Categorie: Waar aten we?

De beste vis eet je aan de haven van Den Oever

Om smakelijk te kunnen eten is meer nodig dan een goed gerecht met ingrediënten die je lekker vindt. Om echt lekker te kunnen eten moet je vertrouwen hebben in de kok. Je kunt pas lekker eten in de volle overtuiging dat de kok je alleen verse, eerlijke gerechten voor zal schotelen. Heb je dat vertrouwen niet dan ga je ‘waakzaam eten’. En dat komt de smaakbeleving niet ten goede.

Bovenstaande gaat op voor al het voedsel dat we eten.
Voor het eten van vis en schelpdieren geldt dit in het kwadraat. Er wordt niet voor niets gezegd dat wanneer je eenmaal ziek bent geweest na het eten van mosselen je deze lekkernij nooit meer aan zult raken.
Je hebt er geen vertrouwen meer in en kunt er niet meer van genieten.

Voor een visje steekt Berend Quest graag de dijk over. In Den Oever, achter het dijkje aan de de haven staat Viscentre’t Wad. Het viscentre is zit aan een groothandel vast. En een groothandel betekent doorstroming. En doorstroming is essentieel om versheid van de waar te garanderen.
De keren dat Berend er geweest is kan hij niet meer tellen, maar nog nooit heeft hij er iets gekocht waar hij later spijt van kreeg.

Om mee te nemen haalt hij er bijvoorbeeld visfilet. Of een lekkere moot zalm. Of gerookte zalmblokjes, gamba’s, haring en kibbeling voor een etentje thuis. ‘Moet je er ver mee?, is de vraag na de bestelling. Berend moet de afsluitdijk over en dat is voldoende voor de mensen achter de balie om de vis in ijs te verpakken. Zodat je thuiskomt met verse, gekoelde vis.
Vis waar je vol vertrouwen een maaltijd van bereidt voor je beste vrienden.

Ter plaatse een visje eten kan ook bij ‘t Wad. Een ruim terras voor als het warm is en een ook binnen is het prima vertoeven. Schoon, met een sauzenbar en zo’n handige natte plek om je handen op te frissen.
Een plate met gamba’s is de favoriet van Berend. Drie grote gekruide gamba spies met een pittig sausje, patat en een salade.
Het is echter ook zeer de moeite waard om een plate met bijvoorbeeld kibbeling te bestellen. Niks geen overgebleven kabeljauwrandje verpakt in een verhullend laagje dat snel even her-opgewarmd wordt in een magnetron.
Nee, bij ‘t Wad zij het grote stukken verse kabeljauw die pas door het beslag gaan en worden gebakken nadat je de bestelling geplaatst hebt.

Een ieder die van Friesland naar Noord-Holland rijdt (of andersom) zou een keer de afslag Den Oever moeten nemen om een visje te eten bij ‘t Wad.
‘t Wad zit aan de natte kant van de dijk, aan de haven.
Boot, haven, Viscentre ‘t Wad.
Korte lijnen.
Verser kan het niet.

Eetcafé Jonker Sikke in Jellum

Jellum ligt op een steenworp afstand van het dorp Jorwert waarvan Geert Mak de geschiedenis beschreef in ‘Hoe God verdween uit Jorwert‘. Eetcafé Jonker Sikke staat aan de doorgaande weg die je via Baars naar Jorwert brengt. Parkeren kun je aan de overkant, bij het kerkje en het kerkhof. En niet, zoals Berend probeerde, naast het eetcafé.

Er is niets mis met Eetcafé Jonker Sikke.
En, daarmee is alles eigenlijk wel gezegd. Het terras, het interieur, de bediening, de kaart; er is allemaal niks mis mee.
Daar tegenover staat dat er ook bijna niets is waarvoor je terug zou willen komen.

Als voorgerecht namen wij een carpaccio, asperge en zalm en tomatensoep.
De carpaccio van ossenhaas was werkelijk heel goed. Vooral de gedroogde ham in combinatie met de ruim gebruikte verse kruiden gaven de carpaccio wat extra’s. 
De asperge en zalm kwam niet verder dan asperge met zalm. Het zag er spannender uit dan dat het smaakte.
De tomatensoep, geserveerd in een klassiek pannetje was geurig, romig maar erg zout. Het zout verknalde de zurige frisheid die er nu onder verscholen ging.

Als hoofdgerecht kozen wij de ossenhaas en entrecote.
De ossenhaas was volgens de kaart een ‘Vorstelijke tournedo’s met een dakje van mozzarella en een zachte rozemarijn jus’.
En het was ook een prachtig stukje vlees, op een mooi opgemaakt bord maar je moet heel erg je best doen om te proeven welke ingrediënten gebruikt zijn. Berend wil proeven wat hij eet en dat bevestigd zien op de kaart, en niet op de kaart moeten kijken om te weten wat hij eet. Het smaakte naar een stukje vlees met groente. Helemaal niks mis mee, maar daarvoor gaat hij niet uit eten.
De ‘Ierse entrecote met een korstje van rozemarijn en broodkruim’ was beter. Jammer dat het zout de rozemarijn probeerde te overheersen. Alsof de kok bang was dat hem het gebruik van zo veel rozemarijn kwalijk genomen zou worden.

Als nagerecht namen we koffie en ‘Appel en kaneel’.
Deze warme appelcake met kaneelijs was erg goed en samen met de heerlijke espresso zeer de moeite waard.

De Friese dorpsbewoner houdt van aardappelen, vlees en jus. Vaak wordt er nog tussen de middag warm gegeten.
Het voelt een beetje alsof de kok van  Eetcafé Jonker Sikke daar rekening mee houdt. Dat zijn gasten niet te veel fratsen willen. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.

Van Berend mag het allemaal wel wat spannender. Hij wil best het risico lopen dat er eens iets op tafel komt dat hem te ver gaat. Dat zal je bij Eetcafé Jonker Sikke niet gebeuren.

Geert Mak noemde in zijn boek Jorwert ‘uniek, maar niet bijzonder’.
Voor Berend een prima typering voor Eetcafé Jonker Sikke.
Uniek, omdat je veel Friese dorpen door kunt rijden voor je een eetgelegenheid tegenkomt met de uitstraling en de kaart van Eetcafé Jonker Sikke.
Het zou bijzonder zijn wanneer we ook door de smaak waren verrast.

Een gulle lach en lekker eten bij De Dikke Bries

Uit eten is niet alleen voor volwassenen, of voor kinderen. Uit eten is ook voor het gezin. Leuk uit eten met je gezin, en ander voer dan de bekende pannenkoeken en pizza’s doe je bij De Dikke Bries in Den Oever.

Berend is er al een aantal keren geweest, en het blijft leuk. Of het nu met het bestuur van de voetbalvereniging, het gezin of met een goede vriend is. In de Dikke Bries kun je lekker eten en het is er ‘bere-gezellig’.

Het restaurant is een initiatief van een oud beroepsvisser.
Het leuke van het restaurant is dat zowel het interieur alsook de kaart helemaal ‘maritiem met een knipoog’ is. Ook al heb je elkaar niets te vertellen, je hoeft je niet te vervelen.
Muren, plafond, kaart, ja zelfs het toilet is één grote knipoog.
Berend verklapt u niets, u moet er beslist zelf eens gaan kijken.

Over het eten.
Zoals gezegd, ook de kaart is leuk. Geen geplastificeerd mapje, maar een heuse krant.
Prachtige menu’s als ‘Spijker op laag water’, ‘Zeeuwse meisjes’ en ‘Potverdorie’.
Alles wat Berend er gegeten heeft was goed. Niet bijzonder, maar wel goed bereid, goed van smaak en prettig geserveerd.

Mocht u met uw kinderen gaan: bestel als dessert voor hen ‘Met een rietje van Sofietje’. Echt, prachtig.
Voor de heren is er ook een dessert. Neem een ‘Lekker Blond Wijf’ en voor de dames een ‘Engeltje in bed’.

Ga beslist niet af op de website, het is volledig niet in overeenstemming met wat u mag verwachten bij De Dikke Bries. Maar, daar wordt aan gewerkt zo wordt vermeld.

De Dikke Bries vindt u door naar Den Oever te rijden, richting de Jachthaven en het Robbenoordbos te gaan. Volg dan de bordjes voor een lekker bordje eten en een gezellige avond.

Een Italiaan in de Wipstraat

Berend is gek op Italiaans eten. En de naam Wip, die vindt hij grappig. We aten bij Ponte Vecchio in Bolsward.

Ponte Vecchio is een middeleeuwse brug over de rivier de Arno, in Florence om precies te zijn. Het restaurant Ponte Vecchio staat aan de Wipstraat in Bolsward.

Berend Quest is geen zeikerd, voor wat betreft eten. Hij lust bijna alles en eet wat de pot schaft. Uit eten gaan is voor Berend vooral een excursie. ‘Wat maken ze en hoe doen zij het?’, is de vraag. En Berend eet liever niet in exclusieve dure toko’s. Heus, hij vindt er gewoon geen reet aan om een ‘met bladgoud bedekt bonbonnetje’ te eten.
‘Doe maar gewoon en maak wat lekkers voor me!’, past hem beter. In een restaurant eet Berend het liefst wat de kok hem aanbeveelt.
Een restaurant waar je ‘nooit hoeft te reserveren’, daar gaat Berend nou net weer niet eten.

Heeft Berend geen eisen dan?
Zeker wel. Berend wil rustig eten, een prettige bediening en eerlijk voedsel. Rustig eten betekent niet dat het stil moet zijn, maar dat de bediening er is wanneer je ze nodig hebt en niet continu aan je tafel staat te melken om de drankomzet op te krikken.
Dus, bij een Italiaan verwacht Berend een uitstekende espresso, Italiaanse gerechten, Italiaanse gekruid en met Italiaanse kaas.
En, een goede Italiaan maakt zijn eigen pasta en pizza bodem.

Bij Ponte Vecchio kregen wij niet eens de ‘espresso’ in een espresso kopje en een ‘dubbele espresso’ is heus iets anders dan een grote bak sterke koffie.
En voor wat het eten betreft:
Berend vond de maaltijd bij Ponte Vecchio net zo Italiaans als de bami Chinees bij de ‘Kilochinees’ in Glanerbrug.