Categorie: USA

I can’t believe it’s not butter!

not-butter

Florida is eigenlijk één groot bejaardencentrum. Het RV Resort waar we vandaag verblijven is het ultieme bewijs daarvan. “Dit zou wat voor je moeder zijn”, glimlacht M. “Die dames hier hebben het wel goed zo.” En zo is het. ’s Morgens eerst even een half uurtje aqua joggen, dan een tijdje aan je nagels laten frunniken, daarna is het tijd voor koffie met gebak, vervolgens ergens lunchen en dan de rest van de middag – met een glas witte wijn in de hand – je door opa in een golf-cart over het resort laten rondtoeren. Oudere dames met jong haar en een gebruinde huid. Keurig opgemaakt en allemaal even ‘happy’. Het leven in Palm Beach Florida is goed, als je je het kunt veroorloven. De politie rijdt hier in Ford Mustangs, of – in hagelwit overhemd – op een glimmende Harley Davidson. De reclameborden langs de kant van de weg zijn van makelaars, banken, kunstgebittenbakkers en borstimplantaat verkopers. Naast de supermarkt vind je de masseur, de nagelstudio, de kapper en een keur aan goede restaurants. Hier geen Burger King, Mc Donnalds of KFC maar Luigi’s Italian Steakhouse. Alles hier is positief. Van Marlboro ga je hier bijvoorbeeld helemaal niet dood, er zijn alleen wat eigenwijze chirurgen die zeggen dat je ook met roken kunt stoppen. Als je hier in een supermarkt rondloopt dan is het bijna niet te geloven dat de gemiddelde Amerikaan veel te zwaar is. Alle verpakkingen schreeuwen dat het product ‘light’ is, of geen vet bevat, of geen cholesterol, geen suiker of meer dan uitstekend past in een gezond dieet. Overal schijnen extra vezels in te zitten en bijna alles bevat essentiële vitaminen. Hier geen verpakkingen met waarschuwingen wat je overkomt als je het product nuttigt, nee, hier schreeuwt de verpakking dat je de dood in de ogen kijkt als je het product niet direct en in grote hoeveelheden tot je neemt. Boter schijnt hier overigens absoluut ‘not done’ te zijn. Veel gevaarlijker dan roken of met wapens rondlopen. In de schappen staan tientallen pakken en kuipen met smurrie wat wordt aangeprezen met slogans als: ‘I can’t believe it’s not butter!’
Ik ben zo geïmpregneerd met de positieve uitstraling van Florida dat ik het risico toch maar neem.

How are you today?

miami-beach

We zijn onderweg. De camper is fantastisch, maar vooral groot. 3 Meter breed en net geen 10 meter lang. Ik moet zeggen daar moet je even aan wennen. Verkeer op de snelweg, maar ook in de stad passeert links en rechts en er is geen ruimte om een beetje te zwalken. ‘Keep your lane!’, corrigeer ik mijzelf wanneer ik weer eens de neiging heb om op de meest rechter baan te gaan rijden. Van het hotel naar Miami Beach is nog altijd een uurtje of 2 rijden. Just a short drive, vinden de Amerikanen. Maar hun idee van afstand is wezenlijk anders dan dat van ons. Een dag of drie in de auto, dan ga je pas ergens naar toe. Miami Beach is verrassend rustig. We vinden een parkeerplek op nog geen 25 meter van het strand en liggen al snel met z’n vijven te grijnzen in het warme, turquoise gekleurde water van de Atlantische Oceaan.
Amerikanen zijn dan misschien wel helemaal ‘te plastic’, maar de vriendelijkheid is een weldaad. ‘Hello sir, how are you today?’ Nergens een winkelbediende, parkeerwachter of hotelmedewerker die je meteen toebijt met een op commandotoon gestelde vraag. Nee, iedereen lijkt zich hier te hebben aangepast aan het weer. Calm, relaxed and always with a smile. Altijd die geïnteresseerde oogopslag, altijd eerst de vraag hoe het met je gaat en dan pas de vraag wat je wilt. Een gesprek wordt het maar zelden, en het is allemaal maar buitenkant, maar toch. Als je dan toch in deze hitte je geld moet verdienen kun je het maar beter een beetje vriendelijk doen. En wat is er minder pijnlijk dan je zuurverdiende geld uitgeven aan iemand die je in ieder geval het idee geeft dat je de allerbeste, aller aardigste en aller charmantste motherfucker bent die op deze aardkloot rondhuppelt.

Schiphol, 3.30 uur

chair

Schiphol, half vier in de ochtend. Half vier, want we vliegen om kwart over zes en je kunt maar op tijd zijn. Om haf vijf zijn we door de bagage en paspoorten. Want we hadden immers alles online ingecheckt. Alleen de rest voor ons blijkbaar niet. Koffie dan maar, van Starbucks. Ongelofelijk hoeveel mensen ’s morgens om half vijf helemaal naar Schiphol rijden om koffie te halen bij Starbucks. Zoon B. is moe, dochter M. is niet moe, dochter Floor is altijd al moe, maar nu nog nooit zo moe geweest. M. is als gewoonlijk de kalmte zelf. Ik luister naar jonge mensen die een zuipvakantie tegemoet gaan, zo vertellen zij elkaar trots. Of ze later een biertje nemen, of nu maar meteen. Het wordt meteen. Ik ben niet jaloers. Ik zie dit gedrag tegenwoordig als een wat hopeloze vrijheid. Het kan, dus het mag en dus het moet. Nog een uur, dan gaan we aan boord voor de eerste vlucht. Naar Lissabon. Van Lissabon om 10 uur richting Miami. En daar dan om kwart over drie ’s middags aankomen, na 11 uur vliegen. Mooi dat tijdsverschil. Het vertraagt je vakantie. De eerste dagen duren langer, want de bioklok staat nog in Nederland. Ik ben gelukkig. Anders dan anders was ik mij de afgelopen weken uitermate bewust van alle ongelukjes die deze vakantie zouden kunnen dwarsbomen. Iedere keer als een van de kinderen wegfietste riep ik ze weer na – zoals in de kleutertijd: RIJ VOORZICHTIG!! Dat bewuste, dat alerte is lastig en geeft stress. Maar het geeft ook een enorm besef van het geluk dat je hebt als je kinderen en je geliefde iedere dag weer heel thuiskomen. Deze vakantie heeft mij al zoveel gegeven, ik heb er eigenlijk niets meer te scoren. We hebben de droom gedeeld, we hebben de ideeën gedeeld, we hebben het sparen en het wachten gedeeld. Nu gaan we uiteraard mooie plaatsen bezoeken, leuke dingen doen en avonturen beleven. Maar het bewustzijn van mijn eigen geluk heb ik in jaren niet zo beleefd. De komende drie weken is slechts een bonus.
Een fantastische bonus, dat wel.

Op de foto de schommelstoel waarin ik nu zit in Palm Beach.

Ik ga op reis en neem niet mee…

relax

.. de hypomane positiviteit van Mark Rutte, het eeuwige verongelijkte van Alexander Pechthold, het hopeloze gespatter in een te groot bad van Diederik Samsom, de sportieve carrière van Camiel Eurlings, de verkrachtingslente in Egypte, de decompensatie van Heleen Mees, de aardbevingen in Groningen, de statenloosheid van Edward Snowden, de komkommercolumns van de NOS, de ‘schoonheid’ van de 100e Tour de France (en het bijbehorende gewauwel van commentatoren en Mart en de come-back van Lance), de exclusieve aandacht van Bassie voor zijn vrouw, de boterberg op het hoofd van Duitsland, de oprotpremie omdat je blijft zitten van de Rabobank, het eindeloze gezever over de trein die niet spoort, de uitwassen van de achterlijke fundamentalistische cultuur van onze biblebelt, de nog voor zijn overlijden gestarte ranzigheid rond Nelson Madela, de niet aflatende stroom goedkope bagger die Nederlandse televisie heet en zeker niet het dagelijkse gezeik over het weer in Nederland.

Jij ook een fijne, en vooral ontspannende vakantie gewenst!

Knoppendraaier & Vinkenzetter

Telephone Switchboard Operators - a vintage circa 1914 photo

Er zijn er tienduizenden van. Meneertjes en mevrouwtjes die aan knopjes draaien en vinkjes zetten. Zij draaien aan knopjes en zetten vinkjes omdat ‘een’ systeem hen opdraagt een vink te zetten of aan een knop te draaien. Dat komt omdat binnen dat systeem ook knopjes worden omgedraaid en vinkjes worden gezet door meneertjes en mevrouwtjes die opdracht hebben gekregen van een systeem om knopjes om te draaien en vinkjes te zetten. Knoppendraaiers en vinkenzetters kenmerken zich door de dood die zij leven. Zij zijn verworden tot domme, doodse radars in een wereld die hen te complex is om over na te denken. Knoppendraaiers en vinkenzetters hebben de wereld vereenvoudigd tot de maaltijden die ze bereiden: gegrilde kip in plastic folie. Eenvoudig, gemakkelijk en zonder enige smaak. De vinkenzetters en knoppendraaiers moeten dat ook wel, het is geen keuze, het is een overlevingsmechanisme. Vroeger, toen de vinkenzetters en knoppendraaiers nog échte intrinsieke motivatie en ambitie kenden, namen zij zich heilig voor nooit te verworden tot hun verdorde moeder en gefrustreerde vader. Maar school ging en werk kwam. Er moeten vinken gezet worden en knoppen worden omgedraaid. De vraag waarom, met welk doel en wat is het effect werd nooit beantwoord en wordt niet meer gesteld. Die vraag werd uiteindelijk ook te eng. Die simpele vink maakt het verschil tussen wel of geen behandeling, tussen wel of geen straf, tussen wel of geen vergunning, tussen wel of geen geld. En die vink wordt maar al te vaak gezet zonder enige kennis van de persoonlijke context, de draagkracht of de voorgeschiedenis van degene wiens leven door die handeling mede bepaald wordt. De knoppendraaiers en vinkenzetters willen niet eens meer weten wie u bent; de werkelijkheid is te confronterend. Knoppendraaiers en vinkenzetters zitten overal. Bij politie, binnen de zorg, justitie, uw gemeente en bijvoorbeeld uw bank.

Bij uw bank trouwens, niet bij de mijne.
Nog geen 24 uur geleden kwam ik er op zeer pijnlijke wijze achter dat ergens (niemand weet waar) een vinkenzetter of knoppendraaier (niemand kan mij vertellen wie) in opdracht van een systeem (waarvan niemand weet van wie dat systeem is, of van wie dat systeem een opdracht kreeg) een vink heeft gezet of een knop heeft omgedraaid waardoor ons gespaarde zakgeld voor de vakantie naar Amerika ineens op een geblokkeerde rekening stond. In de verwachting knalhard tegen de muur aan te zullen rennen stapte ik vanmorgen hevig in de stress de bank binnen, mijn bank. Vanmiddag (!) al kreeg ik het bericht dat ons geld gedeblokkeerd was en wenste de bank, mijn bank, ons een heel fijne vakantie. Niet op basis van ellenlange procedures, niet pas nadat er weer ergens iemand een vinkje zet of knopje heeft omgedraaid.
Nee, gewoon na een goed gesprek.

Dank jullie wel, Rabobank Bolsward!!!
Er is toch nog hoop.