Dag: 3 november 2010

Pannenkoeken (maar dan effe anders)

Pannenkoeken, heerlijk. Niet van het een of andere kant en klaar beslagje, dat is echt onzin! Gewoon, bloem, eieren, melk en een beetje zout. maar goed, dat weet iedereen zo langzamerhand. Waar het hier om gaat is een vegetarische pannenkoek die ik bedacht voor dochterlief. Omdat ze zo gek is op de smaak van Italië. 

Maak beslag!
(Ik hoef het toch niet uit te leggen he? Gewoon, bloem met wat zout in een kom, melk erbij, roeren, paar eieren, roeren en met melk tot de juiste dikte aanlengen.)
Maak je pannenkoeken voor jou en de hele kleintjes? Deel het beslag in 2 porties. Doe voor de kids eventueel wat kaneel door het beslag, vinden ze lekker.

Snijd een sjalotje, een handje verse basilicum, een bosje peterselie, een teentje knoflook, een paar olijven en een rood pepertje.
Bak de ui en knoflook glazig in wat olijfolie. GLAZIG dus. Wordt het lekker zoet van, bruin maakt bitter.
Snijdt ondertussen een paar tros-tomaatjes in vieren, verwijder zaad en vruchtvlees. Snijd de delen in kleine reepjes.

Doe de gesneden kruiden, olijven en het pepertje plus tomaatjes in de pan bij de ui, laat even sudderen.
Af laten koelen in een schaaltje, daarna bij het beslag. Even roeren.
Zeg nu zelf, wat een vrolijk beslagje!

De pannenkoeken bak je als alle andere pannenkoeken.
Je belegt de pannenkoek als alle andere pannenkoeken, met stroop.
Of je bestrooit de pannenkoek – na het draaien – met wat verse parmezaan!

Eet lekker!

Blijf maar even liggen, er komt er geloof ik nóg één!

Van de 180.000 gezonde, voldragen baby’s in Nederland – baby’s met aangeboren afwijkingen niet meegerekend – sterven er 450 tijdens, of net na de bevalling.
Het Nederlandse systeem van thuisbevallen met behulp van verloskundigen zou daar een negatieve factor in zijn, zo wijst onderzoek uit.
Vanaf nu dan maar naar de gynaecoloog in plaats van de verloskundige?
Ik weet het niet, maar weet wel waarom wij blij waren dat we destijds voor de thuisbevalling hebben gekozen. 

Onze eerste dochter kondigde zich ‘s avonds laat aan en werd uiteindelijk de volgende morgen vroeg geboren. Tijdens de bevalling waren wij verhuisd naar het ziekenhuis, dochterlief meende te moeten poepen voor zij ter wereld was, en dat bleek nogal een risico te zijn.
De rit met eigen auto naar het ziekenhuis was een belevenis. Voor mij een bizarre, voor vrouw Quest vooral een angstige en pijnlijke. Onze dochter kwam een uurtje later overigens gezond ter wereld.
Niets aan het handje, hoewel ik mij voor kan stellen dat het, gezien de ontwikkelingen, handiger was geweest wanneer wij de rit niet hadden hoeven maken, de tijd niet hadden hoeven verliezen en direct onder controle van de gynaecoloog hadden gestaan.

De volgende zwangerschap en bevalling is waar ik aan moet denken bij het lezen van het NRC artikel.
Wij waren aangesloten bij een verloskundige praktijk van twee verloskundigen.
Hartstikke prima professionals hoor, al vertelde de ene verloskundige altijd dat het hartje van de baby lekker snel ging, en de ander juist dat het zo lekker rustig klopte.
Dat klopte niet helemaal, vonden wij. Een alarmbelletje deed dat niet bij ons rinkelen trouwens.

Met een ballonbuik van acht maanden stuiterde vrouw Quest thuis van de trap. Stuiteren, van op je stuitje.
Bom, bom, bom, bom, rommelbombombom, zo klonk het door huize Quest.
Jezus!!! Bloed?? Nee, gelukkig niet. Pijn? Nee, schrik, dat wel. Alles heel? Alles heel.
Voor de zekerheid toch maar even gebeld, even laten kijken, vooral omdat je de bevestiging wilt dat alles ok is. En alles was ok.

Een maand later, precies op de uitgerekende dag (en weer zo fokking vroeg!) kwam de bevalling.
Een wolk van een dochter werd geboren. Wij riepen haar naam en verwelkomden haar.
De verloskundige was niet erg enthousiast viel ons op. Niet dat zij de indruk maakte zich zorgen te maken over onze dochter, maar zij vond haar toch wat klein, ze had, zeg maar, ‘meer verwacht’.
Even kijken, even voelen.
Daarna, tegen vrouw Quest: ‘Blijf maar even liggen, er komt er geloof ik nog één.’ En tegen mij: ‘Wil jij even mijn collega bellen, het wordt wat druk hier.’
Een half uur later had ik er een zoon bij. Eigenwijs als hij nog steeds is had hij besloten om eerst met zijn kont te voelen hoe het daarbuiten was, niet wetend dat dit niet de meest handige en veilige manier is om ter wereld te komen. Maar, ook dat verliep verder prima.
Twee lieve, mooie en gezonde kinderen.
Wij wisten niet dat we een tweeling gingen krijgen, improvisatie was geboden maar: het maakte ons niet uit.
Wij waren en zijn dolgelukkig met die twee.

Nu mijn punt.
Hoe anders was het geweest en hoe anders had het gelopen wanneer wij wel een echo hadden gehad? Wanneer wij wel hadden geweten dat we een tweeling zouden krijgen? Wanneer de zwangerschap wel met een verhoogd risico labeltje was getooid?
Had vrouw Quest zich dan even onbezorgd gevoeld die negen maanden?
Zou zij, na de val van de trap, nog even vrolijk, frank en vrij hebben mogen rondlopen?
Zouden wij net zo onbezorgd en in blijde verwachting zijn geweest?
Eigenlijk denk ik van niet.

Ik bedoel te zeggen dat het kunnen beperken van risico’s uiteraard een zege van de welvaart en vooruitgang is.
Maar wij zijn altijd erg blij geweest dat we zo heerlijk, aangenaam en bijzonder verrast werden.