Tag: geluk

Last van voorpret

sanibel-lighthouse

In plaats van ergens naar toe gaan, wil ik ergens zijn.
Wachten is in mijn beleving verloren tijd.
Nu is het enige moment, morgen zien we wel weer.
Ik doe niet aan voorpret, daar heb ik het geduld niet voor.
Bovenstaande zinnen kenmerken mij. Dat wil zeggen, tot begin dit jaar dan.

Begin 2012 besloten we een reis naar Amerika te gaan maken. Met z’n vijven. Samen met M. had ik de oversteek al eens gemaakt in 2007 en bij terugkomst beloofden we de kinderen om ook eens met z’n allen te gaan. Ondertussen zijn de kinderen pubers, de oudste doet volgend jaar alweer eindexamen en ik kreeg een vorm van ‘nu of nooit’ gedachte. Als we ooit nog eens met z’n allen naar de VS wilden, dan moesten we het nu doen.
Nu, omdat ze nu nog met ons mee willen. Nu, omdat er nog geen aanhang is. Nu, omdat we het nog altijd met z’n vijven goed kunnen vinden. Nu, omdat we allebei werk hebben.
En verder vooral gewoon omdat. NU!

‘Nu’ was echter geen optie. Drie weken door de VS per luxe camper met vijf personen loopt namelijk nogal in de papieren en we kwamen net uit een financiële dip van een jaar of twee. We moesten eerst even sparen. Gelukkig ben ik niet alleen en voorkomt M. in gevallen als deze dat ik ons een teleurstelling bezorg. We maakten dus een plan: we slaan een jaar vakantie over, leggen geld opzij en streven naar 2013.
Uitstellen, omdat het wel moest.

Pas begin 2013 kwam de vakantie weer bij mij op de agenda. Het geld was er, de vluchtschema’s kwamen beschikbaar, de camper kon gereserveerd worden en de vakantieaanvragen bij de werkgevers waren rond.
Onze plannen kregen vast vorm. We pasten onze ideeën aan aan de realiteit (schuurtje – boompje), we maakten berekeningen en we konden uiteindelijk los. We boekten een vliegtuig naar Miami, reserveerden een camper en bepaalden een ‘globale’ route.


Complete route weergeven op een grotere kaart

Op 1 mei keek ik voor het eerst op Datumcalculator om te zien hoe veel dagen we nog moesten wachten. Het waren er 70.
Sindsdien ben ik mij bijna dagelijks bewust van het aantal dagen die nog voorbij moeten (vandaag zijn dat er 38), gaat er geen dag voorbij dat we het er niet over hebben en zijn we intensief bezig met het voorbereiden. We hebben een lijst van plaatsen waar we heen gaan, we gaan naar pretparken, bezoeken fantastische plekken en gaan zwemmen met dolfijnen. Ik krijg kriebels in mijn buik als ik er aan denk, ik word helemaal wee wanneer ik mij realiseer hoe geweldig ik het vind dat we dit kunnen doen. Het ontroert mij hoe de kinderen er naar uitkijken en ik noem mijzelf van tijd tot tijd de gelukkigste klootzak op aarde.

Ik heb zogezegd last van voorpret.
En ik geniet er van, iedere dag weer.

(Op de foto: Sanibel Island))

In je mand!

hond

“Vertel eens meneer Quest, wat kan ik voor u doen?”
“Wel dokter, ik heb een probleem.”
“Vertel.”
“Mijn vrouw heeft sterk het idee dat ik niet normaal ben. Zij gelooft dat ik meer van mijn hond houd dan van mensen. Dat is toch niet normaal?”
“Hmmm, ach. Dat hebben meer mensen hoor. Als je kijkt naar wat mensen elkaar aandoen en je zet dat af tegen de onvoorwaardelijke liefde tussen man en zijn hond. Dan kan ik er mij wel iets bij voorstellen.”
“Dus u snapt het wel dat als mijn kinderen vallen en gaan janken ik denk: nou, kusje, pleister en wieberen. En dat dat bij mijn hond anders is. Als die pijn heeft dan voel ik dat in mijn ziel.”
“Tja, ach. Ik kan dat wel enigszins volgen hoor. Kinderen kunnen zeggen wat er aan scheelt, bij een hond zie je alleen de pijn. U voelt zich dan waarschijnlijk meer machteloos.”
“Precies!”
“Ik zou mij er niet te veel zorgen over maken meneer Quest.”
“Mijn vrouw vindt het allemaal heel raar. Het lijkt wel of zij jaloers is. Zij verwijt mij dat ik meer aandacht voor de hond heb dan voor haar.”
“Wat vindt u daar dan van? Vind u ook dat u meer aandacht heeft voor de hond dan voor uw vrouw?”
“Mou, ehhh… ik weet niet. Ik ga zeker drie keer per dag wandelen met haar.”
“Met uw hond?”
“Nee, met mijn vrouw.”
“En doen jullie verder ook nog dingen samen?”
“Ja hoor, natuurlijk. Alleen de seks is minder de laatste tijd.”
“En hoe komt dat?”
“Mijn vrouw zegt door de hond.”
“Die ligt bij u in bed?”
“Nee, mijn vrouw slaapt in haar mand.”
“Uw vrouw slaapt in haar mand??”
“Ja, mijn vrouw wil immers niet bij ons in bed slapen, Ik zei toch: ze is gewoon jaloers!”
“Dus uw vrouw slaapt in de mand, en uw hond slaapt bij u in bed??”
“Ja, ik kan mijn hond toch moeilijk iedere nacht alleen laten?”

Een bijzonder gewone dag

b-m3

Het was op de uitgerekende dag, 8 april 1999. In het kleine slaapkamertje aan de Klompenmakerstraat in Alkmaar schreeuwde M. ons kind haar lichaam uit. Een dochter! Madelief, zo was haar naam. Want dat hadden we al bedacht. Madelief was mooi, wel wat tenger vond ik. Vooral gezien de buik van M. Opluchting, want alles zat er op en er aan. Vreugdetranen en kussen op het bezwete voorhoofd van M. De verloskundige keek iets minder vrolijk. Na enig aarzelen vroeg zij mij om haar collega te bellen en sprak zij M. dwingend toe: “Blijf nog maar even liggen, ik geloof dat er nog een komt.” Verbazing: “Huh? NOG een?” M. kreunde; het is toch alsof je de marathon moet overdoen zeg maar. De collega kwam en Bart – we hadden twee namen – kondigde zich aan. Niet met zijn hoofdje, maar met z’n billen richting het licht. Zorgen bij de verloskundigen, niet bij mij. Ik was in een roes. “Hebben wij weer”, dacht ik grijnzend, “een tweeling!” Een tijdje later lagen er twee bloedjes van kinderen in de wieg. Een wieg zonder voeteneinde, want aan allebei de kanten stak een klein kinderhoofdje uit de deken.

Een tweeling, prachtig. Het mooiste is wel dat wij het vooraf niet wisten. Geen extra zorgen tijdens de zwangerschap, geen ziekenhuisbevalling, geen echo’s. Geen extra alarmbellen nadat M. met 8 maanden van de trap stuiterde. Geen stress, geen aanpassingen en geen enkele voorbereiding. Ik kan je zeggen: dat is ook helemaal nergens voor nodig gebleken. Primair was alles geregeld door de natuur, ik bedoel, ook M. heeft twee borsten en de rest is allemaal voor later.

Waar voor de verloskundigen (zij hadden dit niet voorzien), schoonmoeder (die dacht dat ik haar in de maling nam) en mijn ouders (o jee, hoe moet dat nou?) de wereld even stil stond, draaide de wereld voor ons gewoon door. Alleen iets sneller, intensiever en intenser. Toen iedereen was opgehoepeld en M. lag te rusten rookte ik een sigaretje in de tuin. Het groen was groener, de lucht was blauwer en de vogels zongen luider.
Het was een bijzonder gewone dag.

(Dat de heer De Graaf uit Delft de stand van zaken omtrent de clusterbesturen (punt 11) wilde weten is mijn destijds volledig ontgaan.)

Loslaten

birds
Als ik het kon
liet ik je gaan
niet als een ballon
vast aan een draadje
maar als een vogel zweven
gedragen door de wind en zon
als ik het kon

vind ik de moed
laat ik je gaan
kijk ik je na
en zal ik zo nu en dan
nog even naast je staan
dan is het goed
vind ik de moed

is het al tijd
dan is het vroeg
laat ik je los
omdat dat moet
zonder spijt
als jij het kunt
dan wordt het tijd

Voor jou, van mij: Onder De Eikenboom

onder-de-eikenboom

‘Onder de Eikenboom’ beschrijft het leven en soms de dood van een aantal van haar bijzondere bewoners.
Onder de Eikenboom is een bijzonder huis. Het is een rusthuis vol herinneringen.
De bewoners van Onder de Eikenboom zijn echte mensen. Al zijn hun namen verzonnen, en al heb ik hen wellicht in tijd en plaats verhuisd, door elkaar gehaald en versmolten.
Zij bestaan, want ik herinner mij hen.

Op 9 december vierde Berend Quest zijn 3e verjaardag als blogger.
In die 3 jaar schreef ik bijna 1000 stukjes op dit weblog.
Van alles wat ik schreef zijn de ‘Eikenboompjes’ mij het meest dierbaar.
Deze stukjes gaan niet over mijn frustraties, mijn onbegrip en/of zaken waar ik mij graag zo boos over maak, maar over herinneringen.

Als blijk van dank voor het lezen, volgen, reageren, de kritische commentaren en de hulp bij het verwijderen van taal- en spelfouten kun je het bundeltje ‘Onder de Eikenboom’ (en een aantal andere leuke e-boekies) hier gratis downloaden.