‘Worden veel problemen nu veroorzaakt omdat de overheid geen verantwoordelijkheid neemt of moet de burger zich eens wat verantwoordelijker opstellen?’
Het is een vraag die mij al tijden bezighoudt. Probleem daarbij is dat zo’n vraag veel te veel omvat. Deze vraag raakt aan alles. Kwaliteit van onderwijs, het milieu, integratie, ik bedoel: waar kun je deze vraag niet op toepassen?
De overheid wil graag burgers op hun ‘verantwoordelijkheden’ wijzen, burgers zeggen dat de overheid ‘haar werk’ moet doen.
Mij helpt het soms om hele grote vraagstukken kleiner te maken. Te vergelijken met iets anders, iets wat ik kan overzien en bevatten.
Vandaar dat ik hier de vrijheid neem om de BV Nederland te vergelijken met een kleinstedelijke voetbalvereniging met 500 leden.
Die 500 leden zijn allemaal vrijwillige lid. Zij hebben er allemaal voor gekozen om een verbinding aan te gaan met de club. Dat hebben zij voor op burgers van een land. Ik bedoel; lid worden is een keuze, als burger word je geboren.
Een vereniging ‘is’ van de leden. De leden betalen een financiële bijdrage aan de vereniging om de activiteiten mogelijk te maken. De leden bepalen, door middel van overleg en stemmen, het beleid van de vereniging. Een aantal gekozen leden zorgen er voor dat beleid wordt ontwikkeld en dat de vereniging wordt bestuurd en dat de activiteiten worden georganiseerd. Het bestuur wordt gecontroleerd door de leden. Doen de bestuursleden niet wat is afgesproken of in beleidsplannen is vastgelegd, of zij maken er een bende van, dan sturen de leden het bestuur naar huis, of kiezen bij eerste gelegenheid nieuwe bestuursleden die wel doen wat zij moeten doen. Nou ja, waarvan de leden verwachten dat zij wel doen wat zij moeten doen.
Het is net een heel piepklein landje met een mini-regering, zo’n vereniging.
Alle enorme problemen die zich in een land afspelen, kom je ook, zei het in het piepklein tegen in een vereniging.
Kijk bijvoorbeeld eens naar het kiezen en besturen. Van de 500 leden van deze voetbalvereniging komen er nog geen 25 op de jaarlijkse ledenvergadering. Het kost enorme inspanningen om mensen te interesseren een rol te spelen in het besturen van de vereniging. Niet meer dan 20% van alle leden is bereid om een actieve rol in de vereniging te spelen, niet in een bestuurlijke rol, maar bijvoorbeeld om de jeugd te begeleiden, te coachen, te rijden naar uitwedstrijden, een was te draaien. Van die dingen.
Mijn conclusie is dat de meeste leden van de voetbalvereniging wel de VOORDELEN van het lidmaatschap van de vereniging wil, namelijk het in vereniging kunnen uitoefenen van hun (team!)sport, maar slechts weinigen bereid zijn om EEN INSPANNING te leveren die de vereniging helpt die activiteiten te verwezenlijken.
Herkent u dat ook?
Overigens kan ik u als ervaringsdeskundige vertellen dat ook in de vereniging geldt dat niet het beste plan tot beleid wordt verheven, maar het plan van hij/zij met de meeste sympathisanten of aan financiële bijdragen gelieerde macht.
Of; simpelweg wordt het plan van degene die zich het beste schriftelijk en mondeling weet uit te drukken omhelst. Het staat er zo mooi, het zal dus wel goed zijn. Of; er is zo veel energie ingestopt. Of; tja, hij werkt bij een notariskantoor, dus hij zal het wel weten!
Daarbij is het gemiddelde lid niet kritisch. Slechts weinige leden lezen überhaupt beleidsvoorstellen of beleidsplannen. De kritische geesten die er zijn worden vrij gemakkelijk weggedrukt. Het zijn eenlingen, die wanneer zij te vaak de vraag herhalen omdat zij wel een response, maar geen antwoord op hun vragen krijgen, door de anderen tot zwijgen worden gebracht.
‘Doe jij eens niet zo moeilijk!’
In de regel weten de individuele leden weinig van beleid want het interesseert hen nauwelijks. De leden wensen zich ook niet aan beleid te houden. Over het algemeen wordt daar nogal neerbuigend over gedaan. ‘Wat hebben ‘ze’ nou weer bedacht?’ en ‘Ach, hebben ‘ze’ weer es vergaderd?’ hoor je op het veld.
‘Ze’ snappen de praktijk niet, is er ook zo eentje.
De leden van de vereniging leveren dus nauwelijks een bijdrage aan de ontwikkeling van beleid, maar pretenderen daarentegen wel te weten hoe de vereniging de activiteiten het beste in kan richten en gaan dus, waar zij de kans krijgen, hun eigen gang. Volgens eigen regels.
Komt u dat ook bekend voor?
Maar wat nu wanneer het gedrag van de individuele leden, die zich niets gelegen laten aan de afspraken die zijn gemaakt, de uitvoering van de sport begint te frustreren?
Dan gaan de leden klagen. En nee, de leden gaan niet de leden die de overlast bezorgen aanspreken. En nee, er wordt niet met elkaar overlegt. En nee, er worden geen oplossingen bedacht. Er wordt geklaagd.
Bij het bestuur van de vereniging.
De vraag die indringend gesteld gaat worden is: ‘Zeg, bestuur, wat gaan JULLIE doen om dit probleem op te lossen? Want JULLIE zijn het bestuur. JULLIE moeten maatregelen nemen. Het is JULLIE verantwoordelijkheid.’
Wat ik hier beschrijf is geen aanname of interpretatie, het is ervaring. Dit weet ik. Hoe dat op landelijk niveau werkt weet ik uiteraard helemaal niet, daar is de vraag te groot, en ben ik te klein voor.
Maar, zegt u er eens iets van.
Is het het beeld dat je krijgt wanneer je in dit stukje ‘vereniging’ vervangt door ‘de maatschappij’ en de ‘leden’ door ‘burgers’ erg ver van de realiteit verwijderd?