Dag: 29 januari 2011

Gegrilde Kip, Aardappelkoekjes en AppelCompote

Kip, ik heb er veel moeite mee. Ik eet geen KFC, neem nooit kip van een Chinees en eet geen kip in een restaurant. Kipfilet uit de supermarkt komt er hier niet in.
Kip is een product waar de bezwaren vanaf druipen.
Een kip is in onze wereld geen dier, een kip is een product.
Walgelijk.
Maar ja, ik vind kip wel heel lekker. Dus eten wij heel af en toe kip. Een hele gegrilde kip eten wij alleen wanneer de oudste dochter niet thuis is. Die werd vegetarisch toen wij in Friesland gingen wonen en zelf kipjes in de tuin hadden lopen.

Afijn, een kip koop je dus bij een eerlijke poelier. Of bij een boer.

De kip marineer je in een mengsel van het sap 2 citroenen, een beetje citroenrasp, een scheut olijfolie, zout, knoflook, rood pepertje en een eetlepel Italiaanse kruiden.
Zet de kip in een schaal een uurtje of wat voor het grillen in de marinade. Doe je de koelkast open? Smeer dan meteen de kip weer even in. Vergeet de binnenkant niet.

Haal de kip uit de marinade, zet de marinade naast je oven. De kip gaat een ruim uur in de oven in een braadslee, 200 tot 250 graden, ligt een beetje aan je oven. Begin op 200, is de kip nog niet bruin na 3 kwartier, ga dan door voor de hoofdprijs op 250 graden.
Iedere 10 minuten even de kip weer een beetje besmeren met marinade.

De appelcompote is even simpel als lekker. Een stuk op 8 lekkere frisse appels, schillen, in parten snijden, in een pan met een bodem water, het sap van een citroen, een theelepel kaneel en een paar scheppen suiker.
Aan de kook brengen, laag zetten en zonder deksel laten inkoken, 15-20 minuten.
Af laten koelen.

Aardappelkoekjes maak je van aardappelen. Dus hup, schil een pannetje en koken tot ze gaar zijn.
Fruit ondertussen een uitje, teentje knoflook, wat peterselie en een rode peper in een olie die je door de staafmixer hebt gehaald met een mooi stukje rode paprika.
Krijgt alles een fris tintje van.
Stamp de aardappelen, een fukse klont roomboter erbij, een vers eitje ploppen en het prutje er in. Roeren met een garde.
Smeer de puree uit over een plaat of plank met bakpapier er onder. Maak de plak een centimeter of 1,5-2 dik.
Als het afgekoeld is druk je er vormpjes uit. Rondjes met een glas bijvoorbeeld.

Doe bloem en paneermeel (maak paneermeel van vers geroosterd brood, lekker grof en geurig!) in aparte diepe borden, klop in een derde diep bord een ei los.
Haal de vormpjes eerst door de bloem, druk dat iets aan tussen de handen, haal ze door het ei en wentel ze daarna door het paneermeel.
Goudbruin bakken in roomboter. Een minuut of 2 per kant.

Eet lekker!

Vreselijke Dialogen: De Camping

– Hallóóó!! Goeiesmorreges. Hahaha. Wat leuk man! Welkom in Vak-Q; het mooiste vak van ‘De Drentse Es’. Mijn naam is Karel, en jij was?
– Hallo, goedemorgen. Beuke is de naam. Pier Beuke.
– Whoehahaha!! Pier zeg je?? Mooi man. Bier? Pier?
– Nee, dank je hoor. Half tien is mij nog even te vroeg.
– Kom effe hier Pier, hihihi, gaat effe zitten man, gaat effe zitten. ‘Ans!!’ Hoe heet je vrouw?
– Marianne.
– Ans!! Loop effe naar de overkant, onze nieuwe buren zijn er. Ga effe hallo zeggen tegen Mar.
– Marianne.
– Pier, je hebt een goeie keuze gedaan jongen. De Drentse Es is helemaal top! Ik en Ans komen hier al 10 jaar. Net zolang de kinderen klein zijn.
– Ja, goede berichten van onze buren. Dus wij dachten, kom, reizen we richting Drachten.
– Huh? Drachten? We zitten hier bij Assen Pier.
– Ja, weet ik, maar voor ons was het dus richting Assen.
– Nou, Assen is anders echt een heel andere kant op hoor.
– Het was maar een grapje.
– Oh. Nou, maakt ook niet uit, we hebben allemaal wel wat. Jullie zijn trouwens mooi op tijd, zaterdagmiddag is het altijd bingo. In de grote Eik. Lache man! Altijd goed, mooie prijzen ook.
– Nou, wij moeten eerst de tent nog even opzetten, en dan ..
– Over die tent gesproken, die vouwwagen van je moet een metertje naar rechts.
– Oh, want?
– Nou, daar staat hij altijd. Dat is toch die vouwwagen van Tedje en Betje?
– Tedje en Betje?
– Ja, nee, ik bedoel van Theo en Beate. Dat komt, we geven elkaar hier altijd bijnamen, dat is de gewoonte.
– Oh, zo. Inderdaad, die vouwwagen is van Theo en Beate. Zij wonen bij ons in het dorp, en de kinderen gaan samen ..
– Nou, dan moet’ie dus naar rechts.
– Oh, ja. Naar rechts.
– Je boft trouwens wel hoor.
– Ja?
– Ja, voor hetzelfde geld hadden ze je in Vak-H gepleurd, doen ze vaker met nieuwelingen. Geen moer aan daar. Allemaal aso’s! Nee, hier zit je goed. Allemaal mensen die hier al jaren komen. Kennen mekaar, doen lekker mee met elkaar, hebben het gezellig met mekaar. Leuk man, echt vakantie hier. We delen alles hier. Nou ja, whoehahahaha, bijna alles dan hè. Pier! Hey, snappie hem? Bijna alles? Hey?
– Ja, ik snap hem Karel.
– Kratje!
– Hè?
– Karel is Kratje. Zo heet ik hier: Kratje. Ze noemen me hier Kratje. M’n bijnaam. Mooi hè?
– Ja, mooi hoor.
– Dat komt, ik ben een keer met me dronken kont dwars door een Bavaria krat gezakt. Die gebruikte ik als stoel.
– Ah.
– Lachen hè?
– Ja. Dat zal een klap gegeven hebben.
– Wacht effe, roep ik je vrouw effe, vindt ze leuk.
– Nou, dat weet ik niet hoor of ..
– Mar!! Hey!! Mar!! Kom er effe bij meid, ja jij! Ans ruimt de zooi straks wel op, doet ze hier ook altijd. Whoehahaha!! Die ken toch niet stilzitten.
– Ik denk dat ik Marianne eerst even help de tent opzetten Karel.
– Kratje!
– Ehh, ja, Kratje.
– Okay man, geen probleem. Nemen we straks wel effe een biertje. Voor de bingo, effe indrinken. Snappie? Hey, Pier?
– Nou, dan ga ik maar. Tot ziens hè.
– Ja, zie je later aan het water! Hey! Mooi hè? Niet ‘See you later alligator’, maar ‘zie je later aan het water’! Snappie hem? Hey? Pier?
– Ja, goed. Tot later dan maar.

****

– Ik wil hier weg Pier, nu!
– Ja, jezus Marianne, ik kan er ook niets aan doen hoor.
– Die gasten zijn gek! Wat is dit voor een godvergeten tokkie-land?! Die vent is nou al dronken!
– Ja, nou. Hij bedoelt het niet rot. We moeten het maar even …
– He-le-maal niet Pier Beuke! Nu, maintenant, vandaag, heute, hoor je me!
– Ja schat.
– Jij ook altijd met je goeie ideeën!
**

Peter Breedveld?

Bolsward 28 januari 2011.

– Dag mevrouw, wat vindt u van de zaak Peter Breedveld?
– Wie?
– Peter Breedveld. Die man die die tweet verstuurde over de taliban en PVV.
– Tweet?
– Ta, u weet wel, een bericht dat je verstuurd via Twitter.
– Twitter?
– Ja.
– Meneer, ik heb wel wat anders te doen, goedemiddag!
**

– Dag meneer, wat vindt u van de zaak Peter Breedveld?
– Welke zaak is dat?
– Over die tweet.
– Een zaak in tweed? Zo, nou, gedurfd. Ik wist niet eens dat dat nog bestond; tweed. Waar zit die zaak? Is die soms in plaats van IJsema gekomen? Want die is er mee opgehouden hoorde ik. Dat komt, ik zit in de sponsorcommissie van de voetbal, en IJsema sponsort niet meer. Hij ging stoppen. Dat zegt hij dan hè.
– Nee, geen tweed, een tweet! Zo’n berichtje via Twitter.
– Huh?
– Peter Breedveld verstuurde een nogal foute grap over de taliban en de PVV.
– Gaat het over internet?
– Ja, over Twitter.
– Oh, nou, dat heb ik niet hoor. Dan moet je mijn zoon maar eens vragen. Die heeft daar verstand van. Maar ja, die zit nou in het buitenland, voor z’n werk.
– Goed, dan gaan wij even naar een ander.
– Ja, goedemiddag. Hey, komt dit op televisie trouwens?
– Nee hoor, het is voor een blog.
– Een wat?
**

– Goedemiddag jongeman, wat vind jij van de zaak Peter Breedveld?
– Fuck it man!
– Vind jij zo’n tweet grappig?
– Hey, fuck it man! Ik maak geen grappen ja?!
– Maar, wat vind je dan van die tweet?
– Die verotte chick moet der bek houwe ja! Ik heb niks gedaan jonge!
– Ik heb het over Peter Breedveld.
– O ja, wat moet die gozer dan man! Zeg hem dat ik hem doodschiet ja! Astie in de buurt van mij komt schiet ik hem dood ja! Ik heb een gun jongen!!
**