Een (minder bekend) gegeven binnen de hulp- en zorgverlening is ‘secundaire traumatisering’.
Secundaire traumatisering komt er op neer dat de ernst van de zaken waar zorg- en hulpverleners mee te maken hebben negatief van invloed zijn op hun eigen leven.
Wanneer je niet begrijpt wat ik bedoel hoef je alleen maar te denken aan de zedenrechercheurs die dagelijks duizenden afbeeldingen van de meest gruwelijke kinderporno moeten bekijken. Niet alleen die kinderen raken ernstig beschadigd, ook de rechercheur kan schade oplopen.
Om als zorg- of hulpverlener zelf ‘gezond’ te blijven dien je daar aandacht voor te hebben.
Secundaire traumatisering kan tot forse klachten leiden die overeenkomsten hebben met een burn-out.

Op de website Huiselijk Geweld staan bijvoorbeeld de volgende symptomen te lezen die een hulpverlener kan kan laten zien na (langdurige) confrontatie met (gevolgen van) geweldsincidenten:
De nare verhalen van cliënten niet los kunnen laten.
Slaapstoornissen, nachtmerries en concentratieproblemen.
Een afbrokkelend gevoel van veiligheid op straat en in en om het huis.
Een somberder opvatting over gezinnen, relaties en de rechten van de mens.
Door de confrontatie met seksueel misbruik: meer behoefte aan intimiteit en seksualiteit of een afvlakking van deze behoeften.

Nu alles direct op camera’s wordt vastgelegd dringt zich bij mij de vraag op of we daar eigenlijk wel tegen bestand zijn. Massale vechtpartijen, moord, onthoofdingen, executies, uitgehongerde kinderen, verdrinkingen, ongelukken of zelfverbranding; het wordt allemaal gefilmd en via Internet, nieuwsuitzendingen en/of ‘reality’ tv kan iedereen het tot zich nemen.
Nu wil ik hier niet de vrijheid van meningsuiting of het recht op nieuws ter discussie stellen.
Ik ben meer benieuwd naar wat het aanschouwen van al deze beelden met mensen doet.

Zelf kijk ik die onthoofdingsfilmpjes op internet niet. Ik kan er niet tegen.
Dat kan een gevolg zijn van het werk dat ik doe, maar ik vraag mij oprecht af hoe andere mensen er mee om gaan.

De wereld is niet gruwelijker geworden dan dat hij al was voor de opkomst van de mobiele telefoon met camera, maar het komt allemaal wel angstig dichtbij nu.
Dat dit niet tot een vorm van Massale Secundaire Traumatisering leidt zou mij eerlijk gezegd verbazen.