Categorie: Vreselijke Dialogen

Ondertussen in de spreekkamer van dokter Steur

hersenoperatie
“Heeft u wel eens hoofdpijn?”
“Niet dat ik mij kan herinneren dokter.”
“Ah, u bent het vergeten. Tja, hmm…”
“Nee dokter, ik bedoel, de laatste tijd niet.”
“Dus u bent de laatste tijd vergeetachtig. Hoe oud bent u?”
“52 Dokter.”
“Dan bent u er vroeg bij!! Hoe gaat het met de ogen? Bril? Hoe sterk?”
“Ehh, jee. +3 Of zo?”
“Ja, vraagt u het nu aan mij???? Sinds wanneer?”
“Sinds wanneer wat?”
“Die bril!! Sinds wanneer??”
“Och jee, al jaren hoor.”
“U weet het niet precies?”
“Ehh, nou nee eigenlijk.”
“AHAA!!!”
“Aha?”
“U bent dement aan het worden meneer, geen twijfel over mogelijk. Jammer, maar helaas. DE-MENT!!”
“Dement?”
“Kijk, nog last van echolalie ook!”
“Echolawat?”
“Echolalie meneer! Echo-la-lie! Dat u alles nazegt. Typisch dementieel gedrag. Maar er is nog hoop! Ik heb hele goede medicijnen voor u. Nagelnieuw! Nog niet eens op de markt!”
“Ja maar…”
“Niks ja maar! Het is nu of nooit. Uw keuze. Of u zit over een maand of twee kwijlend aan de begonia’s te likken, of u laat zich helpen meneer!”
“Ja maar dokter Pasteur, luister nou eens. Ik …”
“Steur!! De naam is Steur!!! Bent u mijn naam ook al vergeten? Godverdomme, dit gaat sneller dan ik had gedacht!! U heeft vast ook een tumor!! Dat wordt een hersenoperatie!! Blijf even zitten, plan ik de operatiekamer. Zo’n tumor moet je uitroeien, en wel direct!”
Hersenoperatie?? Maar u bent toch orthopeed?”
“ERNST JANSEN STEUR IS DE NAAM, NEUROLOOG!! NEU-RO-LOOG MENEER!”
“Oh, sorry dokter, maar dan heeft de mevrouw aan de balie zich vergist. Ik heb een afspraak bij dokter E. Pasteur, orthopeed. Voor mijn knie. Er zit vocht in.”
“VOCHT???? IN UW HOOFD??? *snirfff* GEEF MIJ EEN SCALPEL!!! IK OPEREER U METEEN. HIER EN NU!!! BLIJF HIER GODVERDOMME!!! HIER ZEG IK JE!!!
KOM HIERRRRRRRRRRRR!!!!!”

Seks met Daniëlle

“Hmm, mjam, ja. Hmmmm… schatje van me. Ohhh ja…!”
*kreun*
“Hmmmmm… Haaaaa…. Jaahhh… Ohwww….Ohhh, jou mond is zo lekker lieverd. Jaaahhhh!!”
*zucht*
“Oh schatje. Owww… Ahhhhh.”
*Johan?”
“Jaaaa. O, jaahhh Daniëlle! Jaahhh, ik ga komen!!”
“Johan!?”
“Jaaaahhhhhhh!!! Schatje, ja, pak me maar Daniëlle, pak me maar Jaaaahhhh…””
“Johan!”
“Owww Daniëlle, lekker schat, harder lieverd, harder, bijt me maar. Jaahhh!! Zo ja!!!!”
“JOHAN!!!!! Wordt eens wakker!!!”
“Huh? He? Ehhhh… wat is er?”
“Wie is godverdomme Daniëlle!!!”

Overlijden

Rendac, met Hiemstra, goedemiddag.”
“Ja, goedemiddag, met de Groot. Ik wil graag een overlijden melden.”
“U heeft een kadaver?”
“Nou ja, ik spreek liever over een overledene.”
“Waar ligt het kadaver?”
“Ehhh, hier bij mij, in de woonkamer.”
“Zou ik niet doen mevrouw, dat gaat stinken.”
“Oh, nou ja, daar bel ik dus over. Hoe laat kunt u haar ophalen?”
“Even zien, uw adres?”
“Kerkstraat 23 Workum.”
“Hmm, Workum, Workum, even zien hoor. Tja, jammer, zijn we net gisteren geweest.”
“Oh, nou, ik heb toch graag dat u vandaag nog komt. Het overlijden was woensdag, ik denk niet dat ik het over het weekeinde heen kan tillen.”
“Waarom heeft u niet meteen gebeld dan?”
“Ja, nou, we wilden eerst even afscheid nemen. En mijn broer was ook pas gisteren thuis.”
“Nou, (zucht), zet maar aan de straat dan komen we in de loop van de middag wel even langs.”
“De kist aan de straat zetten??”
“Nee, geen kist. Alsjeblieft zeg, alléén het kadaver. Eventueel wat plastic er over.”
“Ja, maar dat kan toch niet meneer?”
“Tuurlijk kan dat mevrouw, dat doen we al jaren zo!”
“Ik vind het ongepast en onbehoorlijk meneer!”
“Mevrouw, het is maar een kadaver!”
“Voor u misschien, maar het is wel mijn moeder!”

Burendag

*ding dong*
*ding dong!!*
*ding dong!!!!*

“Ja?”
“Ha-llo!!!”
“Ja?”
“Het is vandaag BURENDAG buurman! BU-REN-DAG!!”
“Ja?”
“Nou, hier ben ik dan! BUUR-MAN!”
“Eh, ja?”
“Mag ik je uitnodigen voor een kopje koffie?”
“Waarom?”
“Omdat het Burendag is, Buurman!”
“Ja?”
“Nou, wij zijn buren! Dus!”
“Wij zijn helemaal geen buren!”
“Jawel, buurman! Ik woon op nummer 32, en jij woont op 34. Dus zijn we buren!”
“Nee, ik woon op nummer 187!”
“Huh? Dit is toch nummer 34?”
“Ja, maar ik woon hier niet!”
“Nee?”
“Nee, ik ben de schilder.”
“Oh.”
“Verder nog iets? Ik wil graag op tijd naar huis vandaag.”
“Eh, nee. Fijne dag verder.”

Herfstdepressie

“Ach man, schei nou toch uit. Ik ben het zo zat weet je dat? Ieder jaar weer dat zelfde gezeik. En ieder jaar meer, vroeger, vaker, langer. Blèèèrghhh!!! Ik schijt er gewoon op. IK HAAT MEZELF!!!!”
“Rustig maar. Neem even een slokje water.”
“GODVERDOMME!!!! KUTKINDEREN, KUTNEGERS, KUT, KUT, KUT, KUTZOOI!!!!”
“Hey, kom op. Get a grip. Relax. Doe even wat adem-oefeningen joh.”
“Ja, ok. Sorry. Pffffffff…. Hè.
Weet je wat het is, ik snap wel dat de dingen niet hetzelfde blijven, als iemand dat snapt dan ben ik dat wel, maar de laatste 40 jaar trek ik het gewoon niet meer. Ik bedoel, ik had gewoon een eenmanszaak met een parttimer, weet je nog? Nu heb ik verdomme 681 man in dienst! En allemaal zwart hè! Niet dat ik geen belasting betaal natuurlijk, maar qua kleur bedoel ik.
Hoe denk jij dat mijn jaar er uit ziet met de huidige crisis? Of denk je dat er minder van mij gevraagd wordt? Denk je dat er iemand rekening houdt met mij? Echt niet!
Ach, je kunt toch wel wat vroeger komen? En ach, je kunt toch wel wat vaker geven? En och, wat maakt die paar honderd euro nou uit? We vieren het tenslotte maar één keer per jaar.
Nee, dan ineens maakt het niet uit dat ik Zuid-Europeaan ben. Dan niet!”
“Ik snap dat je het nu wat somber ziet, maar er zijn toch ook leuke kanten? Denk eens aan al die gelukkige kinderhartjes?”
“Ach ja. Kinderhartjes. Niets is zo mooi dan zo’n blozend kinderkoppie. Al moeten ze tegenwoordig niet ouder zijn dat een jaar of 4, want daarna beginnen ze al knap eisen te stellen.
Maar goed, die kindjes. Daar doe ik het voor. Ieder jaar weer.”
“Nou, zie je wel!”
“Ach ja. Het zal wel met de herfst te maken hebben, en met de stress die weer gaat komen.”
“Top. Prima. Goed dat je er zo in gaat staan. Zal ik die afspraak van vanmiddag dan maar bevestigen?”
“Afspraak? Met wie?”
“Met Dieuwertje Blok, van het Sinterklaasjournaal.”
“Nee hè? Nee hè? Niet nu alweer die Dieuwertje Blok!!!”
“Jawel, Dieuwertje hoort er bij.”
“WAS IK MAAR DOOD!!”
“Je bent dood, al 1672 jaar.”
“Ow.”
“3 Uur, is dat wat?”