Dag: 17 mei 2010

Waakt u voor een hand in deze stand!

Vandaag de eerste dag avondvierdaagse. Van Bolsward naar Burgwerd, via Hartwerd terug. De eerste 3,5 kilometer over een smal pad langs de Trekvaart. Niet inhalen, niet doorlopen; een ware kwelling wanneer ‘Herbert de ambtenaar’ voor je loopt en aan zijn medewandelaar vertelt wat voor werk hij doet.
Maar Berend weet de Herbert’s onder de wandelaars voortaan te herkennen.

Friezen praten luid.
Geen idee waarom, maar het is zo. In een restaurant kun je moeiteloos het gesprek bij de buren volgen, Friezen die om 4 uur ‘s nachts naar huis gaan nemen afscheid van de gastheer met ene volume alsof ze op oudejaarsnacht op Times Square staan.
En Friezen die wandelen praten net zo hard dat het lijkt of zij zich bij de volledige colonne verstaanbaar moeten maken.

Berend liep voor twee Friezen waarvan de ene de andere aan het uitleggen was wat voor werk hij deed.
Met de volumeknop op 10, en in een slaapverwekkend tempo.
Herbert, noem ik hem.
Herbert was onberispelijk gekleed, keurig gekapt en zag er uit en liep alsof hij zich nergens, maar dan ook helemaal nergens druk over maakte in dit leven.
En al praatte hij erg luid, helder en duidelijk was het niet.
Als een politicus die slechts 1 doel heeft: aan het woord blijven en vooral niets zeggen.
Meest gebruikte woord; een langgerekt ehhhhhhhhh…
Een beetje als dit:

‘Nou, nee ehhhhhhhhh dat is eeehhhhhhh meer de be-eeehhhh-heers eehhhh kant daar ehhh van. Ik ehhhhh zit eehhh meer aan de eehhhh ont-eeehhhh-wikkel ehhh zijde. Ik ehhhh wil eehhhhh die ehhh server ehh later wel ehhh eens eehhh in huis ehhh plaatsen, zo ehhhh dat ehhh de gemeente ehhh er ook eehhhh op kan in ehhhh loggen.’

En dat dan 3,5 kilometer lang, met het volume van een tochtige koe. Van achteren, in je nek.
Voor Burgwerd maakte Berend zijn schoenveters vast en liet Herbert passeren.
Eenmaal voor mij, viel er iets op.
Herbert’s lopen blijkbaar met een wat slungelige pas, houden 1 hand in de broekzak, en de andere hand waggelt wat mee met het lopen.
Maar, in een bepaalde stand.
Alsof Herbert zeggen wil:

Ik lul wel veel, maar m’n pikkie is maar zo groot’

Kijkt u maar.

Ik voel me KUT!

Weekafsluiting voor de groep op een opname afdeling jeugdpsychiatrie. Elly, slimme meid, 18 jaar en lekker in verzet opent de dans en zet de toon. Berend speelt een riedeltje mee.

‘Goed, Elly. Jij mag beginnen.’
‘Ja, wat moet ik zeggen dan?’
‘De bedoeling is dat je iets over de afgelopen week vertelt.’
‘Nou, de week had weer zeven dagen he.’
‘Wil je iets zeggen over hoe jouw week was Elly?’
‘Ja hoor.’
‘…’
‘En, wat kun je daarover vertellen dan?’

‘Nou, gewoon, ik voel me KUT!’

‘Ok, en wat is er dan met je kut?’
‘Wat?’
‘Wat is er met je kut? Ik bedoel:
Ruikt je kut?
Lekt je kut?
Schrijnt je kut?
Jeukt je kut?
Brand je kut?
Is je kut kapot, is je kut verstopt of zeurt je kut?
Doet je kut het niet meer?
Loopt je kut te kutten?
Vertel!
Wat is er met je kut?’

‘Nou zeg!! dat bedoel ik helemaal niet!!’
‘Ja, maar Elly: WAT bedoel je dan?’

‘Nou, gewoon. ik voelde me niet zo goed deze week.’

‘Ohhh, nou, zeg dat dan.’

(De mok op de afbeelding is te koop bij de Fopshop)