Spoorbeheerder ProRail houdt extra storingsploegen klaar in verband met mogelijke nieuwe sneeuwbuien en (strenge) vorst de komende dagen.

Op het geluid van een lepeltje dat op tafel werd gelegd door de voorzitter van de raad van bestuur was het ijzig stil in de ruime, verwarmde vergaderzaal. De dames en heren van ProRail hielden als het ware de adem in.
Ingenieur Mevrouw C.A. Zuig-Napje keek gespannen de zaal in. Zij kon een triomfantelijke kreet nauwelijks binnenhouden, maar ergens voelde zij ook wel dat ze wellicht beter zich nog even kon inhouden.
Na de bijna eeuwigdurende stilte nam de directeur ondercapaciteit professor Zuurbekje het woord.

“Mooi gesproken mevrouw Zuig.” “En, ziet er ook goed uit, dat plan van u.” “Goed doordacht, minutieus uitgewerkt, mooi gepresenteerd ook.” “Maar, ik heb nog wel een vraag.”
Catharina Zuig-Napje liet haar hele presentatie in een enkele seconde nogmaals aan haar voorbij flitsen. Directe lijn met Meteo, verloven ingetrokken, bezems besteld, gasbranders, warme kleding, ploegindeling, telefooncirkels, koffie en broodjes, bonussen, bonden, ze had toch alles gehad?
“Wel’, sprak Catharina “Uiteraard sta ik open voor vragen.”

Professor Zuurbekje keek heel even naar de andere aanwezigen, alsof hij wilde peilen dat hij niet de enige was die deze vraag had en wellicht niet goed geluisterd had naar het betoog van Zuig-Napje.
“Nou, ik bedoel, ehhh… alles goed en wel maar… wanneer het hele land is dicht gesneeuwd, de treinen niet rijden, er weer 700 kilometer file staat, vliegvelden worden gesloten, HOE mevrouw Zuig-Napje, HOE komen die ploegen dan bij die dichtgevroren wissels?
Zuurbekje grinnikte na deze woorden, maar niemand lachte mee.
“Ehhh…” Catharina Zuig-Napje voelde zich rood worden.
“Goede vraag, meneer de directeur, goede vraag.”
“Ik stel een korte pauze voor.”