*ding dong*
*ding dong!!*
*ding dong!!!!*

“Ja?”
“Ha-llo!!!”
“Ja?”
“Het is vandaag BURENDAG buurman! BU-REN-DAG!!”
“Ja?”
“Nou, hier ben ik dan! BUUR-MAN!”
“Eh, ja?”
“Mag ik je uitnodigen voor een kopje koffie?”
“Waarom?”
“Omdat het Burendag is, Buurman!”
“Ja?”
“Nou, wij zijn buren! Dus!”
“Wij zijn helemaal geen buren!”
“Jawel, buurman! Ik woon op nummer 32, en jij woont op 34. Dus zijn we buren!”
“Nee, ik woon op nummer 187!”
“Huh? Dit is toch nummer 34?”
“Ja, maar ik woon hier niet!”
“Nee?”
“Nee, ik ben de schilder.”
“Oh.”
“Verder nog iets? Ik wil graag op tijd naar huis vandaag.”
“Eh, nee. Fijne dag verder.”