Tag: geluk

De zon grijnst naar mij!

De zon grijnst

De wind giert als een wilde over het Friese land. Wolken dreigen met water. Zelfs in de Trekvaart koppen de golven. De honden rennen voor mij uit alsof in Bolsward de beloning wacht. Ik heb de handen in de zakken van mijn spijkerbroek. Onder mijn muts de TOP2000, Run The World (Girls) van Byoncé.
Het is 2e Kerstdag 2017.

Voor ik de deur uit liep vulde ik de slow cooker en las ik #MijnMoment van Tjarko Rikkerink. Het maakt dat ik terugdenk aan 2009. Na jaren tevergeefs duwen en trekken verkocht ik de inboedel, de klanten en het personeel van mijn bedrijf. Wat over bleef was een lege BV met een enorme schuld. Lastige jaren volgden. Een faillissement, dreigende banken en ziektewet. In 2013 een (niet terechte) claim van de ING. We zouden dat jaar, ter afsluiting van een financieel zware periode, met het gezin naar de USA. Een ruim jaar spaarden we voor die reis. Het spaargeld ging als een soort van depot in de aflossing van het Doorlopende Krediet. Dat scheelde veel rente op de aflossing. En week voor onze vakantie nagelde de ING ons als wanbetaler aan de wand van het BKR. Met trillende benen naar de lokale Rabobank. Fantastische mensen. Maakten het bedrag dat we nodig hadden over naar de betaalrekening en blokkeerde pas daarna verdere opnames.
Nog vier dagen en dan lossen we de laatste euro’s af. Vanaf januari 500 euro minder vaste lasten per maand.

Djeez.

Gisteren met mijn oudste dochter en jongste zoon op bezoek geweest bij mijn oudste zoon. Kerstpakket mee, en mee terug. Mocht niet. Geen eten. Wat wel mocht waren de kaarten en de brieven die in de doos zaten. Ook een brief van M. Hoewel ik toenemend moeite heb om mijn emoties te controleren huil ik eigenlijk nooit. Een traantje, een snik. Daar blijft het wel bij. Gisteren huilde ik echt. Niet van ellende, niet van verdriet, niet van vreugde. Meer uit besef. Ik heb weer vier kinderen. Ik heb een wereldvrouw, ik heb een wereldgezin.

George Michael is dood, Prince is dood, Bowie is dood, mijn broer is dood. De wereld staat in brand.
En met mij gaat het beter dan ooit!

Ik draai om bij Bolsward en loop terug naar Burgwerd. Halverwege de Trekvaart kom ik een dorpsgenoot tegen met zijn hond. Handen diep in de zakken, muts tot over de oren, neus in zijn kraag. Als we elkaar tot op een paar meter genaderd zijn trek ik de pluggen uit mijn oren, steek mijn hand uit, grijp de zijne en wens hem mooie dagen. Hij kijkt verbaast en lacht. Dit had hij niet zien aankomen, zo kent hij mij niet.

De wolken breken even open en de zon grijnst naar mij.
Speciaal naar mij.
En ik?
Ik grijns terug en geef de zon een knipoog.

Wij snappen elkaar. De zon en ik.

 

 

Privacy

genante lijvenHet maakt niet uit. Piet is boer en kan zelf blijkbaar geen contactadvertentie opstellen of lezen. Jan en Klazien zijn 55, maar niet in staat zelf een passende woning te vinden. Gerben is een relnicht van 35 en heeft zijn rijbewijs klaarblijkelijk in een donker Afrikaans land gekocht. Of geruild voor een oud Samsung tablet. Of het nu is omdat we dronken achter het stuur zitten, de deurwaarder alle inboedel in beslag komt nemen of dat we niet in staat zijn om onze hond of kind op te voeden.
Het maakt niet uit.
Een mislukte borstvergroting? Laaghangende teeltballen? Smetplekken in de bilnaad? Uitgescheurd rectum na een avondje darkroom? Op de spoedeisende hulp omdat de met zo veel zorg ingebrachte cola-light fles niet meer uit de vagina te krijgen is?
Maakt niet uit.

We mogen allemaal meegenieten. Via SBS, RTL of desnoods – wanneer het zelfs de commerciëlen te ver gaat qua ranzigheid – via Youtube, Facebook, Twitter, Instagram of een ander sociaal media kanaal. We mogen weten wie u bent, hoe verschrikkelijk dom u bent, hoe u zich laat besodemieteren, bespotten en verminken. We hebben geen geheimen, we zijn als volk de schaamte ver voorbij.
Zoals Jan Dijkgraaf ooit opmerkte: “Privacy bestaat niet meer”.

Totdat je bij de politie werkt, of hulpverlener bent.
En je wilt overleggen, informatie delen of afstemmen met andere betrokken hulpverleners.
Dat mag dan weer niet.
Vanwege de privacy.

 

Zij houdt mij bij elkaar

marianne-arno-2015

Zij heeft niets met streven naar successen
Geluk voor haar is een simpel kopje thee
Niet in de storm, op zoek naar levenslessen
Voor de wind maakt zij een wandeling aan zee

Zij leeft het leven niet om van te leren
Maar om te leven van de lessen die je leert
Zelfs de hemel kan haar niet doen bekeren
Want zij gelooft niet in een dood die je vereert

Het zit voor haar in hele kleine dingen
Een enkel woord, een simpel klein gebaar
Als haar ogen zwijgend liedjes zingen
Weet ik het zeker; zij houdt mij bij elkaar

Alleen zij kan zeggen, wat ik niet wil horen
Zij is de spiegel op mijn allerslechtste dag
Maar als ik val, van mijn ivoren toren
Reikt zij haar hand en geeft haar allerliefste lach

Houd mij vast, trek me dicht tegen je aan
Fluister zacht, dat je me nooit zult laten gaan
Weet mijn lief, dat ik zielsveel van je hou
Ook op die momenten dat ik je niet lijk te verstaan

Het zit voor haar in hele kleine dingen
Een enkel woord, een simpel klein gebaar
Als haar ogen zwijgend liedjes zingen
Weet ik het zeker; zij houdt mij bij elkaar

De Avonturen Van Willem van Amerongen I

bietjes

“Jus?” Willem van Amerongen keek naar het witte bord met de citroengele rand. Vier aardappelen, kruimig gekookt. Een aan weerszijden bruin gebakken verse worst (grof, rundvlees) en een met gedroogde gebakken uitjes opgeleukte lepel rode bieten. Hij keek naar de kruidnagelteen die als een afgeknipte kalknagel uit het rode, veel te natte bietenschaafsel stak. Hij zag de over een kwart van de tafel gedekte plastic kleed, de grijze olifanten die van het kleed leken weg te willen lopen, de onderzetters van touw en de pannen, het bestek en de altijd bij iedere maaltijd aanwezige pot met zoetzure augurken. Een stilleven. Zijn stille leven. De arm van zijn vrouw hing boven de tafel, de stalen sauslepel tussen haar vingers. “Willem? Wil je jus?” Het was dit moment dat het leven van Willem van Amerongen voorgoed veranderde. Er knapte iets. De elektrische signalen in zijn hoofd weigerden de gebaande paden te volgen opdat zijn mond “Ja graag” zou spreken. In plaats daarvan liep Willem van Amerongen rood aan en terwijl hij met een ruk opsprong, ramde hij zijn beide gebalde vuisten met al de tot zijn beschikking staande kracht in het bord bieten en brulde: “Nee, godnondeju!!!!!!! Ik wil geen jus! Ik wil godverdomme neuken!!! Neuken!!!! Hoor je mij??? Neuken, neuken, neuken!!!!” Bea van Amerongen, geboren de Vries liet de sauslepel van schrik uit haar handen pardoes boven op haar glas water vallen. Willem van Amerongen stond daar, de bieten tot in zijn haar. Druppels bietensap als bloedende tranen rollend over zijn gezicht. Met gebalde vuisten, als aan de grond genageld. De stilte die volgde was oorverdovend en werd na enkele, uren durende seconden verbroken door een kledder warme prak die de weg terug zocht van het witte plafond naar de tafel. Keffer, de zwartbruine Dwergpincher, gealarmeerd door al het tumult zag haar kans en greep de worst die op de planken vloer was geland. Willem van Amerongen zag het en er verscheen een verbeten grijns op zijn gelaat. “Ik wens u samen vooral een smakelijke voortzetting, godverdomme!”, brieste hij. Daarna verliet Willem van Amerongen de woning aan de Planetenlaan 111 om er nooit meer naar terug te keren.

En terwijl Willem van Amerongen de Planetenlaan uitbeende, kauwde Keffer tevreden op de verse worst, keken de buren van nummer 109 nieuwsgierig uit het raam en zocht Bea van Amerongen, geboren de Vries, naar een doekje.

Beatrijs

imageBeatrijs werd geboren in Overpelt, Belgie. Zij was enigst kind en moeder was reeds 47 jaren oud toen zij, tot haar grote schrik, onder het snijden van een kilo uien een dochter baarde. Beatrijs kwam onverwachts, maar was desondanks niet ongewenst. Haar vader, een begenadigd kasseinelegger, gaf Zijn vrouw een spontane zoen – waarop zij trouwens met een hartgrondig ‘gatverdamme!’ reageerde – en gaf de jonge Beatrijs een stuk metworst, welke zij met smaak opvrat. Ja, de jonge Beatrijs werd reeds met haar op de tanden en een stevige trek geboren. Op de lagere school, welke Beatrijs in de recordtijd van 14 jaar doorliep, kreeg zij de bijnaam ‘Bea de Bever’. Dit kwam omdat Beatrijs op het schoolreisje van groep 4 een groot talent bleek te hebben voor het doorknagen van jonge dennenbomen. Het was zelfs zo dat het doorknagen van bomen een minimale vereiste was om het alsmaar doorgroeiende gebit van de jonge Beatrijs enigszins in toom te houden. Beatrijs woog op haar 16e verjaardag 100 kilo schoon aan de haak. Zij was 1 meter en 60 centimeter groot en twee meter breed. Dit zowel onder als boven, alsook ‘en profile’.
Beatrijs trouwde op 18 jarige leeftijd met Sjef. Sjef was een goeie jongen, simpel en behoorlijk autoriteitsgevoelig. Omdat Beatrijs haar vragen nogal dwingend kon stellen durfde Sjef geen ‘nee’ te antwoorden toen Beatrijs hem vroeg of hij met haar wilde trouwen. Nader beschouwd kun je “HEY, GIJ DAAR!!! KOM ES HIER!!!” misschien ook niet helemaal als een huwelijksaanzoek beschouwen, vooral niet omdat Sjef Beatrijs helemaal niet kende en hij bijna aan de beurt was in de rij bij de kassa van de overvolle Aldi ( waar hij door zijn moeder heengestuurd was om filterhulzen te kopen) terwijl Beatrijs een drietal droge worsten stond te vermalen en helemaal niet in de rij voor de kassa stond. (Beatrijs stond nooit in de rij voor de kassa aangezien zij de gewoonte had alles op te vreten voor zij de winkel had verlaten). Toen Beatrijs en Sjef getrouwd waren gingen zij wonen in Lommel. Dat vond Beatrijs wel zo gemakkelijk, want daar was de camping ook en de camping lag aan een groot bos, met ruim voldoende naaldbomen om eens een weekeindje los te gaan. Nadat Beatrijs Sjef had voorgelicht (“Allez, ge mot uwen stengel hier insteken sukkel!!!” kregen zij samen een zoon; Marie. Dat komt omdat Beatrijs liever een dochter had gewild en Sjef Marie een mooie meisjesnaam vond. Marie trouwde met een andere Marie en de twee Marie’s kregen 2 zonen. En zo werd Beatrijs oma en Sjef ‘hij’, omdat oma Beatrijs weigerde Sjef bij zijn naam te noemen. Beatrijs (en hij) betrokken na het pensioen van Sjef een klein huisje op de camping in Lommel. Omdat er steeds grotere lege plekken in het bos van Lommel werden aangetroffen was het Beatrijs per gemeentelijk decreet verboden nog langer bomen om te knagen en moest zij andere hobby’s zoeken. Het werden er 2; kiezels knagen en bakstenen breken.
En zo kan het voorkomen dat u, wanneer u naar Lommel op vakantie gaat en logeert in appartement a404 ( wat overigens een stacaravan is) het illustere echtpaar Beatrijs en Sjef tegenover u vindt in hun huisje genaamd ‘In d’n Donk’re Wolk’ (het huisje is zo klein dat de woorden moesten worden afgekort). Beatrijs tevreden knabbelend op wat kiezels, of wanneer deze niet voorhanden zijn wat brokken asfalt en Sjef zwijgzaam starend naar de hemel. Heeft u echter iets minder geluk dan zijn de kleinzonen door hun pa en ma op strafkamp naar oma gestuurd. Sjef zwijgt ook dan in alle talen maar oma Beatrijs brult de arme kinders (5 en 7) de gehele dag de meest gruwelijke verwensingen toe, dit alles onder het mom dat zij de jongens wil leren kaarten, ganzenborden of bandenbesparend fietsen. Net voor zojuist het onweer losbarstte hoorde ik oma Beatrijs nog brullen tegen de jongste:”Ge mot goddomme uwen pretkaarten bewaren en houdt godnondeju uwen kaarten omhoog zoda ik ze nie zien kan!!!! Ik ga genen rekening met uwen stommiteiten aanhouden, als ik winnen kan dan zal ik ook winnen gaan.” Toen het joch daarna de winnende kaart op tafel smeet zag ik Sjef voor het eerst grijnzen. Beatrijs rende met het schuim rond de mond het bos in en keerde pas na uren terug.
Er zal een nieuwe lege plek zijn in het bos van Lommel. Want al is Beatrijs de Bever reeds 57 jaren oud, zij heeft nog altijd al haar tandjes.