Voor mij ligt een brief op tafel
buiten schijnt een bleke zon
Woorden zweven door de kamer
Ik wou dat ik ze pakken kon
Jouw geur die heeft het huis verlaten
Het laatste restje, vloog vannacht
Met de hoop is het mee gevaren
Ik heb nu lang genoeg op jou gewacht
Ze was zo zacht!
Zo zacht!
En nu de nieuwe dag haar licht laat schijnen
En iedereen die langs loopt naar me kijkt
Alsof de waarheid te zien is door de ramen
Is niets meer waar het ‘s nachts op lijkt
Niets lijkt op jou, niets lijkt op jou
Mijn pen schrijft woorden zonder inhoud
Sporen op papier die kleuren blauw
De waarheid gonst in al zijn eenvoud
Ik denk allang zo vaak niet meer aan jou
Ze was zo zacht!
Zo Zacht!
Zeg het maar!