back

Het Principe is overleden. Dood. Morsdood. Na een lang en slopend ziekbed. Al jaren was het Principe zwaar ziek. Wanneer een politicus op televisie een vraag beantwoordde met: “In principe niet.” Dan wist iedereen dat dit feitelijk ‘dus wel’ betekende. “Wij zijn hier principieel op tegen”, dus we stemmen voor. “Wij moeten onze principes hooghouden” betekende niets meer dan schoorvoetend akkoord gaan met waar je dan ook maar op tegen bent. Principes kosten geld. Geld gaat voor. Voor alles. Ook voor principes. Geld is het mes in de rug van het Principe gebleken. Het Principe is doodgebloed en wij wassen het bloed van onze handen. Principes waren – in principe – onschuldig. Wij hebben de onschuld vermoord. Wij stapten verblind over de langzaam doodbloedende principes heen, op weg naar de Albert Heijn, de Jumbo of een andere plofkip verkopende grootgrutter. Wij zijn principieel tegen kinderarbeid, dus dragen wij t-shirts met krachtige slogans tegen uitbuiting, gemaakt door kleine kinderhandjes in een groezelige schuur in Zuid-China. Wij zijn in principe voor gelijkheid, dus moet de een solliciteren en krijgt de ander wachtgeld. Wij zijn principieel tegen vermenging van politiek en sport. Dus gaan we uiteraard naar Sotsji en laten we een Jood gewoon thuis als de gastheren daar om vragen.

Vandaag draag ik het Principe ten grave. Het Principe wordt bijgezet op het veld van De Verloren Woorden. Het Principe ligt op bladzijde 3, net boven de Privacy.