Tag: taal

RIP: Het Principe

back

Het Principe is overleden. Dood. Morsdood. Na een lang en slopend ziekbed. Al jaren was het Principe zwaar ziek. Wanneer een politicus op televisie een vraag beantwoordde met: “In principe niet.” Dan wist iedereen dat dit feitelijk ‘dus wel’ betekende. “Wij zijn hier principieel op tegen”, dus we stemmen voor. “Wij moeten onze principes hooghouden” betekende niets meer dan schoorvoetend akkoord gaan met waar je dan ook maar op tegen bent. Principes kosten geld. Geld gaat voor. Voor alles. Ook voor principes. Geld is het mes in de rug van het Principe gebleken. Het Principe is doodgebloed en wij wassen het bloed van onze handen. Principes waren – in principe – onschuldig. Wij hebben de onschuld vermoord. Wij stapten verblind over de langzaam doodbloedende principes heen, op weg naar de Albert Heijn, de Jumbo of een andere plofkip verkopende grootgrutter. Wij zijn principieel tegen kinderarbeid, dus dragen wij t-shirts met krachtige slogans tegen uitbuiting, gemaakt door kleine kinderhandjes in een groezelige schuur in Zuid-China. Wij zijn in principe voor gelijkheid, dus moet de een solliciteren en krijgt de ander wachtgeld. Wij zijn principieel tegen vermenging van politiek en sport. Dus gaan we uiteraard naar Sotsji en laten we een Jood gewoon thuis als de gastheren daar om vragen.

Vandaag draag ik het Principe ten grave. Het Principe wordt bijgezet op het veld van De Verloren Woorden. Het Principe ligt op bladzijde 3, net boven de Privacy.

Woord van het jaar

‘Project X-Feest’, is verkozen tot woord van het jaar.
Een slecht woord, een negatief woord en niet eens een woord. Omdat we in Nederland wonen zijn er ook meteen twee manieren waarop je het zou moeten schrijven. ‘Project X-Feest’, volgens het Groene boekje en ‘Project-X-Feest’, volgens het Witte boekje.

In mijn hoofd spoken andere woorden.
Woorden die strijden om de titel ‘Woord van het jaar dat het meest een betekenis heeft verloren’.
Zoals ‘kabinetsformatie’, omdat dit niet meer blijkt te zijn dan een spelletje kwartetten op een natte zondagmiddag. Of ‘regeerakkoord’, omdat er niets van overblijft.
Of ‘live show’, zoals te pas en te onpas gebruikt door de omroepen om jou de illusie te geven dat je naar iets kijkt dat zich op dat moment afspeelt terwijl in werkelijkheid wordt bedoeld dat het zich ooit ergens heeft afgespeeld.
Wat te denken van ‘verkiezingsbelofte’, het woord dat echt helemaal niets meer blijkt te betekenen.
Ik moet denken aan ‘rechtstaat’, het woord dat zou moeten betekenen dat iedereen gelijk is en gelijke rechten heeft, terwijl meer en meer blijkt dat misdadigers vrij rond blijven lopen en het leven van onschuldigen voorgoed vernield wordt omdat er nu eenmaal iemand gestraft moet worden.
Of zou het toch ‘dierenliefde’ moeten worden omdat we het leven en de dood van een gestrande walvis buitenproportioneel veel aandacht geven en het niets met dierenliefde te maken blijkt te hebben maar slechts een volgende fuck-up van tegen elkaar strijdende partijen met andere belangen blijkt te zijn?
Of moeten we het woord ‘respect’ kiezen? Omdat na de dood van een grensrechter uit ‘respect’ het voetbal een weekeinde wordt stilgelegd. Dat wil zeggen; zolang het geen betaald voetbal is. Want geld moet rollen, de kassa moet rinkelen. Een minuut stilte is tenslotte ook ‘respect’.
We zouden ook kunnen kiezen voor ‘stille tocht’, ‘nabestaande’, ‘slachtoffer’ of ‘Balkenende Norm’.
Misschien moet het wel ‘crisis’ worden, omdat dit een permanente status is waarin we blijken te verkeren.
Of ‘Europa’.

Maar het meest in aanmerking voor de titel ‘Woord van het jaar dat het meest aan betekenis heeft verloren’ is misschien wel ‘vertrouwen’.