Dag: 12 oktober 2010

Pornoficatie van zelfmoord

Vanmiddag bekeek ik een filmpje. Niet zo maar een filmpje. Op het filmpje is te zien hoe een jongeman zichzelf voor de camera’s ophangt, hoe hij sterft en hoe de politie hem (dood) vindt. Het filmpje eindigt wanneer een politieagent de draaiende camera opmerkt en stopzet.

Het was de tweede keer dat ik letterlijk ziek werd van het kijken naar een video fragment op het Internet. De eerste keer waren het de beelden (en geluiden) van het door islamitische terroristen doorsnijden van de keel van een Amerikaanse soldaat.
Deze keer gebeurde mij naast het fysieke onwel worden nog iets anders; ik voelde mij ontheemd.
Het was alsof ik met een ruk uit mijn eigen context werd getrokken. Ik voelde mij een vreemde in de mij zo bekende en vertrouwde omgeving die het Internet heet.

Op de website waar het filmpje te zien is wordt de video aangekondigd met ‘Hip: zelfmoord opnemen‘, waarna  wordt vastgesteld dat de Zweedse jongeman (met name genoemd) ‘best wel 2.0 is‘.
Je zou bijna gaan denken dat het hier een parodie betreft, een satire. De website vermeldt ook dat het vastleggen van de zelfmoord op het Internet ‘handig voor het nageslacht‘ is.

Mijn verwarring komt niet voort uit de schok die de beelden bij mij teweeg brengen. Ik voel ook geen verontwaardiging omdat dit op het Internet te vinden is, of dat het kan. Of dat het mag.
Het is niet de vrijheid en de mogelijkheden die mensen vandaag hebben om hun eigen dood op camera vast te leggen en met de wereld te delen die ik ter discussie wil stellen.
Ik vraag mij niet af of het moet, of dat het kan.
Meer of het moet, omdat het kan.

Wat ik mis is een doel. Wat is de boodschap die dit filmfragment ons brengt, of zou moeten brengen?.
Moet het ons behoeden voor zelfmoord?
Is het ter afschrikking?
Is het ter nagedachtenis? Uit respect? Als troost?
Wat is nu de betekenis, de bedoeling of de boodschap?
Moet er een taboe worden doorbroken dan misschien?

Ik kom niet verder dan dat het ‘pornoficatie’ moet zijn.
Geplaatst met geen ander doel dan ons ‘op te winden’ en te ‘vermaken’ met beelden die de meeste mensen in het dagelijks leven -in dit geval gelukkig- bespaard zullen blijven.
En net als porno de seksuele daad toont, zo wordt hier op een platte, van emotie en menselijkheid ontdane wijze getoond hoe een jong mens een einde aan zijn leven maakt.

Ik vrees dat beelden als deze snel in aantal gaan toenemen.
En, omdat het altijd erger kan, en dus moet, is het wachten op de close up van een jonge vrouw die, met haar baby van 6 maanden in haar ene, en haar zoon van 3 aan haar andere arm uiteen spat tegen een aanstormende trein.
Misselijk makende horror die ik schets?
Ja.
Maar het gebeurt wel degelijk.
Het is wellicht alleen nog niet op camera vastgelegd.

Poepen

Henk Kroezemeijer kon niet poepen. Wanneer je, op willekeurig welk tijdstip van de dag dan ook, aan Henk Kroezemeijer vroeg hoe het ging dan antwoordde hij: ‘Ik wou dat ik maar kon poepen!’
Dat het poepen Henk Kroezemeijer niet wilde lukken was niet iets dat hij alleen aan iedereen vertelde, Henk Kroezemeijer maakte ook op andere wijze luid en duidelijk kenbaar dat hij niet kon poepen.
Henk Kroezemeijer woonde zo’n beetje op het toilet, waarvan hij de deur steevast wijd open liet staan en waar hij op zeer luidruchtige toon het persen bedreef. ‘Hhhhnnnnnnnnngggggggggggggggggggggg!!!’, klonk het door de gangen en huiskamer van de Eikenboom.
Wanneer iemand het gekreun en gesteun onderbrak door te vragen of Henk Kroezemeijer al eens klaar was dan klonk een benepen: ‘Ik kan niet poepen!’, gevolgd door een wederom langgerekt: ‘hhhhnnnnnnggggggg!!’

Henk Kroezemeijer was ook een beetje doof, een handicap die hem goed uitkwam omdat dit de weg opende naar een standaard antwoord op iedere poging verbaal contact met hem te maken.
Vroeg iemand aan Henk Kroezemeijer of hij de melk door kon geven, dan antwoordde Henk Kroezemeijer: ‘Ik kan niet poepen!’ Wanneer een bezoeker zich voorstelde als mevrouw die-en-die, dan bracht Henk Kroezemeijer zijn linkerhand naar zijn oorschelp, trok de gast met de rechterhand iets dichterbij en schreeuwde: ‘Goed dokter, ik kan alleen niet poepen!!’
Piet, die bij Henk Kroezemeijer aan tafel zat, beet hem eens toe: ‘G-g-god-vere-domme vent!! W-w-wees b-blij dat je n-niet b-buiten h-h-hoeft te schijten! J-j-je zou n-nog een g-griep op j-je h-hol oplopen!’
‘Goed hoor!’, reageerde Henk Kroezemeijer, ‘ik kan alleen niet poepen!’

Tony Judt en de ondergang van de sociaal democratie

“The paradox of the welfare state, and indeed of all the social democratic (and Christian Democratic) states of Europe, was quite simply that their success would over time undermine their appeal. The generation that remembered the 1930s was understandably the most committed to preserving institutions and systems of taxation, social service, and public provision that they saw as bulwarks against a return to the horrors of the past. But their successors—even in Sweden—began to forget why they had sought such security in the first place.”

Een fragment uit de laatste openbare lezing van Tony Judt, Brits historicus, schrijver en hoogleraar.
Gisteravond waren er fragmenten te zien in Tegenlicht van de VPRO.
De hele lezing getiteld ‘What Is Living and What Is Dead in Social Democracy?‘ kunt u hier teruglezen. In het Engels, een goede vertaling kan ik niet vinden.

Het is een indrukwekkende lezing.
Over hoe de sociaal-democratie aan zijn eigen succes ten onder is gegaan.
Ik raad hem u van harte aan.

Tony Judt overleed in augustus van dit jaar aan de spierziekte ALS.