Tag: ouderdom

De Luisteraar

eenzaamheid1

“Weet u, ik snap er niets van. We hebben al zoveel meegemaakt, en dan nu dit!” De oude vrouw keek hem met grote ogen aan. Het viel hem op hoe gaaf haar huid nog was. Glad, met roze wangen. Rimpelloos bijna. Hij vroeg zich af wat nu maakte dat hij wist dat de vrouw tegenover hem ergens achter in de 80 moest zijn. Waren het haar ogen? Of was het alleen het witte haar? Vreemd, dat ook een oud mens zonder rimpels in het gelaat oud is. En dat je dat meteen ziet. “Ziet u, ik was de laatste van 8 kinderen. Mijn moeder was al 45 toen ik er nog eens achteraan kwam. Ik heb mijn broers en zussen nooit als kind gekend meneer, alleen als volwassene. En mijn moeder stierf toen ik nog geen 30 was. Weet u dat ik iedere keer als er vliegtuigen overkomen schrik meneer? Het doet mij denken aan de oorlog, ik zat toen in de trein. Er kwam een vliegtuig van de Duitsers, en ik had een baby op mijn schoot. Niet van mij hoor, ik was pas 15. Maar de trein stopte en wij moesten de trein uit, het weiland in. Het vliegtuig bleef maar komen en schoot de trein in brand meneer. Het was vreselijk! We hebben zoveel meegemaakt meneer! En het komt allemaal weer terug. Ik schrik vaak midden in de nacht wakker, dan denk ik aan die vreselijke bevalling van mijn zoon. Of aan de dag dat mijn broer in mijn armen stierf. Hij stikte meneer en hij was pas 56. Die ogen, die stervende ogen, ik vergeet het nooit meer. Al die dingen die we hebben meegemaakt. Ik denk vaak waarom toch? Waarom moest het toch allemaal zo gaan meneer? Ik ben alleen over, er is niemand meer. Mijn broers en zussen zijn allemaal dood. Mijn man is dood, mijn zoon is dood. En ik had zo graag een dochter gehad. En willen werken in het ziekenhuis. Maar dat kon niet, want de ouders van mijn man hadden een winkel, en wij moesten de winkel overnemen. En nu ben ik 87. Ik heb altijd alles voor iedereen gedaan. En waarom? Waarom meneer? Waarom zit ik nu hier. Alleen, in dit huis. Waar is dit nu allemaal goed voor?”

De oude vrouw pakte een zakdoek en wreef over haar gezicht. De man zweeg. Hij wilde wel wat zeggen, maar kon de juiste woorden niet vinden. Maar misschien was het ook wel beter zo. Zwijgen was misschien wel zo gepast. Hij pakte het kopje voorzichtig van de tafel en nam een slokje thee.

“Begrijpt u dat nou meneer? Er is al zoveel gebeurd, en nu dit weer. Houdt het dan nooit eens op? Waar heb ik het toch allemaal aan verdiend? We zijn hier allemaal maar één keer meneer. En mijn tijd is bijna om. Ik heb iets meer om naar toe te leven, en wat achter mij ligt meneer, ach, het meeste wil ik niet eens aan denken. En nu dit weer!”

De oude vrouw keek hem een moment doordringend aan en zuchtte diep. “Maar goed, daar kunt u natuurlijk ook allemaal niets aan doen. Sorry hoor, het moest er gewoon even uit. Wilt u nog een kopje thee?”
De man stond op van de stoel en bedankte de oude vrouw vriendelijk.
“Ik zal nu eerst even naar de wasmachine kijken. Ik denk dat het gewoon de thermostaat is. Ik zal hem even vervangen, kunt u over een uurtje de was weer doen.”

Voor jou, van mij: Onder De Eikenboom

onder-de-eikenboom

‘Onder de Eikenboom’ beschrijft het leven en soms de dood van een aantal van haar bijzondere bewoners.
Onder de Eikenboom is een bijzonder huis. Het is een rusthuis vol herinneringen.
De bewoners van Onder de Eikenboom zijn echte mensen. Al zijn hun namen verzonnen, en al heb ik hen wellicht in tijd en plaats verhuisd, door elkaar gehaald en versmolten.
Zij bestaan, want ik herinner mij hen.

Op 9 december vierde Berend Quest zijn 3e verjaardag als blogger.
In die 3 jaar schreef ik bijna 1000 stukjes op dit weblog.
Van alles wat ik schreef zijn de ‘Eikenboompjes’ mij het meest dierbaar.
Deze stukjes gaan niet over mijn frustraties, mijn onbegrip en/of zaken waar ik mij graag zo boos over maak, maar over herinneringen.

Als blijk van dank voor het lezen, volgen, reageren, de kritische commentaren en de hulp bij het verwijderen van taal- en spelfouten kun je het bundeltje ‘Onder de Eikenboom’ (en een aantal andere leuke e-boekies) hier gratis downloaden.

Afscheid zonder sterven

Ze had haar ogen dicht en huilde in stilte. Geen tranen, geen snikken, geen schouderschokken. Ze probeerde te luisteren naar het tikken van de klok en het geschuifel over de vloerbedekking en het zachtjes openen en sluiten van laden en kastdeurtjes te negeren.
Het was een allesoverheersende golf van eenzaamheid die haar overspoelde. Die eenzaamheid ging gepaard met een helderheid die zij zich slechts herinnerde van die ene keer in haar leven dat zij drugs had gebruikt.
Zij zag het leven en de dood, het verleden en de toekomst, het geluk en de pijn en de onmogelijkheid van de keuzes die naderbij kwamen.
Nooit had zij zich bedacht dat herinneringen pijn gaan doen wanneer de toekomst wegvalt.

“Liesbeth?”
Zijn ogen waren vlak bij haar gezicht. Lichtblauwe ogen, scherpe ogen met donkere wenkbrauwen. Ogen waar zij in weg kon smelten. Ogen die konden dwingen, die konden liefhebben en ogen die, heel soms, konden huilen. Ogen waarmee deze man haar had veroverd.
Ogen die hadden gezien waar kansen lagen. Ogen die onrecht hadden herkent. Ogen die mistig werden wanneer zij de liefde bedreven. Ogen die boekdelen spraken. Ogen die zwegen omdat de blik naar binnen gericht was. Wekenlang soms.
Ogen die, als ze op haar ogen gericht waren, haar het gevoel hadden gegeven dat ze dwars door haar heen keken. Ogen waarvoor zij geen geheimen had gehad.
Ogen die haar spiegel waren geweest.

“Jij bent toch Liesbeth?”, vroegen deze ogen nu.