Mannen van stavast, mannen als Marijn Duintjer Tebbens. Mannen die voor volk en vaderland de storm, de koude en de watersnood trotseren om ons, het naar het laatste nieuws hongerende volk, bij te lichten, op de hoogte te houden en te informeren.
We mogen er best trots op zijn.
“Gaan we nu over naar onze verslaggever ter plaatste in het Groningse Termunterzijl, Marijn Duintjer Tebbens. Ehhh Marijn, vertel ons, hoe is het daar?”
En Marijn Duintjer Tebbens vertelt ons alles over de situatie ter plaatse. Echt alles!
“Nou Bas, zoals je ziet is het hier ondertussen gaan regenen.”

De kranten schreeuwen al dagen schuimkoppen.
Op radio en televisie hebben nog maar één onderwerp: de watersnood.
Eén vandaag, het NOS Journaal, Nieuwsuur, Man Bijt Hond èn Sesamstraat. Dit is de Dag, Standpunt NL. En iedere omroep heeft wel een verslaggever die in de wind, aan een dijk, bij een gemaal, een plas of vaart ‘live’ verslag doet.
Er is geen ontkomen aan. Er heerst watersnood.

“Noah, ik goan nerreges heen”, knauwt een Groninger hobbyboer. ‘Ik vind het wel grappig”, zegt een meisje.
‘De eerste mensen worden hier geëvacueerd’, vertelt de verslaggever.
Politie die ramptoeristen tegenhoudt, een kadekelder in Dordrecht, een restaurant op Texel en een paar Groningers die droog in de camera kijken en zich afvragen waar de neuk iedereen zo wild van wordt.
Watersnood in Nederland anno 2012.

Het schrijnende gebrek aan content spreekt wel uit de welhaast desperate verslaggevers die ons maar blijven vertellen dat het morgen misschien NOG erger wordt.
Of die man die hysterisch in de camera blikt en op de Nederlandse publieke omroep huilend de volgende zin mag uitspreken: “Het is verschrikkelijk! Drie jaar geleden is mijn vrouw overleden, en dan heb je gelukkig weer een lieve vriendin, en nu dit weer!”

Ik krijg er hevige kramp van.