Dat mag jij niet zeggen!

Mijn broer is zwakbegaafd, dus ik heb liever niet dat je het over een ‘zwakko’ hebt.
Mijn vader is een alcoholistische, misbruikte misdienaar. Dus, alsjeblieft, geen grappen over neukende paters.
Mijn moeder ging vreemd met de buurman, mijn jongste broer is een bastaard. En veel te zwart. Ik heb dus een kleurling in de familie, weet wat je zegt.
Mijn opa werd gevangen in de oorlog door de Duitsers en opgehangen, ik spreek dus geen Duits. Nooit gedaan ook.
Mijn oma komt van Urk en streng gereformeerd. Vloeken in mijn bijzijn is niet gepast.
Mijn buurvrouw, rechts, heeft MS. Grappen over rolstoelen vind ik vreselijk.
Mijn buurman, links, is een Turk. Turken zijn helemaal niet lui! (En bovendien is het een christenturk.)
Mijn zoon is een criminele verslaafde. Het bewijs dat goede ouders ook een ramp kan overkomen.
Mijn schoonvader zijn vader is 103 geworden, terwijl hij zoop als een tempelier. Drank is dus helemaal niet slecht voor je.
Mijn werkgever is een enorme klootzak. Het kapitalisme moet nodig worden afgeschaft.
Ik zag een agent bij de patatzaak. Die gasten vreten van onze centen, en in onze tijd!
Mijn zwager was veganist en kreeg longkanker. Moet je maar vlees eten denk ik dan.