7 November vorig jaar werd de 14-jarige Dirk Post
doodgeknuppelddoodgestoken in het Urker bos.
5 Oktober begint, achter gesloten deuren, de rechtszaak.
De verdediging van de nu 16-jarige hoofdverdachte is ter hand genomen door een gerenommeerd advocatenkantoor uit Amsterdam.
En hoe misselijkmakend de daad ook is, wanneer de advocaten de mogelijkheid zien om de verdachte vrij te krijgen, zullen zij die kans grijpen.
Of de verdachte schuldig is of niet doet voor advocaten niet ter zake.
Onze ziel ligt in handen van God, maar ook op Urk wordt voor de vrijheid liever de duivel ingehuurd.
De titel van het artikel in ‘Op Urk‘ illustreert meteen de schrijnende hypocrisie waar ik in dit stuk tegenaan klap.
‘Verdediging gelooft in kansen hoofdverdachte’
Alsof het een voetbalwedstrijd betreft.
Volgens de verdediging is er dus een kans dat de hoofdverdachte geloofd wordt.
De verdediging gelooft dat er een kans is dat zij de verdachte vrij kunnen krijgen.
Of: ‘Tja, het zal kiele-kiele zijn, maar we maken een kans!’
De hoofdverdachte was, tot vlak voor de moord, een vriend van het slachtoffer.
De onmin tussen beide jongens werd veroorzaakt door het feit dat zij beiden verliefd waren op hetzelfde meisje.
‘Ik vermoord hem!’, heeft de verdachte tegen zijn vrienden geroepen.
En, samen met 2 medeverdachten is de hoofdverdachte die bewuste dag gezien terwijl zij het Urker bos in liepen.
Of de hoofdverdachte het gedaan heeft? Ik weet het niet.
Wat ik wel weet is dat er een 14-jarige jongen is doodgeslagen doodgestoken.
En dat de dader daarvoor gestraft moet worden. Uit onze maatschappij moet worden verwijderd.
Maar daar gaat het bij dit proces niet meer om.
De verdediging is op zoek naar manieren om een ‘ander scenario’ aannemelijk te maken.
Om de advocaat te citeren: ‘Het is niet zo dat hij zegt dat hij er helemaal niets van af weet. Hij komt met een ander scenario.’
Of een andere, boekdelen sprekende quote uit het Op Urk artikel: ‘Lochs durft niet te zeggen dat haar collega voldoende ‘aanknopingspunten’ heeft verzameld om aan te tonen dat hun scenario klopt. ‘Maar we denken dat we vraagtekens kunnen zetten bij het scenario van het OM‘.
Het is Lochs er blijkbaar niet om te doen aan te tonen dat zij de waarheid kennen, in de onschuld van de verdachte geloven, een justitiële blunder willen voorkomen of erger, willen voorkomen dat een moordenaar op vrije voeten rond blijft lopen, nee, het gaat er om voldoende twijfel te zaaien zodat een rechter niet tot een veroordeling kan komen.
Ja natuurlijk weet ik wel dat het zo werkt.
Dat een advocaat ingehuurd wordt om zijn best te doen op te komen voor de belangen van zijn cliënt.
En dat het belang van die cliënt, zoals die cliënt dat ervaart, leidend is.
Maar ik vraag me wel af hoe dat onderdeel is opgenomen in de studie.
Waarachter je je als advocaat verschuilt als je ‘s avonds in de spiegel kijkt.
‘Iemand moest het doen?’
‘Ik heb geen wet overtreden?’
‘Ik heb de regels eerbiedigd?’
‘Als ik mijn cliënt, ook al is hij schuldig, vrij weet te pleiten, dan heeft het OM gefaald?’
Hoe doe je dat toch?