– Hallóóó!! Goeiesmorreges. Hahaha. Wat leuk man! Welkom in Vak-Q; het mooiste vak van ‘De Drentse Es’. Mijn naam is Karel, en jij was?
– Hallo, goedemorgen. Beuke is de naam. Pier Beuke.
– Whoehahaha!! Pier zeg je?? Mooi man. Bier? Pier?
– Nee, dank je hoor. Half tien is mij nog even te vroeg.
– Kom effe hier Pier, hihihi, gaat effe zitten man, gaat effe zitten. ‘Ans!!’ Hoe heet je vrouw?
– Marianne.
– Ans!! Loop effe naar de overkant, onze nieuwe buren zijn er. Ga effe hallo zeggen tegen Mar.
– Marianne.
– Pier, je hebt een goeie keuze gedaan jongen. De Drentse Es is helemaal top! Ik en Ans komen hier al 10 jaar. Net zolang de kinderen klein zijn.
– Ja, goede berichten van onze buren. Dus wij dachten, kom, reizen we richting Drachten.
– Huh? Drachten? We zitten hier bij Assen Pier.
– Ja, weet ik, maar voor ons was het dus richting Assen.
– Nou, Assen is anders echt een heel andere kant op hoor.
– Het was maar een grapje.
– Oh. Nou, maakt ook niet uit, we hebben allemaal wel wat. Jullie zijn trouwens mooi op tijd, zaterdagmiddag is het altijd bingo. In de grote Eik. Lache man! Altijd goed, mooie prijzen ook.
– Nou, wij moeten eerst de tent nog even opzetten, en dan ..
– Over die tent gesproken, die vouwwagen van je moet een metertje naar rechts.
– Oh, want?
– Nou, daar staat hij altijd. Dat is toch die vouwwagen van Tedje en Betje?
– Tedje en Betje?
– Ja, nee, ik bedoel van Theo en Beate. Dat komt, we geven elkaar hier altijd bijnamen, dat is de gewoonte.
– Oh, zo. Inderdaad, die vouwwagen is van Theo en Beate. Zij wonen bij ons in het dorp, en de kinderen gaan samen ..
– Nou, dan moet’ie dus naar rechts.
– Oh, ja. Naar rechts.
– Je boft trouwens wel hoor.
– Ja?
– Ja, voor hetzelfde geld hadden ze je in Vak-H gepleurd, doen ze vaker met nieuwelingen. Geen moer aan daar. Allemaal aso’s! Nee, hier zit je goed. Allemaal mensen die hier al jaren komen. Kennen mekaar, doen lekker mee met elkaar, hebben het gezellig met mekaar. Leuk man, echt vakantie hier. We delen alles hier. Nou ja, whoehahahaha, bijna alles dan hè. Pier! Hey, snappie hem? Bijna alles? Hey?
– Ja, ik snap hem Karel.
– Kratje!
– Hè?
– Karel is Kratje. Zo heet ik hier: Kratje. Ze noemen me hier Kratje. M’n bijnaam. Mooi hè?
– Ja, mooi hoor.
– Dat komt, ik ben een keer met me dronken kont dwars door een Bavaria krat gezakt. Die gebruikte ik als stoel.
– Ah.
– Lachen hè?
– Ja. Dat zal een klap gegeven hebben.
– Wacht effe, roep ik je vrouw effe, vindt ze leuk.
– Nou, dat weet ik niet hoor of ..
– Mar!! Hey!! Mar!! Kom er effe bij meid, ja jij! Ans ruimt de zooi straks wel op, doet ze hier ook altijd. Whoehahaha!! Die ken toch niet stilzitten.
– Ik denk dat ik Marianne eerst even help de tent opzetten Karel.
– Kratje!
– Ehh, ja, Kratje.
– Okay man, geen probleem. Nemen we straks wel effe een biertje. Voor de bingo, effe indrinken. Snappie? Hey, Pier?
– Nou, dan ga ik maar. Tot ziens hè.
– Ja, zie je later aan het water! Hey! Mooi hè? Niet ‘See you later alligator’, maar ‘zie je later aan het water’! Snappie hem? Hey? Pier?
– Ja, goed. Tot later dan maar.

****

– Ik wil hier weg Pier, nu!
– Ja, jezus Marianne, ik kan er ook niets aan doen hoor.
– Die gasten zijn gek! Wat is dit voor een godvergeten tokkie-land?! Die vent is nou al dronken!
– Ja, nou. Hij bedoelt het niet rot. We moeten het maar even …
– He-le-maal niet Pier Beuke! Nu, maintenant, vandaag, heute, hoor je me!
– Ja schat.
– Jij ook altijd met je goeie ideeën!
**