Maand: april 2010

‘Sweet Chickie La Teeuwen’

Ditmaal een recept welke Berend kreeg van Annette Teeuwen. Intergraal overgenomen, met een frisse fruitsalade, in dit geval uiteraard zonder kaas, van Berend.
En, natuurlijk met een nieuwe naam. ‘Honing-kerriekip’ werd ‘Sweet Chickie La Teeuwen’. 

Eerst het recept van Annette:
75 gram boter
175 gram heldere honing
1 ½ theelepel milde kerriepoeder
6 eetlepels Duitse Mosterd
peper en zout
8 kipfilets (of natuurlijk 4 dubbele)

Bereiden
Laat de boter smelten in een pan met een dikke bodem en roer er de honing, kerriepoeder, mosterd en naar smaak peper en zout door. Laat zacht sudderen tot er een gebonden massa ontstaat.
Leg de kipfilets in één laag in een braadslede en giet het honingmengsel erover. Wentel de kipfilets, om ze helemaal met het mengsel te bedekken.
Zet je braadslede 1 uur of tot de kip gaar is in een voorverwarmde (hete) oven van 190 graden. Draai de kip halverwege de braadtijd een keer om.

Opmerking: Berend heeft na 30 minuten de helft van de saus uit de braadslede geschept – de kip ging bijna koppie onder-  om het bruinen van de kip te bevorderen. Uiteraard werd de saus wel bewaard.

Dan de salade van Berend:
Fruit! Welk fruit, maakt niet uit. vandaag gebruikte ik banaan, druiven, kiwi en aardbei. Beetje veldsla er bij, wat rasp van een cintroenschil en wat zongedroogde tomaatjes (natte).
De dressing maakte ik van een uitgeperste citroen, een theelepel suiker, een flinke scheut olijfolie en een volle hand verse dille. Even door de blender en klaar.
O ja, laat het fruit even op kamertemperatuur komen, dat komt de smaak ten goede.

Vandaag aten we dit heerlijke gerecht met witte rijst.
Het was een top maaltijd. De kip is heerlijk, zoet en toch kruidig en de salade is lekker fris met een stevige bite.

Vandaag niets nodig

Kent u ze nog? De SRV man. De melkboer, de rijdende supermarkt, met de stotterende Opel 1900 benzine slurpert? Met de kratjes achterop? Met de toeter, de bel of zelfs de omroepinstallatie?
De veel te dure, nooit verse maar altijd op de lat schrijvende man met de pet en witte jas die altijd een zwaar shaggie had bungelen uit een van de mondhoeken?
Bij Berend staat hij dagelijks voor de deur. Te wachten, op de dingen die nooit meer komen gaan.
Wat een kutleven.

‘En?’, vroeg vrouw Veenstra terwijl zij nauwelijks opkeek van haar handwerkje.
‘Mwahh’, antwoordde Siebren.
‘Weer niks?’, zuchtte zijn vrouw.
‘Een kartonnetje melk, 1 doosje eieren en 12 kratten pils.’
’12 Kratten?’, sprak vrouw Veenstra vol ongeloof.
‘Ja, maar wel opschrijven.’
‘En dat na een hele dag?’, het klonk wat smalend, deze opmerking van vrouw Veenstra.
Vrouw Veenstra ging zuchtend naar de keuken om de schamele pan aardappelen af te gieten.
‘Hebben we groente vandaag?’, riep zij uit de keuken.
‘Pak maar wat bloemkool, die is al zo ver over tijd, dat koopt toch niemand meer’, sprak Siebren bedroefd.

Die nacht lag Siebren Veenstra ‘raar’ te woelen in zijn rusteloze slaap.
‘He, Siebren, wordt eens wakker. Wat is er man?’, vrouw Veenstra stootte Siebren hardhandig in zijn zij.
‘VANDAAG NIETS NODIG!!!!’, gilde Siebren met wijd opengesperde ogen.
Waarna Siebren Rudolphus Veenstra zijn laatste adem gebruikte om nog eens diep te zuchten.

Het Oranje Mapje van Bea van der Poli

Vandaag was Berend weer eens te gast op de oogpoli van het UMCG. Altijd gezellig. En, werkelijk een loutering voor Berend aangezien hij dan kan waarnemen dat zijn probleem maar een klein probleem is. Het kan altijd erger.
Berend kreeg ook goed nieuws. Transplantatie van zijn verrotte hoornvlies is mogelijk.
Er volgde na het consult van de specialist dan ook een informatie sessie met Bea van der Poli.

Ik zag Bea van der Poli al even toen ik nog in de behandelkamer zat te wachten op terugkomst van dr. See You, die even overleggen moest met de eindverantwoordelijke specialist, dr. Stekel Blind (Berend heeft werkelijk een fantastische oogspecialist, laat daar geen misverstand over bestaan).
Afijn, dr. See You was dus even weg en de deur zwaaide open. In de deuropening stond een dame in het wit, met een grijze helm van haar. ‘Wie zit hier?’, vroeg zij nogal dwingend. ‘Ik’, sprak Berend.
‘Ja, dat zie ik’, zei de vrouw die ik direct Bea van der Poli noemde.
‘Uhh, jij vraagt het’, reageerde ik met een grijns. Maar goed, Bea van der Poli bleek net zo humoristisch als een staaroperatie dus sloot zij nukkig de deur terwijl zij zuchtte: ‘Goed, ik kijk wel even verder.’

Bea van der Poli bleek de voorlichtster te zijn voor hen die operatief moeten worden geholpen. Een soort ver vooruit geschoven intake zeg maar. Het kan immers wel een jaar duren voor je aan de beurt bent.
Bea heeft een reuze fijn eigen kantoortje en wat interessante foldertjes. O ja, en chaos in haar hoofd, maar daar was ik al achter.

‘Nou, ja. Ehh… U bent hier wel eens eerder geweest?’, vroeg Bea terwijl zij mijn complete dossier opengeslagen voor zich had liggen.
‘Ja, nu bijvoorbeeld’, antwoordde ik geduldig.
‘O ja. En ehhh.. u druppelt?’
‘Pardon?’
‘U druppelt? Met druppels? Ik zie dat u druppelt.’
‘Wel, momenteel niet. Ik heb zojuist druppel vrijstelling gekregen van dr. Blind.’
‘Ja, maar u heeft wel gedruppeld!’
‘Jazeker.’
‘Wacht even, ik zie dat u vrouw druppelt? U druppelt niet zelf?’
‘Nee, dat zit zo, na mijn opname hier heeft mijn vrouw de eerste dagen even gedruppeld.’
‘O ja. Juist. Algehele narcose zie ik?’
‘Waar?’
‘U gaat onder algehele narcose?’
‘Ja. Dat wil zeggen; tijdens de transplantatie dan.’
‘Juist. U heeft het al eerder gehad he?’
‘Wat?’
‘Algehele narcose.’
‘Ja.’
‘Tijdens de operatie.’
‘Ja, dat leek iedereen op dat moment wel het beste. Mijn vrouw wilde liever na de operatie, en dan een week of zes, maar dat wilde de dokter niet.’
‘Pardon?’
‘Liet u een scheet?’
‘Een scheet?’
‘Ja, een scheet. Omdat u pardon zei.’
‘Nee. En, was dat voor het zelfde?’
‘Pardon?’
‘Dat u hier opgenomen was, was dat voor het zelfde?’
‘Ja, dat was voor het zelfde oog.’
‘Goed, dus u bent hier al onderzocht door de anesthesist.’
‘Nee.’
‘Nee?’
‘Nee.’
‘Maar u heeft toch een operatie gehad?’
‘Ja, maar niet hier.’
‘Meneer Quest, ik snap het niet meer. U bent hier opgenomen geweest voor uw oog maar elders aan uw oog geopereerd?!’
‘Nee, ik ben helemaal niet aan mijn oog geopereerd, dat maakt u er van. Ik ben hier opgenomen geweest, voor mijn oog!’

‘Goed, ik zie hier uw telefoonnummer staan, klopt dat nog?’
‘Ja hoor, het nummer klopt.’
‘Mooi.’
‘Het is alleen niet mijn nummer.’
‘EN NET ZEGT U VERDOMME NOG DAT HET KLOPT!!!!??’
‘Ja, het nummer klopt wel, maar het is niet van mij. Het is van mijn vrouw. U weet wel, die druppelaar.’
‘Oh!’
‘Zal ik u mijn nummer dan maar geven?’

‘Goed, goed. Maar u heeft dus wel een oranje mapje?? (Bea wordt nu echt heel ongeduldig.)
‘Ja, klopt, die heb ik.’
‘WAAROM heeft u die dan niet mee??’
‘Omdat van alle zestien keer dat ik hier was er nog nooit iemand naar gevraagd heeft.’
‘Ja, dat zal je altijd zien! Net nu hij nodig is heeft u hem niet mee!’
‘Het is toch mijn mapje?’
‘Ja, het is uw mapje, voor als u naar het ziekenhuis komt.’
‘Waar heeft u het mapje dan voor nodig?’
‘Nou, daar moet mijn informatie in!’
‘O, geef maar hoor, ik zal er persoonlijk voor zorgen dat alles keurig in het mapje komt. Dat blauwe mapje, bedoeld u toch?’
‘NEE!! Dat ORANJE mapje!!’
‘Oh. Dàt mapje.’

Moeder Natuur als Kunstenaar

Wij mensen zijn, in vergelijking met Moeder Natuur, klungelaars. Ook waar het gaat om kunst is Moeder Natuur ver boven ons verheven.
Vorig jaar zomer sloopte Berend een boom uit zijn tuin. Dat wil zeggen, hij pakte zaag en bijl en sloeg aan het hakken en breken. Wat overbleef is een stomp.
Omdat Berend gefascineerd is door verval, vergankelijkheid en schoonheid pakte hij een mes en stroopte de schors van de boom. Om te kijken wat er zou gebeuren.
Nu, een herfst en een strenge winter verder is er een kunstwerk in zijn tuin ontstaan van ongekende schoonheid.
Moeder natuur als kunstenaar.