Washington, Ronald Reagan Airport, 15 augustus 2009

Ik hoorde de laatste boarding oproep voor vlucht 6739 van Delta Airlines door de hal en versnelde mijn pas. Tien minuten later zakte ik tevreden neer in de business class, links in het vliegtuig, aan het raam. Een tussenstop op JFK was onvermijdelijk, maar over elf en een half uur zou ik landen in Amsterdam.
Amsterdam, ik verheugde mij meer op het weerzien met de stad dan op de uit te voeren opdracht. Ik wist dat ik deze opdracht mede had gekregen omdat ik als zoon van Nederlandse immigranten de taal en cultuur beter begreep dan wie dan ook binnen de dienst, maar het maakte mij niet uit. Een paar dagen Amsterdam, niet iedereen kreeg die kans.

Eenmaal in de lucht pakte ik mijn lederen tas, legde de laptop op de lege stoel naast mij en pakte de bruine dossiermap. Ik zou het dossier grondig bestuderen en mij de inhoud eigen maken. Ik stond bekend om een grondige dossierkennis en mijn vermogen om belangrijke details te herkennen in eindeloze stapels papier. En als de CIA ergens goed in was, dan was het wel in het produceren en verzamelen van papier, bergen papier. Ook dit dossier was in de paar weken van zijn bestaan al uitgegroeid tot een kleine tweehonderd pagina’s.
Ik hield het dossier dichtgeklapt op mijn schoot liggen tot de stewardess langs geweest was met de lunch. Ik at een broodje kipfilet, dronk koffie en nadat in een tweede ronde de lege bladen weer waren opgehaald opende ik het dossier.

Uiteraard had ik al een uitgebreide briefing in Langley achter de rug. Voor ik begon te lezen liet ik het verhaal nog eens in mijn hoofd voorbij komen. Elisabeth Scheepers, een 24-jarige studente journalistiek uit Amstelveen, dochter van een provinciale politicus, was na een bezoek aan een tentoonstelling in Mexico City ziek geworden. De reis was een prijs die Elisabeth Scheepers had gewonnen na het schrijven van een serie over internationale handelsbetrekkingen. Zij had matige griepverschijnselen maar op aandringen van haar broer Antoine, viroloog aan het AMC te Amsterdam, was haar bloed onderzocht. Antoine Scheepers had Ilse, zoals Elisabeth door intimi werd genoemd er van overtuigd dat zij het risico op een vreemde virale besmetting in Mexico niet mocht onderschatten.
Uiteraard was de CIA niet vanwege dit griepje geïnteresseerd geraakt in Ilse Scheepers. Ook de constatering dat dit een nieuwe mutatie van de het bekende Influenza virus betrof was voor de CIA geen reden er een agent voor vrij te maken. Wat wel de aandacht van de CIA had getrokken was het gegeven dat er sporen van synthetische eiwitten in het virus aanwezig waren en dat Ilse Scheepers het virus bijna zeker tijdens haar bezoek aan de tentoonstelling in Mexico City had opgelopen. Die tentoonstelling, ter ere van het 20 jarige bestaan van de NAFTA, was immers niet alleen bezocht door Ilse Scheepers en door een grote delegatie van het Amerikaanse ministerie van handel, maar ook door de meest machtige man van de wereld: de president van de Verenigde Staten van Amerika. En alhoewel niemand van de delegatie verder ziekteverschijnselen had gekregen waren er voldoende alarmbellen gaan rinkelen en was er een dossier aangelegd. Toen er na enkele weken steeds meer ziektegevallen opdoken was besloten iemand naar Amsterdam te sturen.

De infectie was inmiddels ‘Mexicaanse Griep’ gedoopt. Volgens mijn informatie waren er nu een kleine duizend gevallen vastgesteld, waarbij opviel dat alleen die van Ilse Scheepers gerelateerd kon worden aan Mexico, en geen van de andere gevallen aan Ilse Scheepers.
Het kwam bijna niet voor dat er van een nieuwe virus variant een ‘Victim Zero’ gevonden werd, maar in dit geval, met sporen van synthetische eiwitten in het virus, was het helemaal een meevaller. De synthetische eiwitten toonden onomstotelijk aan dat er menselijk handelen in het spel moest zijn. Iemand had deze griep niet veroorzaakt, maar gecreëerd. Daarnaast was het virus als eerste opgedoken in de directe nabijheid van de president van de Verenigde Staten. Terroristische motieven waren dus zeker niet uitgesloten.

In het dossier las ik dat Ilse Scheepers was opgeknapt na een behandeling met Influenza-Z, een nieuw virus bestrijdend middel van Zillinger, een Amerikaanse farmaceut. Het was ook Zillinger die het vaccin waarmee de voltallige Amerikaanse regering inmiddels was behandeld had geleverd. Ik had verder geen verstand van virussen, maar de snelheid waarmee Zillinger een vaccin had weten te produceren vond ik opvallend.

Mijn opdracht was helder. Ik zou met Ilse Scheepers contact hebben en een zo gedetailleerd mogelijke reconstructie van haar gangen maken. Vanaf het moment dat zij haar huis verliet op weg naar de NAFTA tentoonstelling, tot aan het moment dat zij terug was in Amstelveen en ziek werd. Daarnaast moest kunnen worden aangetoond dat er een relatie was bestond tussen de besmetting van Ilse Scheepers en de andere besmettingen. Zo niet dan moest uitgezocht worden waar de andere besmettingen hadden plaatsgevonden. Een Victim Zero kennen was mooi, de bron van de besmetting achterhalen had de eerste prioriteit in Langley.

Ik las het dossier nogmaals door, borg het daarna op en besloot een aantal uren te gaan slapen. Hoe meer ik zou slapen, hoe minder last ik straks zou hebben van de zes uur tijdverschil tussen Amsterdam en Washington.