Pagina 186 van 206

Ik zeg: Ambtenaren ‘laten verdwijnen’, te beginnen in Friesland

Soms lees ik berichten waar ik niet alleen ‘niet goed’ van wordt. Ik begrijp er gewoonweg niets van. Neem nou de provincie Friesland en de ganzen.

Op de website nu.nl staat het volgende bericht te lezen (tegen mijn gewoonte in even integraal het hele bericht):

LEEUWARDEN – De provincie Friesland heeft besloten tienduizend grauwe ganzen af te schieten of op andere manieren te laten verdwijnen. De ganzen vreten ‘s zomers gewassen op en poepen akkers en weilanden onder.

‘Als we nu niet ingrijpen wordt de overlast en de schade te groot en moeten we in de toekomst nog rigoureuzere stappen nemen’, zei gedeputeerde Hans Konst dinsdag.
Op dit moment bezoeken in de zomer 17.000 ganzen Friesland. Dat aantal moet worden teruggebracht naar zevenduizend, het niveau in 2006. Bij dat aantal is de schade van 75.000 euro volgens de provincie acceptabel.

De plannen om de het ganzenaantal te verminderen zijn afgesproken met natuur- en boerenorganisaties.

Lokken
Om van de vliegende beesten af te komen wil de provincie de ganzen lokken in plaats van verjagen. Dan kunnen ze makkelijker worden gedood. Rondom broedgebieden wil de provincie eiwitrijke graslanden vervangen door minder eiwitrijke gewassen.
”In moeilijk toegankelijke gebieden kan de natuurlijke vijand van de gans, de vos, een bijdrage leveren”, aldus de provincie. Per regio moeten nog gedetailleerde afspraken worden gemaakt.

Wat staat hier nu eigenlijk? Wat wordt hier nu gezegd?
Afschieten ‘of op andere manieren laten verdwijnen’. Dat klinkt in ieder geval al alsof een duistere, ja criminele bedreiging gaat worden uitgevoerd. ‘Op andere manieren laten verdwijnen.’ Slik. Zijn dit woorden van de provincie? Of zijn dit de woorden van de auteur?

Dan; ‘Als we nu niet ingrijpen wordt de overlast en de schade te groot en moeten we in de toekomst nog rigoureuzere maatregelen nemen’. Zo, zo. Dus er is in de provincie Friesland een maatstaf voor de schade die mag worden aangericht door Ganzen. Hmmm… De schade per gans is dus ongeveer een tientje. Per jaar.
De provincie Friesland wil dus 10.000 (!) ganzen afschieten (of ‘op andere manieren laten verdwijnen’) omdat die beesten de fout maken het Friese grasland op te vreten. Want, de term ‘gewassen’ lijkt mij sterk overdreven. Ganzen vreten voornamelijk gras.

En dan, als klap op de ganzekop: ‘Om van de vliegende beesten af te komen wil de provincie de ganzen lokken in plaats van verjagen. Dan kunnen ze makkelijker worden gedood.’
He?? Dus, als ik het goed begrijp gaat de provincie de beesten eerst lokken (Kom dan, gansje, kom dan, hier is het beste grasland!) en daarna ‘doen laten verdwijnen’ of simpelweg ‘doodschieten’ als straf.
Goh. Is dat zoiets als een briefje van € 50 op straat werpen en de vinder doodschieten wegens diefstal?

Ik ben niet zo van de bescherming van ‘de gans’, of welk ander dier dan ook.
Maar bij deze stel ik voor dat wij een actiegroep oprichten die een bezuiniging afdwingt bij de provincie Friesland van ongeveer 2 ton. Dan kunnen ganzen blijven vliegen en kan dit verhaal naar de prullenbak.
Hoe dat geld gevonden moet worden?
Gewoon, een paar ambtenaren ontslaan, of, beter nog wellicht ‘op andere manieren doen verdwijnen’.

Onze nationale handicap: Incidentalisme

Gisteren schreef ik een stukje over de busjes van Connexxion en winterbanden. Buiten mijn mening om dat dit getuigt van een gevalletje ‘boter het op hoofd’ van de betrokken partijen is het voorval ook een voorbeeld van onze, in mijn ogen, nationale handicap: wij kunnen niet met incidenten omgaan. Wij hebben last van een verregaande vorm van incidentalisme. En daar gaan wij, omdat we met meer dan 16 miljoen mensen moeten samenleven, langzaam aan kapot.

Nederland kent één een van de hoogste welvaartniveaus van de wereld. Wij zijn, in vergelijking met hele grote delen van de wereld om ons heen, zeer beschermd. Van wieg tot graf. Verzekerd tegen bijna ieder ongemak. Voorzieningen voor bijna alles en voor bijna iedereen. Bijna.

Ik zeg bijna omdat de kaders worden bepaald door ‘gemiddelden’, we zijn immers met meer dan 16 miljoen mensen hier. Willen wij dus regels, wetten en omgangsvormen vastleggen, dan zullen we een beetje moeten rekenen met de ‘gemiddelde Nederlander. Met een bepaalde mate van tolerantie naar boven, naar beneden, naar links en naar rechts. Het is dus geheel logisch dat er altijd mensen en gebeurtenissen zullen zijn die niet binnen het gemiddelde en niet binnen de tolerantiegrenzen vallen.
Die mensen, die gebeurtenissen zijn de incidenten.
En de wijze waarop wij met z’n allen menen te moeten omgaan met die incidenten heet incidentalisme.
Wij menen namelijk maar al te vaak dat wij op basis van incidenten beleid moeten maken. En dat is niet alleen mijn kritiek op bijvoorbeeld de PVV, dat is ook mijn kritiek op ons, de gewone burger. En op de instanties die de belangen van die gewone zo krampachtig meent te moeten behartigen en die het aan flexibiliteit ontbreekt om met incidenten om te gaan.
Wij durven ons gewoonweg geen incidenten te permitteren.

Graag geef ik hiervan een aantal voorbeelden. Van heel klein en huiselijk, tot wat groter en breder.


Niet doen Kareltje!! Alle honden bijten!
Ik heb twee honden. Schatten van beesten, beetje enthousiast soms. Springen nog wel eens tegen iemand op, geven snel een lik, allemansvrienden dus.
In het bos loop ik een moeder tegemoet. Een moeder met Kareltje, haar zoon van vijf. Al van afstand begint moeders te roepen. ‘Maak die honden vast!’. Dat doe ik, ik ben een ‘people pleaser’. Moeder tilt Kareltje op en begint een boog te maken. Ik vraag de vrouw of zij bang is voor honden. ‘Nee’, zegt zij. ‘Maar ze bijten.’
Wat er gebeurd is? De vrouw heeft ooit, twee jaar eerder, een hond aangehaald. Die hond hield daar niet van en gaf een waarschuwing: niet doen! Vrouw schrikt, trekt haar hand terug en heeft een krasje op haar hand. Conclusie: honden bijten. Beleid: never nooit niet aaien wij een hond! En ook Kareltje krijgt dat beleid mee: honden worden niet geaaid.
Een klein incident welke heeft geleid tot een kleine beleidsmaatregel: incidentalisme.

Alle kinderen die willen Sint Maarten: verzamelen!
Sint Maarten is een kinderfeestje waarbij kinderen langs de deur gaan, aanbellen en een liedje zingen. In ruil voor het gezang krijgen zij snoep. Leuk of niet leuk, het is een traditie die in grote delen van het land grote groepen kinderen de straat op krijgt.
In een dorpje in Friesland is het anders geregeld. Daar moeten alle kinderen zich voor aanvang van het Sint Maarten verzamelen op school en worden dan, door een lid van de dorpsvereniging, langs een viertal deuren geleid. daar zingen zij, en krijgen zij snoep. Vervolgens gaan zij, gezamenlijk, terug naar school, wordt het snoep ingeleverd en wordt het snoep weer verdeeld.
Waarom?
Er was een incident. Het is voorgekomen dat een dorpsbewoner klaagde dat hij er niet van gediend was, dat gebedel aan de deur. Een incident waar snel beleid op is gemaakt. En nu men toch bezig was beleid te maken op incidenten; Jaapje had ook veel minder snoep dan Marietje, terwijl ze dezelfde route liepen. Ook maar even kortsluiten meteen.
Een incident welke heeft geleid tot een beleidsmaatregel: incidentalisme.

Alle zwangere vrouwen: verplichte echo!

Wij hebben een tweeling. Geweldig! Grappig was, zo vonden wij, dat pas tijdens de bevalling duidelijk werd dat het een tweeling was. Gewoon thuis, in eigen bed, kondigde na de eerste een tweede baby zich aan. Mijn vrouw schrok niet, al zat zij niet te wachten op nog een bevalling. Ik schrok niet, al ging ik wel even een sigaretje roken na het nieuws.
De verloskundige schrok wel. Want noch zij, noch haar collega’s hadden dit opgemerkt. Voor het eerst was hen dat ontgaan. In een praktijk met een kleine honderd jaar ervaring.
Een echo hadden wij niet nodig gevonden.
Dit mocht natuurlijk nooit meer voorkomen! Niet weten dat er een tweeling komt! Stel je voor!
Gevolg: een beleidsmaatregel: alle zwangere vrouwen kregen voortaan verplicht een echo.
Weer zo’n incident welke heeft geleid tot een beleidsmaatregel: incidentalisme.

Gouda geeft kut marrokaantjes geld om zich afzijdig te houden: (??)
Vandaag groot in de Telegraaf, ongeveer onze grootste incidenten jager. Het betreffende artikel kunt u hier lezen, ik ga het niet herhalen.
Het is vooralsnog een incident. Het zal mij benieuwen, want het doet weer een hoop stof opwaaien, of er een beleidsmaatregel op komt. Zoiets als: het is alle gemeenten van Nederland ten strengste verboden om aan kut Marrokanen geld te geven in ruil voor rust.
Keur ik het goed dan? Nee, natuurlijk niet. En die ambtenaren moeten worden ontslagen en op een boot worden gezet. Maar daar gaat het niet om. Het gaat mij er om dat op dit soort incidenten veel te vaak en veel te veel beleid wordt ontwikkeld en ingevoerd.

Ik kan dit rijtje schier eindeloos aanvullen, maar u begrijpt vast wel wat ik bedoel.

Aan de ene kant willen wij met z’n allen dat alles en voor iedereen geregeld is.
Aan de andere kant kunnen wij niet met de uitzondering en het incident omgaan.
Wij eisen, stuk voor stuk, dat de norm zich aanpast aan onze uniciteit, maar verwerpen alles en iedereen die niet binnen onze normering valt.
Een onbegonnen zaak.

De gevestigde politiek kan het in die omstandigheden nooit goed doen. Deze regering niet, en een andere regering, bijvoorbeeld met Wilders, ook niet. Dat gaat niet.
De enige politici die concrete, niet te verwarren, hoopgevende en te snappen uitspraken doen en beslissingen nemen zijn namelijk de politici die in de oppositie zitten. Van welke kleur dan ook.
In de oppositie zijn de enige politici die op incidenten kunnen reageren op een manier zoals wij het willen horen: onder mijn leiding zal dit worden uitgebannen!
De wereld is erg klein geworden en wij weten en horen alles. Ook van mevrouw A., te G die ons verder geen biet interesseerde, tot haar een incident overkwam. Of, slachtoffer werd van een incident.
De oppositie heeft in incidenten een machtig wapen gevonden. Schande!! Dat dit kan gebeuren met mevrouw A., te G.
Eenmaal in het pluche leren ook die politici dat een land besturen waar meer dan 16 miljoen individuen wonen meer vraagt dat incidentalisme. Dat je het incident van mevrouw A., te G. wel als wapen in kunt zetten, maar dat beleid maken op basis van een incident met mevrouw A., te G. een heel ander verhaal is.
Omdat je met dat beleid die 16 miljoen anderen een beetje te kort doet.

Flexibiliteit.
Dat is wat wij missen. Incidenten vragen flexibiliteit. Binnen de relatie, binnen het gezin, binnen het bedrijf en binnen  de politiek.
Ik stel voor dat we de inburgeringscursus afschaffen, de tolerantie bij het vuil zetten en ons gaan bezinnen op een meer flexibele levenswijze en levenshouding.
Daar worden we volgens mij allemaal beter van.

Balans, Connexxion en NOS: Boter op het hoofd

Wij zijn een bijzonder volkje; Nederlanders. Bijzonder in vele opzichten. Nederland kent een onoverzichtelijke wirwar van (belangen) verenigingen, stichtingen en actiegroepen. Bijzonder veel zelfs. Zoals de vereniging ‘Tot behoud van de goede naam van de Ezel’. Ik weet niet of zij nog bestaan, maar zij hebben zeker bestaan. Of de vereniging van depressieve mensen. Die zichzelf heeft opgeheven omdat de leden van al de onderlinge treurnis alleen maar somberder werden. Heb ik daar iets tegen dan? Nee, geenszins zelfs. Mensen: verenigt u.

Vanmorgen was op het nieuws een item over busjes en het ontbreken van winterbanden. Daar wil ik iets over kwijt. Het toont aan dat belangenverenigingen noodzaak zijn, anders veranderd er niets, maar ook verenigingen reageren achteraf en hebben boter op het hoofd.

Onze zwakbegaafde en/of gehandicapte kinderen gaan naar school in busjes. Die busjes zijn van busmaatschappijen en taxi centrales. Prima. Goed.
Winter. Al een maand of twee een echte winter. Dus, veel ongelukken op de weg. Ook wel eens met een busje.

Vandaag in het nieuws (NOS) Wat nu? Die busjes rijden niet op winterbanden?? Schande!! Is er vandaag iets bijzonders gebeurd? Een ongeluk? Een ramp? Nou, dat weet ik niet, maar in ieder geval niet met een busje. Tenminste, niet zo ernstig dat het het NOS Journaal haalt.
Vanwaar dan toch dit nieuws?
Balans, de belangenvereniging voor ouders van deze kinderen wellicht?

Het berichtje op de NOS website luidt:

“Taxibusjes die kinderen vervoeren hebben vaak geen winterbanden. Dat heeft Connexxion, de grootste vervoerder van kinderen, bevestigd tegenover de NOS. Volgens Connexxion stellen gemeenten bij de aanbestedingsprocedure geen eisen over winterbanden. Balans, de belangenorganisatie voor ouders met kinderen in het speciaal onderwijs, maakt zich grote zorgen en stuurt een brief aan minister Plasterk. Begin deze maand gebeurde op de A37 bij Erica een ongeluk met een busje met kinderen. Vier kinderen en de chauffeur raakten gewond. Uit onderzoek bleek dat het taxibusje geen winterbanden had.”

Wat er mis is met dit bericht? Wel, bijna alles natuurlijk! Een opsomming:

  1. Balans
    Balans verwijt (op het journaal bij monde van een afgevaardigde) de maatschappij/regering/ons (whatever) dat er ‘altijd eerst iets ergs moet gebeuren voor er actie komt’ en ‘dat deze kinderen het beste verdienen, dus ook winterbanden’. Waar was u dan twee maanden of twee jaar geleden mevrouw? Waarom komt u nu pas? NADAT er een ongeluk is gebeurd?  NADAT het al twee maanden glad is? NA-DAT?
  2. Connexxion
    Connexxion stelt dat de overheid eisen moet stellen zodat zij winterbanden moeten gebruiken. Pardon?? Wij moeten een busmaatschappij gaan vertellen wat veilig is? Connexxion zegt feitelijk dat zij alleen maar bereid is om te investeren in uw en mijn veiligheid wanneer de overheid dat eist. Nou, goed dat ik het even weet! Ik hou het even bij de auto.
  3. De NOS
    De NOS brengt dit verhaal nu al de hele morgen op het Journaal. waarom in vredesnaam? Wat is het nieuws? Dat balans zich roert? Dat Connexxion niet wenst te investeren anders dan onder dwang? Of misschien het slippertje van een busje ‘begin deze maand’?

De Urker Vrijheidspartij

Omdat Wilders plaatselijke PVV-partijen in kleinere steden en dorpen (nog) niet wil, adviseerde Koops om niet af te wachten. ‘Doe iets, begin een Urker Vrijheidspartij!’

Tot tranen toe geroerd was uw eigen Berend Quest toen Peter Jan Koops, raadslid van de Spakenburgse Vrijheidspartij deze oproep, zeer geëmotioneerd en welhaast als smeekbede uitriep in ‘het Achterhuis’ te Urk.
(In Het Achterhuis vond namelijk een levendig debat plaats georganiseerd door de Urker SGP jongeren. Het debat stond onder de bezielende leiding van Riekelt Pasterkamp, uiteraard familie van mijn lieve oma, over wie ik al eens schreef in ‘Afleggen in Urk‘. vandaar dat ik, als familie, niet kon en mocht ontbreken.)

Er zijn 500 Urkers (namen, adressen, telefoonnummers en frequentie kerkbezoek zijn bekend bij de redactie) die PVV hebben gestemd. Dit worden op Urk ‘SGPPS-ers genoemd. SGP Protest Stemmers.
Bert Jan Spruyt, (die partijloos is, maar Wilders persoonlijk kent, en het vurig voor hem opnam, maar dat terzijde) is een man naar het Urker hart. ‘Weg met de hoofddoek en alle ruimte voor het hoedje en het keppeltje!’ Dat hij de Urkers verweet ‘te soft’ te zijn werd niet als bezwaarlijk gezien door de aanwezigen. Immers, de Urker is verzot op schuld en boete.
Ook de constatering dat de Urker ‘te slecht zijn’ in Islamkritiek werd in dank aanvaard. De Urker is sowieso te slecht. Dat weet de Urker ook wel, daarom bidden de Urkers zoveel om vergeving.

Na het debat, toen de ‘debaters’ de verkregen verse vis en oranje sjaal reeds in de tas hadden, de jonge jenever rijkelijk in de koffiemokken werd geschonken, schoof Berend nog even aan bij het illustere gezelschap. ‘Wat of ik kon bijdragen’, vroeg ik de heren.
‘Berend, als jij het nu eens op je neemt om de oprichting van de UVP te initiëren?’, opperde mijn oudoom Pasterkamp. Een instemmend gebrom klonk op tussen de wolk van ongematteerde sigarenrook.
‘Laten wij bidden!’, riep Bert Jan Spruyt enthousiast.
En zo geschiedde.
Er werd gebeden, op de oprichting van de UVP.

Ik kan mij voorstellen dat u denkt dat ik dit verhaal uit mijn neus zit te peuteren. Maar dat is niet waar. Leest u het zelf maar in dit artikel uit ‘Op Urk‘. De krant die twee maal in de week wordt verspreid. Op Urk. Maar dat had u wel begrepen denk ik.

Zomerlust

Het was nog broeierig warm, al was de zon al een tijdje onder.
Op het strand drongen alleen de zware bassen van de live muziek uit ‘De Instuif’ door. De tocht door het droge mulle zand naar De Instuif was zwaar. Mul zand, achtergelaten gaten en weinig licht.

Het was druk. De band speelde opzwepende rock, er werd gedanst en er hing een dikke, warme deken van sigarettenrook, zweet en zonnebrand. Op zoek naar drank werkte hij zich door de menigte naar de bar. Tegen zijn verwachting in was er een kruk vrij. Hij wilde gaan zitten en zij, die op de kruk er naast zat, liet zich op dat moment achterwaarts van de kruk glijden. Wanneer het niet zo druk was geweest was hij zeker gevallen. Nu werd hij opgevangen door warme, bezwete lijven.
‘Sorry!’, riep zij boven de muziek uit. Hij knikte en bestelde een Tequila. ‘Van mij!’, riep de dame in de richting van de barman. Hij keek haar aan en zij lachte. Hij lachte terug. Ze was mooi. Lang, glanzend donker haar. Grote brutale ogen, iets te grote mond en volle borsten onder een wit hemdje.
Vanaf dat moment wilde hij haar.

‘Alleen hier?’, zei hij. Ze wees op de band: ‘De bassist!’. Hij maakte een polsgebaar om aan te geven dat hij haar wat te drinken wilde aanbieden. Ze lachte en wees op zijn glas. Hij bestelde twee Tequila’s. Ze proosten. Toen vroeg hij: ‘Zullen we naar buiten?’ Zij keek verbaasd, lachte en bracht haar hoofd dicht tegen zijn oor en snoof een keer alsof zij hem keurde en vroeg: ‘En waarom zou ik met jou naar buiten?’ ‘Omdat hier niet kan wat ik wil’, antwoordde hij. ‘En wat wil jij dan?’ Hij keek haar strak aan en zei: ‘Ik wil jou aflikken als een ijsje. Van je tenen tot je kruin. En daarna wil ik je nemen. In het zand. Zacht, en liefdevol. Omdat je zo mooi bent.’ Ze keek hem aan. ‘Ok’, was alles wat ze zei en liep naar de deur.

Binnen een half uur waren ze terug. Ze kwamen samen binnen, maar zij ging direct door naar de toiletten. Om even ‘op te frissen’ zei ze.
Hij liep naar de bar en bestelde twee bier. Eén voor hem en één voor de bassist. ‘Ach’, riep hij tegen de barman. ‘Doe de hele band maar een biertje van mij.’ Het bier werd naar de band gebracht. Er werd naar hem gewezen. De band proostte.
De bassist gaf hem een knipoog.
Hij stak lachend een duim omhoog.