De eerste keer dat ik haar tegenkwam is al weer een paar maanden geleden.
Een oude vrouw, met hoofddoek en grijze krulletjes die brutaal onder die doek vandaan koekeloerden. De oude dame reed op zo’n fiets met elektro motor – een uitvinding die iedere bejaarde tot potentiële wegpiraat heeft gepromoveerd – en kwam mij in volle vaart tegemoet.
Toen zij mij tot op een meter of tien genaderd was riep zij twee keer: ‘Vreselijk! Vreselijk!!’
Zij wierp mij daarbij, om haar woorden kracht bij te zetten een blik van ontzetting toe.
Voor ik er op kon reageren stoof zij mij al voorbij en racete alsof de duivel zelf haar op de hielen zat richting Bolsward.
Het was alsof de vrouw net telefonisch was ingelicht over de plannen van haar jongste kleindochter om te gaan trouwen met een Pakistaans lid van Al Qaida wiens eerste vrouw zich een maand eerder met bomgordel en kinderwagen had opgeblazen in een drukke winkelstraat te Gent.
Ebeltje, zo heette de kleindochter, stond reeds gepakt en gezakt op het station van Bolsward te wachten op de bus naar Sneek, om van daaruit een trein te pakken richting Schiphol teneinde daar op een vliegtuig te stappen naar haar geliefde.
Dat slaat natuurlijk nergens op, maar ja, ik moest nog 2,5 kilometer lopen voor ik thuis was en je probeert zaken toch de duiden zeg maar.

Ik loop dagelijks van Burgwerd naar Bolsward en weer terug over het Trekpad. Lekker voor mij, goed voor de honden.
Het was nog geen week later toen een fietsbel mij van achteren benaderde. Een goede gewoonte hier, het Trekpad is smal en lang en zo weet je in ieder geval dat er iemand van achteren nadert.
Deze bel was wel anders dan de meeste bellen. Deze bel bleef gaan. Voor ik echter om kon kijken stoof een elektrisch geholpen bejaardenracefiets mij voorbij. Een oude vrouw met hoofddoek.
‘Vreselijk! Vreselijk!!’, riep zij mij toe terwijl zij voorbij raasde.
Dit maal reed de vrouw richting Burgwerd.
Ik dacht aan Ebeltje die ondanks de bemoeienis van haar oma toch achter de liefde aan was gevlogen en nu in de bergen van Pakistan een cursus bermbommen maken volgde. Ebeltje was inmiddels tot de islam bekeerd en heette nu Aamaal, wat zoveel als ‘hoop en ambitie’ betekent. Aamaal droeg geen leuke jeans meer, en van die elegante bloesjes waar haar heerlijke jonge ontluikende lichaam zo begeerlijk in afgetekend werd; nee, Aamaal zat in een kale, duistere grot en ging helemaal bedekt onder een zwart gewaad.
Oma was zojuist bij het gemeentehuis van Bolsward geweest om de burgemeester te spreken over deze vreselijke ontwikkelingen. Zij was echter weer huiswaarts gestuurd omdat Bolsward inmiddels is opgegaan in de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân, en de burgemeester zetelt in Sneek.
Tja, je bedenkt van alles hè, lans zo’n stil en winderig pad.

Vanmorgen kwam ik de vrouw wederom tegen.
Ze reed me tegemoet en toen zij mij tot op tien meter genaderd was riep zij: ‘Vreselijk! Vreselijk!!’.
Ik was vlak bij huis en bedacht me dat de vrouw waarschijnlijk doodsangsten uitstaat omdat ze zo hard gaat. En dat zij gewoon niet weet hoe ze die kutfiets van ‘vol gas’ af moet krijgen.
Ik bedoel, er moet toch iets zijn wat maakt dat die vrouw constant ‘Vreselijk! Vreselijk!!’ blijft roepen.

Voor ik de woonwijk binnenliep lijnde ik de honden aan.

[suffusion-widgets id=’3′]