Dag: 7 oktober 2010

BJJJAND!!!

Ja, Berend weet het wel. Lachen om een ander z’n gebrek is vaak niet grappig. Maar, het leidt wel tot heel grappige situaties. Wat te denken van een instructie brandpreventie door een man de de ‘r’ nog rottiger uitspreekt dan Petejj Ejj de Vjjies?

‘Goedemojjegen! Mijn naam is Kees Stjjikwejjda en ik ben van de Vjjijwillige Bjjandweejj. Vandaag zijn wij hiejj bijeen om te oefenen hoe te handelen in geval van bjjand.
De eejjste vjjaag is natuujjijk: wat doen we wanneejj u bjjand constateejjd?’
‘Wat??’
‘Wat doet u wanneer u bjjand constateejjd!’
‘Sorry hoor, nog een keer: wat?’
‘Wat doet u bij bjjand!’
‘Blussen?’
‘Neen!! U slaat als eejjste alajjm!’
‘Wat slaat u??’
‘AL-A-JJM!’
‘U slaat dus alajjm! U dient dus te weten waar de bjjandmeldejjs zich in het pand bevinden. Maajj, u jjoept andejjs gewoon heel hajjd: BJJAND!’
‘Wat roep ik??’
‘BJJAND GODVEJJDOMME!!’

Pokkepaal!

Pok!
Zo klonk het ongeveer. Het rechter voorscherm van de oude Buick tegen de nog veel oudere gietijzeren paal. De Buick een deuk, de paal bij de voet afgebroken en geveld.
Een luidruchtig, rosé drinkend gezelschap op het naastgelegen terras was een moment stil. Er riep iemand ‘ohhh’ en er riep een ander ‘aahh’, maar al snel vond men de weg terug naar het ritueel uitdrinken van een scheidende collega.

Vrouw Quest voelt op momenten als deze feilloos aan dat een deuk in de Buick veel gemakkelijker te repareren is dan de deuk in het ego van heer Quest. ‘Ah joh, Shit happens’, riep ze vrolijk en zocht naar het tafeltje met de minste wind en de meeste zon. De kinderen fladderden de speeltuin in. Het team aan de grootste terrastafel lachte om de volgende slechte grap. Een koekoek liet zich horen maar niet zien.
De hemel boven Friesland was stralend blauw. Op één klein wolkje na.
Het donderwolkje boven het hoofd van Berend Quest.

‘Die paal is wel stuk’, zei de oude vrouw die klaarblijkelijk de eigenaresse van de gietijzeren paal was. ‘Tsja, niet dat het nu een nieuwe paal is, maar hij is wel stuk’, ging de vrouw verder.
Ondanks het ontbreken van een vraag antwoordde ik de vrouw: ‘Wel mevrouw, ik ben verzekerd. Dus wanneer u er iets mee wilt dan regelen we dat, geen probleem. Daar heb je een verzekering voor.’
‘Nou, daar gaat het nu niet om’, sprak de vrouw. ‘Het is een oude paal maar we zouden hem gaan opknappen. Ik wilde hem eerst wegdoen, maar een paar jaar geleden kreeg ik toch 1000 gulden geboden voor die drie palen, dus ja, ik dacht: nou, dan moeten we ze misschien maar opknappen he. Maar, niet nu. Dus ja, het komt nu eigenlijk niet uit he.’
‘Nee, het komt nooit uit mevrouw. Maar, zoals ik al zei: ik ben verzekerd.’
‘Ja, maar goed, (zucht), zag u hem dan niet?’
‘Pardon?’
‘Zag u die paal dan niet?’
‘Mevrouw, wat denkt u zelf?’
‘Reed u dan zo hard?’
‘Nee mevrouw, ik parkeerde achteruit uw erf af, ik stond bijna stil.’
‘Dat u hem dan niet zag! Is het die grote auto? Heeft u hem nog niet zolang dan? Dat u hem niet zag?’
‘Mevrouw, wat wilt u nu van mij horen??’
‘Nou ja, het is een grote paal. Die breekt toch niet zomaar af? zag u hem dan niet? Rijdt u er soms niet zo vaak in? In die grote auto? Dat u die paal niet zag?’
‘Mevrouw, ik ben verzekerd, de schade kan dus geregeld worden.’
‘Ja maar ik wilde die palen nu nog niet opknappen he. Nou, ik overleg het wel even met mijn zoon. Dan moet hij maar even kijken.’

Uit het kleine donderwolkje viel zachtjes zure regen.

Ich träumte, ich war ein Berliner

Voor het replica huisje op Checkpoint Charlie danst een neger in uniform een slapstick achtige dans. Bijna manisch blaast hij daarbij op een oud en gekreukeld trompetje.
Vanaf de nu houten muren met geplakte graffiti kijken rennende Oost Berlijners achterom, naar huis.
Drie Trabantjes worden aangeduwd door een groep in lederhosen gestoken bierbuiken. Petjes met veren.

Ik koop een Bugatti Veyron van een voormalig Stasi officier in een steegje aan de Friedrichstraße, het geld komt wel, zegt hij. ‘Benzina! Benzina!’, klinkt een zachte vrouwenstem. Maar in de straten van Oost Berlijn kan ik alleen drankstations vinden. ‘Original Ost Schnapps, Benzin Für Männer!’, schreeuwen de uithangborden.

De ingestapte zwerver met het manke been stinkt zo verschrikkelijk dat ik kokhalzend uit de auto rol. Station Ostkreutz ga ik niet binnen, het omarmd mij en zuigt mij in een bedompte, grijze tunnel.
De stank van de zwerver gaat over in de geur van Schweingebrat met kartoffeln en verschraalt bier.

Dan nog slechts de geur van vuur en het gebulder van vallend steen, het geschreeuw van vrouwen en het loeien van luchtalarm.
‘Hier, snel!!’, een vrouw wenkt mij vanachter een zware gietijzeren deur.
Achter haar zie ik een rode gloed van vuur, Kurt Prüfer van Topf und Söhne legt zijn hand op mijn schouder en zegt dat ik echt niets te vrezen heb.
Een Duitse herdershond zakt jankend ineen terwijl zijn baas grimmig lachend zich een kogel door het hoofd jaagt.