Mijn hand kroelt door jouw haar
Je ogen toegeknepen in de wind
het zand, hoe de kinderen spelen
het zoute water dat je drinkt
en dat het strand nooit zal vervelen
Je zucht en geeft je over
De vaart, de vijver, blauwe drek
het oerinstinct en onschuldige ogen
of hoe je na de schoonmaakbeurt
kon vragen om je af te drogen
Je sluit je ogen
Waar ik keek ontmoette ik jouw ogen
zonder mening of een vraag
Sterker, als ik hier alleen was,
vroeg ik jou ‘wat zullen we eens doen vandaag?’
Je staart gaat omhoog
als laatste groet
als troost voor mij
zo is het goed
Dag Bob, bedankt!