Categorie: Liedje

Jozef Lam

Jozef Lam (tegenwoordig ‘Het lam en ‘t Eij’) was een Jazz Club vlak aan het Noordzee Kanaal in Amsterdam. Met een paar vrienden spoelde Berend daar op een vrijdagavond aan. Josef Lam was die avond een soort vrijgezellen marktplaats.
Berend schreef er een liedje over.

Garfunkel en Oates

Een linkje naar een slechte uitvoering van een toch al slecht nummer ‘The Final Countdown’ van Europe leidde Berend naar het onderstaande clipje. ‘Garfunkel en Oates’, noemen de dames zich. En ik vind het prachtig!!
Riki Lindhome en Kate Micucci heten de meiden in het echt. En, er is meer van hen te zien op Youtube.
Kijk, luister en geniet.

Ik wil met jou wel avonturen beleven

15 mei 1995. Het was prachtig weer en feest. In Wijk aan Zee, naast de pier. Eco toilet, legertent, 100 kilo ijs, en veel, veel vers vlees en verse vis voor op de BBQ. O ja, en bier en wijn, dat was er ook voldoende.

De BBQ was overgegaan in een groot kampvuur. De zon zakte aan de horizon in het water. De hemel kleurde rood. Het vuur was heet en het bier was koud.
Jij dronk rode wijn.
Ik speelde gitaar en zong.

‘En de klok zegt tik, tik
tikt al mijn  uren weg.
Voor wie wacht
komt alles
steeds
te laat’

We keken elkaar aan en hadden geen haast meer, want we hadden elkaar gevonden. Al zeiden we dat toen nog niet.
De avond ging en de nacht kwam. Het strand werd afgestruind naar hout, het vuur moest branden want de nacht zou eeuwig duren.
Jouw hand langs mijn rug.
De wereld niet groter dan een kring van lachende gezichten in het flikkerende licht van een kampvuur.

‘Ik weet wat jij verlangt
Ik weet wat jij verdient
Voor wie wacht
komt alles
steeds
te laat’

Jouw hoofd, tegen mijn schouder. Een ieder die het zag.
Nou en.
De vlammen kleiner, het vuur steeds heter.
Nog meer wijn, nog meer bier. ‘Waar slaap jij?’ ‘Naast jou?’ ‘Natuurlijk.’
Natuurlijk.

‘Je blik gericht
op een plek
op mijn lichaam
het is alsof je zegt
doe iets
nu
hier
voor mij’

Het werd stil.
Eén tent voor iedereen.
Eén plekje in de hoek waar twee slaapzakken in elkaar verstrengeld lagen.
Twee gezichten heel dicht bij elkaar.
Verliefde fluisteringen.
‘Ik wil met jou wel avonturen beleven.’
Lange kus.

‘En doe het rigoureus en onverwacht
rigoureus en ondoordacht
rigoureus door dik en dun
rigoureus maar altijd uit het hart’

‘s Morgens samen wakker worden.
Sindsdien.
Altijd.
Gelukkig.

Kaaslied

Nee, vechten is niet voor heren. Negatief, weinig constructief en al helemaal niet chic. Dus, een loflied op de Kaas van Berend, en een loflied van Thedo Keizer op de Brinta.

JP die eet het uit het vuistje, bij een advocaatje
Simones heeft voor jonge, altijd wel een gaatje
Wilders lust het graag, maar niet van schaap of geit
Jan Kaas is de gemene deler, van de overheid

Een moslim drinkt geen bier, maar liever zoete thee
Een Griek met boerenkool verrassen, daar doe ik niet aan mee
Een haring voor een Fransman, dat doet hem zeker gaan
Maar offreer je hen ‘fromage’ dan schuiven zij graag aan

Wij zijn het lage land, dat langzaam ondergaat
Wij zijn het land waar Char met de dooien praat
Wij zijn het platte land van eeuwig windgeraas
Maar wij zijn bovenal het land met de beste Kaas!

De bakker eet het ‘s morgens, nog voor hij bakken gaat
De hoeren hebben het liefst een zachte, zeker na de daad
De junk snapt het niet en krabt zich op de kop
De vraag is niet ‘wit of bruin’, maar wat zit er op?

Wij zijn het lage land, dat langzaam ondergaat
Wij zijn het land waar Char met de dooien praat
Wij zijn het platte land van eeuwig windgeraas
Maar wij zijn bovenal het land met de beste Kaas!

Je bent voor Feyenoord of Ajax, desnoods voor PSV
Dat ligt aan wie of er wint, want wij waaien mee
Wij zijn het nooit met u eens, maar willen altijd praten
De eis is wel bij voorbaat: meer Kaas tussen de gaten!

Wij zijn het lage land, dat langzaam ondergaat
Wij zijn het land waar Char met de dooien praat
Wij zijn het platte land van eeuwig windgeraas
Maar wij zijn bovenal het land met de beste Kaas!

Kaas! Kaas! Kaas!
Kaas! Kaas! Kaas!
Wij willen Kaas!
Kaas! Kaas! Kaas!

Zo Zacht!

Voor mij ligt een brief op tafel
buiten schijnt een bleke zon
Woorden zweven door de kamer
Ik wou dat ik ze pakken kon

Jouw geur die heeft het huis verlaten
Het laatste restje, vloog vannacht
Met de hoop is het mee gevaren
Ik heb nu lang genoeg op jou gewacht

Ze was zo zacht!
Zo zacht!

En nu de nieuwe dag haar licht laat schijnen
En iedereen die langs loopt naar me kijkt
Alsof de waarheid te zien is door de ramen
Is niets meer waar het ‘s nachts op lijkt

Niets lijkt op jou, niets lijkt op jou

Mijn pen schrijft woorden zonder inhoud
Sporen op papier die kleuren blauw
De waarheid gonst in al zijn eenvoud
Ik denk allang zo vaak niet meer aan jou

Ze was zo zacht!
Zo Zacht!

Jouw geur die heeft het huis verlaten
Het laatste restje vloog vannacht
Ik werd wakker naast een vreemde dame
Ze leek op jou en god, wat was ze zacht
Ze was zo zacht!
Zo zacht!
En nu de nieuwe dag haar licht laat schijnen
En iedereen die langs loopt naar me kijkt
Alsof de waarheid te zien is door de ramen
Is niets meer war het ‘s nachts op lijkt
Ze was zo zacht!
Zo zacht!
Niets lijkt op jou.
Niets lijkt op jou.
Zo zacht!
(Dit liedje is ook te beluisteren via de ‘IPod’ rechtsonder in dit Blog)