij vroeg zich af wat nu maakte dat hij wist dat de vrouw tegenover hem ergens achter in de 80 moest zijn. Waren het haar ogen? Of was het alleen het witte haar? Vreemd, dat ook een oud mens zonder rimpels in het gelaat oud is. En dat je dat meteen ziet. “Ziet u, ik was de laatste van 8 kinderen. Mijn moeder was al 45 toen ik er nog eens achteraan kwam. Ik heb mijn broers en zussen nooit als kind gekend meneer, alleen als volwassene. En mijn moeder stierf toen ik nog geen 30 was. Weet u dat ik iedere keer als er vliegtuigen overkomen schrik meneer? Het doet mij denken aan de oorlog, ik zat toen in de trein. Er kwam een vliegtuig van de Duitsers, en ik had een baby op mijn schoot. Niet van mij hoor, ik was pas 15. Maar de trein stopte en wij moesten de trein uit, het weiland in. Het vliegtuig bleef maar komen en schoot de trein in brand meneer. Het was vreselijk! We hebben zoveel meegemaakt meneer! En het komt allemaal weer terug. Ik schrik vaak midden in de nacht wakker, dan denk ik aan die vreselijke bevalling van mijn zoon. Of aan de dag dat mijn broer in mijn armen stierf. Hij stikte meneer en hij was pas 56. Die ogen, die stervende ogen, ik vergeet het nooit meer. Al die dingen die we hebben meegemaakt. Ik denk vaak waarom toch? Waarom moest het toch allemaal zo gaan meneer? Ik ben alleen over, er is niemand meer. Mijn broers en zussen zijn allemaal dood. Mijn man is dood, mijn zoon is dood. En ik had zo graag een dochter gehad. En willen werken in het ziekenhuis. Maar dat kon niet, want de ouders van mijn man hadden een winkel, en wij moesten de winkel overnemen. En nu ben ik 87. Ik heb altijd alles voor iedereen gedaan. En waarom? Waarom meneer? Waarom zit ik nu hier. Alleen, in dit huis. Waar is dit nu allemaal goed voor?”

De oude vrouw pakte een zakdoek en wreef over haar gezicht. De man zweeg. Hij wilde wel wat zeggen, maar kon de juiste woorden niet vinden. Maar misschien was het ook wel beter zo. Zwijgen was misschien wel zo gepast. Hij pakte het kopje voorzichtig van de tafel en nam een slokje thee.

“Begrijpt u dat nou meneer? Er is al zoveel gebeurd, en nu dit weer. Houdt het dan nooit eens op? Waar heb ik het toch allemaal aan verdiend? We zijn hier allemaal maar één keer meneer. En mijn tijd is bijna om. Ik heb iets meer om naar toe te leven, en wat achter mij ligt meneer, ach, het meeste wil ik niet eens aan denken. En nu dit weer!”

De oude vrouw keek hem een moment doordringend aan en zuchtte diep. “Maar goed, daar kunt u natuurlijk ook allemaal niets aan doen. Sorry hoor, het moest er gewoon even uit. Wilt u nog een kopje thee?”
De man stond op van de stoel en bedankte de oude vrouw vriendelijk.
“Ik zal nu eerst even naar de wasmachine kijken. Ik denk dat het gewoon de thermostaat is. Ik zal hem even vervangen, kunt u over een uurtje de was weer doen.”

Loslaten

birds
Als ik het kon
liet ik je gaan
niet als een ballon
vast aan een draadje
maar als een vogel zweven
gedragen door de wind en zon
als ik het kon

vind ik de moed
laat ik je gaan
kijk ik je na
en zal ik zo nu en dan
nog even naast je staan
dan is het goed
vind ik de moed

is het al tijd
dan is het vroeg
laat ik je los
omdat dat moet
zonder spijt
als jij het kunt
dan wordt het tijd

Als jij mij ooit verlaat

De zee zal mij doen denken
Aan slapen in het zand
Aan hoe de vlam toen oversloeg
Aan de warmte van jouw hand

Dat de wolken overdrijven
Laat de wind dan aan mij weten
Hoe jij die woorden inhoud gaf
Zal ik dus nooit vergeten

Alle liedjes die ik zing
Het mooie aan een vrouw
Toekomst wordt herinnering
Herinnering aan jou
Dit is hoe het gaat
Als jij mij ooit verlaat
Als jij mij ooit verlaat
Als jij mij ooit verlaat

Het leven zal dan verder gaan
De zon die blijft wel schijnen
Alles wat ik had met jou komt eerder dichterbij
Dan dat het zal verdwijnen

Maar in een zoen zoek ik jouw lippen
In een nacht zoek ik jouw rust
Want niemand kan mij raken
Zoals jij mij hebt gekust

Alle liedjes die ik zing
Het mooie aan een vrouw
Toekomst wordt herinnering
Herinnering aan jou
Dit is hoe het gaat
Als jij mij ooit verlaat
Als jij mij ooit verlaat
Als jij mij ooit verlaat

LUISTEREN!!!!!!

Terwijl hier het ene na het andere bedrijf gedwongen de deuren sluit, steeds meer mensen zich afvragen of zij na de vakantie überhaupt nog een baan hebben, onze euro’s in rap tempo verbranden als sneeuw onder de Griekse en Spaanse zon en ‘Europa’ zo langzamerhand de klank van een enge ziekte heeft gekregen, zijn er gelukkig hele wijze meneren en mevrouwen die zich met ECHTE uitdagingen bezighouden:
Hoe krijgen we Europa aan de luistertaal.

Luistertaal?

Jazeker, luistertaal.

Kijk, jij denkt dan misschien wel dat taal een barrière vormt om goed met elkaar te kunnen communiceren. Dat je niet alleen de woorden moet begrijpen, maar de context moet snappen, de klemtoon moet herkennen, de intonatie moet duiden en bijvoorbeeld de taalfouten en zelfs de taalverkrachtingen moet herstellen om te garanderen dat je het over hetzelfde hebt, maar dat is geneuzel.
Je hoeft, volgens dr. Jan ten Thije, universitair docent interculturele communicatie aan de Universiteit Utrecht, namelijk niet eens dezelfde taal te SPREKEN!

Dat het jou niet lukt als Limburger om een goed gesprek te hebben met een Friese boer uit Sint Jacobsparochie ligt aan het feit dat jij niet wilt LUISTEREN!
Communiceren via luistertaal, dat deden ze namelijk volgens professor ten Tijhe in de middeleeuwen ook al.
Dat ze in de middeleeuwen ook dachten dat de aarde plat was, heksen verbranden en kikkerkak vraten tegen pukkels doet trouwens niet ter zake.
De professor legt dit uit in Cappuccino. En nee, denk nou niet dat je naar een typetje van Kees van Kooten luistert, dit is de real shit, de echte stront (NL) of de reală rahat (RO).

Binnenkort komt er zelfs een heuse documentaire over ‘Luistertaal’ is op de website van Taalschrift te lezen. Ik ga er vanuit dat deze documantaire in heel Europa te zien is, en dat hij overal gewoon zonder ondertiteling in het Nederlands wordt uitgezonden. Kwestie van goed luisteren.
Op diezelfde website wordt enthousiast vertelt dat zelfs bedrijven de luistertaal al inzetten. Wel wordt er door ene mevrouw de Ruiter van Euregio aan toegevoegd dat er bij echt belangrijke vergaderingen een tolk wordt ingezet.
Bij echt belangrijke vergaderingen alleen hè. Bij al die niet echt belangrijke vergaderingen voldoet luistertaal dus uitstekend.
En die niet echt belangrijke vergaderingen, dat is toch de hoofdmoot, massa (PO), χύδην (EL) of pääosa (FI).

Maar goed, terug naar Europa.
De droom van onze professor is dat iedereen binnen de Europese Commissie 23 talen geluisterd wordt. Dus, waar iedereen nu met zo’n mal koptelefoontje aan de taalfluisteraar hangt, zie je straks iedereen aandachtig en begripvol naar de spreker knikken.
Tenzij het een echt belangrijke vergadering is natuurlijk.
Maar die zijn er gelukkig niet zo veel.