bordje

Een goede, licht verteerbare maaltijd die bovendien in een half uurtje op tafel staat.

De rijst:
Kook wat rijst (ik gebruik Surinaamse)
1 deel water aan de kook brengen, 1 theelepel kerriepoeder toevoegen + wat zout
1 deel rijst aan het kokende water toevoegen, aan de kook brengen, omroeren met een vork, deksel er op en 20 minuten op laagste pitje laten garen.
Dan even losmaken met een vork, deksel er weer op en laten staan tot je gaat eten.

De vis:
Pel de grote garnalen (ongeveer 7 pp). Ik gebruik diepvries van de Aldi. Ontdooien kan gewoon in een kommetje warm water.
Wrijf de moten kabeljauw (1 pp) in met wat zeezout en peper.

Smelt in een ruime pan met dikke bodem een flinke kluit roomboter, snijd een sjalotje en wat knoflook fijn. Rasp een stukje gemberwortel.
Doe de ui, gemberwortel en knoflook in de boter en laat dit even smoren (rustig aan, de boter mag niet bruinen). Voeg een theelepel kruizemunt toe.
Dan een flinke scheut droge witte wijn toevoegen, aan de kook brengen.

Leg de moten vis in het kookvocht en doe het deksel op de pan. Verspreid na een minuut of 5 – 7 de garnalen er over
Laat nog een 5 – 7 minuten rustig stoven.

Ondertussen maak je de salade:
Verspreid een handje veldsla over de borden.
Snijd een sinaasappel schoon tot op het vruchtvlees (kop er af snijden, neerzetten en de schil van boven naar beneden wegsnijden, dan kont er af en klaar). Snijd de sinaasappel aan dunne ringen, leg dit op de sla.
Pel een banaan, snijd in plakjes en leg dit over de sla.
Besprenkel de salade met een olijfolie en druppel er citroen over.

Als de vis gaar is schep je wat rijst op de borden, en leg je de vis en garnalen er bij.
Breng het vocht weer aan de kook, voeg een paar lepels crème fraîche toe en roer tot het kookt.

Schep wat saus over de rijst en vis.
Knijp als laatste wat citroen over de vis en garnalen.

Eet smakelijk!