Maand: mei 2010

Israël en de Palestijnen: de menselijke beschaving verliest

Berend Quest mag zeggen wat hij wil. Dat staat namelijk in zijn bio. Berend Quest heeft eigenlijk ook maar één doel en taak in het leven van zijn schepper: zeggen wat hij wil. En toch merkt ook Berend Quest zo nu en dan dat dit niet meevalt.
Soms gaat zeggen wat hij wil niet zonder een grote worsteling. Want bij sommige onderwerpen heeft Berend Quest het gevoel dat ook hij niet mag zeggen wat hij er van vindt.
Wat er gebeurd tussen Israël en de Palestijnen bijvoorbeeld.
Je mag daar wel wat van vinden, maar niet zonder dat je door de buitenwacht wordt gebrandmerkt als ofwel een antisemiet, ofwel een zionist.
Een kritisch maar neutraal toeschouwer bestaat in dit conflict niet, zo lijkt het.

Ook u zult het gelezen of gehoord hebben. De Israëliërs hielden een konvooi schepen met hulpgoederen dat onderweg was naar de Gazastrook tegen. Daarbij vielen naar schatting 19 doden. Aan de kant van de mensen die meereisden met het konvooi. Indien u nog van niets weet, lees het hier. Mocht u de Telegraaf niet vertrouwen, u kunt het elders ook wel vinden.

Wat Berend Quest van dit incident vindt? Hij vindt het verwerpelijk, schandalig, mensonterend en wordt overspoeld door plaatsvervangende schaamte. Een land dat een bevolkingsgroep afsluit van iedere mogelijkheid tot ontplooiing, de grenzen potdicht houdt en vervolgens een konvooi hulpgoederen op deze wijze meent te moeten tegenhouden verdient niets anders dan scherp te worden veroordeeld en moet direct en onverwijld tot de orde worden geroepen.

Maar nu komt het.
Ik mag dit, in ieder geval in mijn beleving, niet zo maar vinden zonder dat ik mij daarmee expliciet uitspreek als ‘vriend’ of als ‘vijand’ van een der strijdende kampen.
Wanneer ik mij uitspreek dan kies ik partij. Bovenstaande mening zal door de pro- Israël lezer worden uitgelegd, niet als een stem voor de menselijkheid, voor de waardigheid en voor geweldloosheid. Het zal worden uitgelegd als een steunbetuiging aan de Palestijnen en een oorlogsverklaring aan de staat Israël.

Zou ik hier hebben opgetekend dat ik vind dat de groeperingen die deze actie hebben geïnitieerd en hebben georganiseerd willens en wetens de staat Israël hebben geprovoceerd en dat zij daarmee de escalatie van vandaag aan zichzelf te danken hebben, dan ben ik een vriend van Israël en een vijand van het Palestijnse volk. En niet als iemand die vindt dat je geen benzine op het vuur moet gooien als je aan brand een einde wil maken.

De betrokken partijen zullen hun uiterste best doen om de wereld er van te overtuigen dat de aanstichter van het kwaad de ander was, en niet zij.
Er zal worden kwaadgesproken en beschuldigd.
Er zal gestrooid worden met ‘bewijzen’.
Er zal worden getreurd, maar geen berouw worden getoond.

Het is niet uitgesloten, zelfs redelijk voorspelbaar, dat deze dag wederom een opmaat zal blijken te zijn voor een nieuwe golf van haat en geweld. Er zal weer om wraak worden geroepen.
Wat weer tot moord en doodslag zal leiden.
Waarna er weer om wraak zal worden geroepen.

En wie er ook de overwinning claimt.
De menselijke beschaving verliest.

Competitie: De mooiste Nederlandstalige tweet! (retweeten gewenst)

Stephan Frey jureert op het Hay Festival de verkiezing van de mooiste tweet. Prachtig initiatief, maar, Engelstalig uiteraard. En dat is jammer. Want ook in het Nederlands worden er dagelijks prachtige, humorvolle, actuele, scherpe en/of poëtische tweets gecomponeerd.
Vertalen is zonde, en welhaast zinloos.

Dus, waarom niet in het Nederlands?
Kunnen we dat van de grond krijgen?

Berend Quest stelt voor een verkiezing te houden waarbij de uitslag op 6 juni bekend gemaakt wordt. Net als de Engelstalige verkiezing.
Een e-mail adresje om de inzendingen heen te sturen is geen probleem, Berend wil best tweet@twitterradar.nl ter beschikking stellen.

Wel moet er nog een jury komen, suggesties zijn welkom.
Een paar categorieën maakt het nog leuker wellicht en vraagt ook om een aantal verschillende juryleden.

Nou, dat moet lukken toch? Leuk!!
Meldt je aan, denk en doe mee en verspreid het bericht.

Update 15.30 uur

Uiteraard hoort bij een verkiezing een winnaar en dus ook een prijs.
Dus, dames en heren, ondernemers en taal liefhebbers, maak jezelf onsterfelijk door een leuke prijs beschikbaar te stellen.
Er komen, als het aan Berend ligt, meerdere categorieën, dus meerdere prijzen zijn nodig.
Stuur een mailtje naar tweet@twitterradar.nl en doe es gek.
Het gebaar geldt, niet de waarde in euro’s.

De Ratelband ziekte: Paroditio me Ipsum

Paroditio me Ipsum komt veel voor in de kringen der bekende Nederlanders. Gediagnostiseerde Nederlandse gevallen zijn bijvoorbeeld Patricia Paay, Robert Jensen, Vader Abraham, Jan Peter Balkenende, Peter Jan Rens, Joran van der Sloot en Patty Brard.

Hoewel deze jonge psychiatrische aandoening nog niet in de nieuwe DSM is opgenomen wordt algemeen verwacht dat de stoornis in de DSM V (mei 2012) officieel zijn intrede zal doen.

Paraditio me Ipsum ontstaat door de leegte die de slachtoffers ervaren nadat er sprake is van een langere periode van overdreven, en vaak ook onterechte lofbetuigingen, adoratie en daarmee gepaard gaande veel verdienerij.
De kenmerken van deze aandoening beginnen zichtbaar te worden wanneer het slachtoffer niet langer in staat is prestaties te leveren van enige betekenis (voor zover hier al sprake van was) maar slechts nog door echtscheidingen, financiële ruzie met managers, sexuele uitspattingen en/of uit de lucht gegrepen bekentenissen dan wel beschuldigingen, de al reeds door drank en drugs aangetaste tronie in de nieuwsbladen weet te krijgen.
De patiënt krijgt de onbedwingbare neiging om een parodie op zichzelf ten toon te stellen.

Het proces is nauwelijks omkeerbaar gebleken.
Van de Telegraaf privé pagina, welke in de regel de teloorgang inluidt, zakt het slachtoffer steeds dieper af in de krochten van de media om uiteindelijk te belanden bij bijvoorbeeld Robert Jensen, zelf een van de meest chronische leiders aan deze hardnekkige psychische stoornis.
Een bezoek bij Jensen wordt dan ook door gezonde mensen, psychiaters en andere hulpverleners gezien als het signaal de formulieren voor een dwangopname uit de lade te halen, de pasfoto te verspreiden en een bed te reserveren bij de verschillende gesloten instituten.

Soms ontsnapt een patiënt aan de aandacht. Dat dit tragische gevolgen heeft moge duidelijk zijn na de actie van Emile Ratelband deze morgen.
Niemand die hem meer ziet, niemand die hem nog geloofd en niemand die hem nog betaald.
Als dan ook nog eens niemand meer over een Paroditio me Ipsum patiënt schrijft, dan worden actie en gevolg een schrijnend voorbeeld van een tragisch verlopen leven.
Het is Paroditio me Ipsum in het laatste stadium.

Heb dus medelijden met Emile Ratelband.
Hij is slechts een slachtoffer.

It rêsthûs foar âlde kij

Berend heeft iets met koeien, of ‘kij’ zoals de Friezen zeggen. Vader Quest zei altijd ‘denken moet je aan aan een koe overlaten, die heeft een veel grotere kop’. Maar Berend kijkt anders naar koeien.
Berend Quest vindt koeien lief.

Koeien zijn lief, nieuwsgierig, voorzichtig en rustig.
Een weiland met koeien, Berend kan er niet voorbij lopen zonder even het land in te stappen, door de knieën te gaan en te wachten tot de dames, voorzichtig, schouder aan schouder elkaar richting de vreemde eend in de bijt te duwen.
Koeien zijn namelijk nog meer nieuwsgierig dan bang.

Eenmaal tot op armlengte afstand genaderd blazen de meiden met grote ogen de geur van vermalen gras in zijn richting. Een snuif, een schuddekop en een nieuwsgierige, natte neus.
En soms een haal van een ruwe natte tong.

Jonge koeien in een weiland langs een wandel- of fietspad, zoals de langs Trekvaart tussen Burgwerd en Bolsward, lopen met je mee. Eén zo’n grietje begint en een paar seconden later huppelt het hele klasje langs het schrikdraad een eindje met je op.
Aan het eind van het afgezette stuk land blijven de dames staan en wandel jij verder.
De meiden kijken je na.
Ze fluiten niet, ze roepen niet.
Zij zwijgen, uitdrukkingsloos.
En als je terugkomt dan hoef je ze maar te roepen en het feestje begint opnieuw.

Koeien en een weiland. Zo hoort dat.
Het is jammer dat dat in onze welvaartsstaat niet meer de standaard situatie is.
Dat een koe niet geacht wordt te grazen, maar moet produceren.
En als dat efficiënter kan in een schuur, dan doen we dat.
Van dier naar melk- of vlees producent.

Iemand die van de liefde voor koeien zijn missie heeft gemaakt is Bert Hollander.
Berend vindt dat Bertje best een mooi leven heeft gerealiseerd.
Zowel voor Bertje, als voor de oudere zwart- witte en bonte koedames.

Een stukje video van OmropFryslan.

Het UNICEF Open Deel II

Vrijdag 28 mei plaatste ik een stukje over het Unicef Open 2010. Kern van dat verhaal was mijn vraag of sponsoring van een ATP tennistoernooi door een organisatie als Unicef kan of niet kan.
Het blijkt anders te zitten. Unicef betaalt niets voor de naamsverbintenis. Unicef haalt er alleen maar geld op.
Dat is leuk, dat is zeer leuk. Voor Unicef.
Maar, een tennistoernooi kost veel geld. Dus de vraag is: hoe wordt het toernooi dan betaald, en wat is nu precies de rol van Unicef?

Goed, Unicef betaalt dus niets voor de naamsverbintenis. Dat had ik dus niet moeten schrijven. Unicef schrijft zelf in haar persbericht:

UNICEF Nederland betaalt niets voor de naamgeving aan het toernooi. 

Unicef schrijft verder dat door de samenwerking Unicef naamsbekendheid krijgt, geld ophaalt (een slordige 1,5 miljoen is de verwachting) en bedrijven, spelers, bezoekers en televisiekijkers stimuleert een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van Unicef. Wat Unicef niet schrijft is wat de functie van de naamsverbintenis nu voor het tennistoernooi is.
Immers, het tennistoernooi heeft heel veel geld nodig en de naamgever aan het toernooi is traditioneel toch de grootste sponsor, de partij die het meeste geld ophaalt. Voor het toernooi.

Unicef moet dus wel, naast geld genereren voor Unicef, geld genereren voor het toernooi. Want Unicef is dan wel liefdadig, tennissen en tennistoernooien zijn dat beslist niet.

Hoe werkt dat dan?

Het antwoord op die vraag begint wellicht hier, op de website van Ricoh.

Het toernooi in Rosmalen, dat tot 2010 bekend was onder de naam Ordina Open, zal naast toptennis ook aandacht vragen voor de ontwikkeling van kinderen. Bezoekers, bedrijven, televisiekijkers, spelers, leveranciers en kinderen die bij de UNICEF Open zijn betrokken, worden gestimuleerd een bijdrage te leveren aan het werk van UNICEF voor kinderen. UNICEF kan haar naam kostenvrij aan het toernooi verbinden door de sponsorbijdragen van ondernemingen, zoals Ricoh.

Er is is dus sprake van meerdere naamsverbintenissen. Niet alleen verbindt Unicef haar naam aan het tennistoernooi, de sponsoren van het tennistoernooi verbinden ook hun naam aan Unicef, en misschien nog wel krachtiger als aan het toernooi zelf.
‘Tennis’ wordt in het bericht van Ricoh bijvoorbeeld maar eenmaal genoemd, Unicef drie keer en ‘kinderen’ ook drie keer.

Dat komt natuurlijk wel goed over, richting klant en relatie. We pompen dan wel een bak geld in een prestigieus tennistoernooi, maar eigenlijk steunen wij Unicef.
Anders gezegd: De ambiance waarvoor betaald wordt, het kreeft vreten, champagne lebberen, toastjes knagen en kontjes likken, blijft hetzelfde, maar het vindt allemaal plaats onder een maatschappelijk veel beter te verkopen noemer: steun aan Unicef.

Mijn leverancier van kopieer machines is dus geen sponsor van een decadent tennis feestje, nee, mijn kopieer machine leverancier is een maatschappelijk betrokken onderneming die Unicef steunt.

Er wordt nergens vermeldt dat de sponsoren ook een bijdrage leveren aan Unicef.
Unicef wil tijdens het toernooi fondsen werven en zegt daarover op haar website:

Bezoekers, bedrijven, televisiekijkers, spelers, leveranciers en kinderen, die bij de UNICEF Open zijn betrokken, worden gestimuleerd een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de VN-kinderrechtenorganisatie.

Het niet expliciet noemen van een financiële bijdrage van de sponsoren aan Unicef zelf, bijvoorbeeld in de vorm van een opslag op de sponsorbijdrage, geeft mij voldoende reden om aan te nemen dat dit dus ook niet het geval is.

Anders gezegd:
Unicef betaalt niets voor de naamgeving aan het voormalige Ordina Open.
De sponsoren betalen niets aan Unicef voor de naamsverbintenis van hun onderneming met dit maatschappelijke doel.

Het is, financieel gezien, uiteraard een prachtige vondst. Een mooie win – win.

En de vraag is wellicht niet of dit moet kunnen.
Maar mijn vraag blijft wel of het zo zou moeten.