Gisteren schreef ik een stukje over de busjes van Connexxion en winterbanden. Buiten mijn mening om dat dit getuigt van een gevalletje ‘boter het op hoofd’ van de betrokken partijen is het voorval ook een voorbeeld van onze, in mijn ogen, nationale handicap: wij kunnen niet met incidenten omgaan. Wij hebben last van een verregaande vorm van incidentalisme. En daar gaan wij, omdat we met meer dan 16 miljoen mensen moeten samenleven, langzaam aan kapot.
Nederland kent één een van de hoogste welvaartniveaus van de wereld. Wij zijn, in vergelijking met hele grote delen van de wereld om ons heen, zeer beschermd. Van wieg tot graf. Verzekerd tegen bijna ieder ongemak. Voorzieningen voor bijna alles en voor bijna iedereen. Bijna.
Ik zeg bijna omdat de kaders worden bepaald door ‘gemiddelden’, we zijn immers met meer dan 16 miljoen mensen hier. Willen wij dus regels, wetten en omgangsvormen vastleggen, dan zullen we een beetje moeten rekenen met de ‘gemiddelde Nederlander. Met een bepaalde mate van tolerantie naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts. Het is dus geheel logisch dat er altijd mensen en gebeurtenissen zullen zijn die niet binnen het gemiddelde en niet binnen de tolerantiegrenzen vallen.
Die mensen, die gebeurtenissen zijn de incidenten.
En de wijze waarop wij met z’n allen menen te moeten omgaan met die incidenten heet incidentalisme.
Wij menen namelijk maar al te vaak dat wij op basis van incidenten beleid moeten maken. En dat is niet alleen mijn kritiek op bijvoorbeeld de PVV, dat is ook mijn kritiek op ons, de gewone burger. En op de instanties die de belangen van die gewone zo krampachtig meent te moeten behartigen en die het aan flexibiliteit ontbreekt om met incidenten om te gaan.
Wij durven ons gewoonweg geen incidenten te permitteren.
Graag geef ik hiervan een aantal voorbeelden. Van heel klein en huiselijk, tot wat groter en breder.
Niet doen Kareltje!! Alle honden bijten!
Ik heb twee honden. Schatten van beesten, beetje enthousiast soms. Springen nog wel eens tegen iemand op, geven snel een lik, allemansvrienden dus.
In het bos loop ik een moeder tegemoet. Een moeder met Kareltje, haar zoon van vijf. Al van afstand begint moeders te roepen. ‘Maak die honden vast!’. Dat doe ik, ik ben een ‘people pleaser’. Moeder tilt Kareltje op en begint een boog te maken. Ik vraag de vrouw of zij bang is voor honden. ‘Nee’, zegt zij. ‘Maar ze bijten.’
Wat er gebeurd is? De vrouw heeft ooit, twee jaar eerder, een hond aangehaald. Die hond hield daar niet van en gaf een waarschuwing: niet doen! Vrouw schrikt, trekt haar hand terug en heeft een krasje op haar hand. Conclusie: honden bijten. Beleid: never nooit niet aaien wij een hond! En ook Kareltje krijgt dat beleid mee: honden worden niet geaaid.
Een klein incident welke heeft geleid tot een kleine beleidsmaatregel: incidentalisme.
Alle kinderen die willen Sint Maarten: verzamelen!
Sint Maarten is een kinderfeestje waarbij kinderen langs de deur gaan, aanbellen en een liedje zingen. In ruil voor het gezang krijgen zij snoep. Leuk of niet leuk, het is een traditie die in grote delen van het land grote groepen kinderen de straat op krijgt.
In een dorpje in Friesland is het anders geregeld. Daar moeten alle kinderen zich voor aanvang van het Sint Maarten verzamelen op school en worden dan, door een lid van de dorpsvereniging, langs een viertal deuren geleid. daar zingen zij, en krijgen zij snoep. Vervolgens gaan zij, gezamenlijk, terug naar school, wordt het snoep ingeleverd en wordt het snoep weer verdeeld.
Waarom?
Er was een incident. Het is voorgekomen dat een dorpsbewoner klaagde dat hij er niet van gediend was, dat gebedel aan de deur. Een incident waar snel beleid op is gemaakt. En nu men toch bezig was beleid te maken op incidenten; Jaapje had ook veel minder snoep dan Marietje, terwijl ze dezelfde route liepen. Ook maar even kortsluiten meteen.
Een incident welke heeft geleid tot een beleidsmaatregel: incidentalisme.
Alle zwangere vrouwen: verplichte echo!
Wij hebben een tweeling. Geweldig! Grappig was, zo vonden wij, dat pas tijdens de bevalling duidelijk werd dat het een tweeling was. Gewoon thuis, in eigen bed, kondigde na de eerste een tweede baby zich aan. Mijn vrouw schrok niet, al zat zij niet te wachten op nog een bevalling. Ik schrok niet, al ging ik wel even een sigaretje roken na het nieuws.
De verloskundige schrok wel. Want noch zij, noch haar collega’s hadden dit opgemerkt. Voor het eerst was hen dat ontgaan. In een praktijk met een kleine honderd jaar ervaring.
Een echo hadden wij niet nodig gevonden.
Dit mocht natuurlijk nooit meer voorkomen! Niet weten dat er een tweeling komt! Stel je voor!
Gevolg: een beleidsmaatregel: alle zwangere vrouwen kregen voortaan verplicht een echo.
Weer zo’n incident welke heeft geleid tot een beleidsmaatregel: incidentalisme.
Gouda geeft kut marrokaantjes geld om zich afzijdig te houden: (??)
Vandaag groot in de Telegraaf, ongeveer onze grootste incidenten jager. Het betreffende artikel kunt u hier lezen, ik ga het niet herhalen.
Het is vooralsnog een incident. Het zal mij benieuwen, want het doet weer een hoop stof opwaaien, of er een beleidsmaatregel op komt. Zoiets als: het is alle gemeenten van Nederland ten strengste verboden om aan kut Marrokanen geld te geven in ruil voor rust.
Keur ik het goed dan? Nee, natuurlijk niet. En die ambtenaren moeten worden ontslagen en op een boot worden gezet. Maar daar gaat het niet om. Het gaat mij er om dat op dit soort incidenten veel te vaak en veel te veel beleid wordt ontwikkeld en ingevoerd.
Ik kan dit rijtje schier eindeloos aanvullen, maar u begrijpt vast wel wat ik bedoel.
Aan de ene kant willen wij met z’n allen dat alles en voor iedereen geregeld is.
Aan de andere kant kunnen wij niet met de uitzondering en het incident omgaan.
Wij eisen, stuk voor stuk, dat de norm zich aanpast aan onze uniciteit, maar verwerpen alles en iedereen die niet binnen onze normering valt.
Een onbegonnen zaak.
De gevestigde politiek kan het in die omstandigheden nooit goed doen. Deze regering niet, en een andere regering, bijvoorbeeld met Wilders, ook niet. Dat gaat niet.
De enige politici die concrete, niet te verwarren, hoopgevende en te snappen uitspraken doen en beslissingen nemen zijn namelijk de politici die in de oppositie zitten. Van welke kleur dan ook.
In de oppositie zijn de enige politici die op incidenten kunnen reageren op een manier zoals wij het willen horen: onder mijn leiding zal dit worden uitgebannen!
De wereld is erg klein geworden en wij weten en horen alles. Ook van mevrouw A., te G die ons verder geen biet interesseerde, tot haar een incident overkwam. Of, slachtoffer werd van een incident.
De oppositie heeft in incidenten een machtig wapen gevonden. Schande!! Dat dit kan gebeuren met mevrouw A., te G.
Eenmaal in het pluche leren ook die politici dat een land besturen waar meer dan 16 miljoen individuen wonen meer vraagt dat incidentalisme. Dat je het incident van mevrouw A., te G. wel als wapen in kunt zetten, maar dat beleid maken op basis van een incident met mevrouw A., te G. een heel ander verhaal is.
Omdat je met dat beleid die 16 miljoen anderen een beetje te kort doet.
Flexibiliteit.
Dat is wat wij missen. Incidenten vragen flexibiliteit. Binnen de relatie, binnen het gezin, binnen het bedrijf en binnen de politiek.
Ik stel voor dat we de inburgeringscursus afschaffen, de tolerantie bij het vuil zetten en ons gaan bezinnen op een meer flexibele levenswijze en levenshouding.
Daar worden we volgens mij allemaal beter van.