Bij Jan Dijkgraaf is iets niet snel wat het lijkt. Of juist alles is precies wat het lijkt. Dat is maar hoe je het bekijkt.
Of je Jan Dijkgraaf een beetje kunt volgen zeg maar.
Neem zijn ava. Jan Dijkgraaf kijkt je aan, neemt je op. Jan Dijkgraaf laat zijn bril niet zakken om zichzelf te tonen, hij laat zijn bril zakken om jou de maat te nemen. En wie ben jij dan?
De handen zitten strak aan de bril. Dan weet je het vast. Erg lang ga jij de aandacht niet krijgen.

Of je moet een opdracht hebben, voor wat tikwerk. Een column bijvoorbeeld. Omdat ‘er geen mens in Nederland op een columnist zit te wachten’. Zegt de columnist Jan Dijkgraaf.
Iemand een opdracht geven betekent dat je hem of haar daarvoor betaalt. Voor de lol is Jan Dijkgraaf slechts god. Of lul. Wat jij wilt.

Jan Dijkgraaf mag dan goed met woorden zijn, het betekent niet dat jij niets hoeft te doen om zijn tweets te lezen. Je mag het lezen zoals het er staat en Jan Dijkgraaf een lul vinden. Je mag er ook een schop onder je hol in zien. Je mag er zelfs een slimme advertentiecampagne in menen te herkennen.

Jan Dijkgraaf laat ons naast wat hem bezighoudt graag weten wat hem bezighoudt.
Over de bestseller die hij aan het tikken is, over de column die er aan gaat komen, over de nieuwe titels die hij nog moet schrijven.
Maar ook laat Jan Dijkgraaf in ongezouten, nuchtere en scherpe bewoordingen aan ons weten wat er zoal mis gaat in dit landje. Jan Dijkgraaf verzucht niet ‘waar zijn wij nu helemaal mee bezig?’, maar duwt het in je gezicht: ‘Kijk, DAAR zijn wij nou helemaal mee bezig!’

De tweets van Jan Dijkgraaf zijn een beetje de addertjes onder het gras van mijn timeline. Ik moet bijna altijd even nadenken. Wat staat er nu precies? Wat zegt Jan Dijkgraaf nou? En tegen wie?

Niet dat overduidelijke, maar ook niet dat hele cynische.
Addertjes onder het gras waar je niet in moet trappen, maar ook niet in hoeft te trappen.
Gewoon, zelf even nadenken.