Er wordt heel veel geroepen om vrijheid. Er wordt heel veel geageerd en geprotesteerd tegen alles wat maar ruikt naar beperkingen in onze vrijheid. Maar kunnen wij het wel aan, die vrijheid? En, wat doen wij er dan mee?
Wij vinden dat we alles mogen zeggen. Wij vinden dat we niet alleen overal een mening over mogen hebben, wij vinden ook dat we die mening mogen ventileren. Er worden geen eisen aan onze meningen gesteld. Ik bedoel, er is geen toelatingsexamen. Wanneer ik, zonder ook maar enige kennis van zaken, ervaring en/of studie wil roepen dat een Toyota Prius de ‘meest waardeloze auto is die ooit gebouwd werd’, dan mag ik dat. En ik mag niet alleen mijn mening over een auto rondbazuinen, ik mag het ook over Israël, de Islam, Balkenende, de kerk, satan en noem maar op.
Tegenwoordig kan ook iedereen een podium vinden voor het verspreiden van zijn of haar mening. Als ik twee decennia terug serieus genomen wilde worden, dan had ik een publiek nodig. Dat publiek kreeg ik alleen wanneer ik ofwel een bepaalde status over een onderwerp had opgebouwd, ofwel een redactie zo ver kreeg dat zij mijn mening de moeite waard vond om publiekelijk te maken.
Nu hoef ik alleen een website te zoeken die mijn stukje plaatst, en als ik een beetje doorzoek is er altijd wel een website te vinden die mijn mening ook ondersteund. Dus ik kan ook een discussie vrij gemakkelijk uit de weg gaan. Voorbeeld? Ik vind dit een mooi voorbeeld van wat ik bedoelIk (jawel, mijn mening) vind het een eenzijdig verhaal. Ik vind het slecht geschreven. Ik vind het ongenuanceerd. Maar als ik de reacties lees, zie ik het helemaal verkeerd.
Was het vroeger dan beter? Ik weet het niet.
Wat ik wel een beperking vind is dat wij ons tegenwoordig kunnen laten bevestigen in een mening zonder al te veel risico op tegenspraak. Een mening vormen, in mijn ogen dan, is een zaak van het afwegen van argumenten. Eerst heb je het gevoel bij iets en dat gevoel wordt getoetst aan het gevoel, mening, de argumenten die voor- en tegenstanders van een bepaalde mening je aanbieden. Een mening heeft dus bouwstenen nodig, argumenten, niet alleen gevoel.
Nog een voorbeeld? TON heeft een lijsttrekker in Amsterdam. Deze mevrouw heeft weliswaar een heel duidelijke mening, maar zij weet absoluut niet waar zij het over heeft! Haar gevoelens zijn haar mening.
Ik kan dus ieder gevoel dat in mij opborrelt tegenwoordig wel bevestigd krijgen en mijn gevoel zo promoveren tot een mening.
In mijn beeld heeft vrijheid altijd betekent dat je de ruimte krijgt jezelf ergens, zonder dat je daarin tegengewerkt wordt door de overheid, of omdat je zwart bent, of omdat je Jood, Arabier of Nederlander bent, ergens een mening over te vormen. En dat je die mening MAG hebben.
Wat ik echter veel meer zie is dat wij onze onderbuik gevoelens, onze angsten en vooral, onze beperkte blik laten bepalen wat onze mening is.
Vraag elkaar gerust naar de argumenten die een bepaalde mening hebben gevormd. Het woord bestaat niet voor niets: meningsvorming. En, als je dan al toch een mening denkt te hebben. Luister dan vooral eens (met de oren open) naar die mensen die er een heel andere mening op na houden.
Laten we vooral blijven proberen vrijheid te behouden en na te streven.
Maar laten we er dan ook zorgvuldig mee om gaan!