Joop Kwakman en Marie Smit uit Volendam hadden al bijna een jaar verkering toen dit bijzondere verhaal begon.

“Heus Joop, het is echt waar!”, Marie smeekte het bijna. “Ja, ja, gromde Joop.” “Weet je Marie, je moet nu eens wat verantwoordelijkheid gaan nemen, je bent geen 12 meer.” Als je wilt dat ik met je trouw dan moet je stoppen met de drank en de drugs, dit gaat niet goed zo!” Marie huilde. “Heus Joop, ik heb al dagen niets meer gehad, nou ja, een beetje Ritalin van de week, maar dat is echt alles.”
Joop dacht nog eens na over wat Marie hem had gezegd. Marie had die nacht in een verschijning de engel Michael gezien. Die had Marie verteld dat zij een bijzonder kind zou krijgen welke een ‘bijzondere rol’ in de wereld zou gaan vervullen en die ‘er zou zijn voor alle mensen’. Marie vertelde dat na de woorden “This is IT“, de engel Michael vreemd achteruit schuifelend weer naar hemel was teruggekeerd. Hij maakte zich toch wel zorgen. Hij besloot Marie wat beter in de gaten te houden en de trouwdatum te vervroegen. Trouwen en kinderen krijgen, dat zou Marie wel leren zich te gaan gedragen.

In de maanden daarna viel het Joop op dat Marie alsmaar dikker werd. Zwanger kon zij niet zijn. immers; als goed katholiek, die nooit brood bij een protestant kocht, had hij Marie gedurende de hele verlovingsperiode nimmer met een vinger aangeraakt. Maar goed, het zou de vette vis van zijn vader wel zijn.

Het was al eind december toe er op een avond hard op de deur werd geklopt. Er klonken opgewonden stemmen uit de straat. “Opendoen, open doen, er is een noodsituatie, Volendam wordt geëvacueerd!!” In de brievenbus lag een felgekleurd affiche met de volgende tekst in grote, felle letters:

AAN ALLE BURGERS VAN VOLENDAM: LEEST DIT DIRECT!!!!
VANWEGE EEN UITBRAAK VAN EEN NIEUWE MUTATIE VAN MEXICAANSE GRIEP, Q-KOORTS EN GEKKE KOEIENZIEKTE OP DE DIJK WORDT VOLENDAM PER DIRECT ONTRUIMD. VERZAMEL ENIGE KLEDING, NEEM UW IDENTITEITSPAPIEREN MEE EN VERLAAT VOLENDAM ONMIDDELLIJK. INDIEN U GEEN ONDERDAK KUNT VINDEN KUNT U ZICH MELDEN IN HET URKERBOS ALWAAR EEN TENTENKAMP ZAL WORDEN INGERICHT!!
GETEKEND: DE BURGEMEESTER


Joop liep verbijsterd naar de huiskamer en wekte Marie. Verdoofd kleedden zij zich aan, Marie pakte snel wat kleding in een tas en samen liepen zij naar buiten. Vanwege de crisis was Joop al enige tijd zonder werk en de auto hadden zij de deur uit moeten doen. Gelukkig liepen zij een kennis tegen het lijf die nog wel een autootje voor hen had. “Hij is wat gekreukeld Joop”, zij Leendert. “Maar hij rijdt, en daar gaat het om, nietwaar?” Joop betaalde de afgesproken 100 euro en samen met Marie stapten zij in de donkere, gebutste Suzuki Swift.
De reis ging over de Afsluitdijk, richting Urk en was zwaar. Niet alleen trok de Suzuki ernstig naar links, Marie kreunde de gehele rit en klaagde over maagkrampen. Joop was gespannen. Hij betrapte zich op de gedachte dat Marie dan ook niet zoveel moest vreten! Ze was god-beter-het in een maand of negen bijna 10 kilo aangekomen!
Aangekomen bij het Urkerbos bleek dat de hele omgeving ervan afgezet was. Een man met rossig haar en een zonnebril stelde zich voor als Horatio en vertelde dat het hele bos een crime scene was. hij adviseerde Joop door te rijden naar het dorp Urk zelf.
Uiteindelijk vonden Joop en Marie onderdak in een ruime loods. De loods stond vol met planten en was hel verlicht. Het was er warm en vochtig, maar dat kon hen niet schelen.

In de loods stonden niet alleen groene planten, aan het plafond hingen massa’s planten te drogen. Joop was bezig met het verzamelen van verdroogde planten om er een bed van te maken toen Marie plotsklaps begon te gillen van de pijn. Een kwartier later hield Marie een klein baby’tje in haar handen. “Ohh, kijk toch eens Joop, ik heb het je toch gezegd.” “Van de engel Michael, weet je nog?” Joop stond met zijn mond vol tanden naar Marie en het in isolatiedeken gewikkelde kindje te kijken. Het enige wat Joop na verloop van tijd kon uitbrengen was een stamelend: “Maar Marie…dat, dat, dat kind is….ZWART??” “Marie keek hem met de gelukzalige blik van een verse moeder aan. “Rustig maar Joop, Michael heeft dit voorspeld.” “Het is mij nu duidelijk.” “Ik wist eerst niet goed wat hij bedoelde, maar nu snap ik het.” “Oh, nou dat is lekker!!”, snauwde Joop. “Ik snap er namelijk helemaal geen fuck van weet je!!”. “Voor zo ver is weet ben jij maagd en hier lig je toch net een zwart kind te baren!” “Joop, de engel Michael heeft dit voorspeld.” “Ons kindje zal veel voor de wereld gaan betekenen.” “De engel Michael heeft mij verteld dat ‘you don’t have to be born white, to become white, you can beat it, beat it, beat it‘, ik weet nu wat het betekent, snap je het dan niet Joop??”, Marie keek Joop met een hemels gelukkige blik aan.

Mechmed, Ibrahim, Youssef, Bilal en nog een paar kornuiten die zich de geuzennaam “K-Marokies” hadden aangemeten hingen wat rond op het door een stapel brandende autobanden verlichte plein in de Korte Akkeren te Gouda. In het licht van het vuur stond ineens een gedaante. Het was een vrouw. Zij sprak de jongens aan. “Schrik niet jongeren, ik heb goed nieuws.” “Als bewoners van deze krachtwijk zeg ik jullie: Sta op en begeef jullie naar Urk, daar is een bijzonder kind geboren.” Ibrahim, de onbetwiste leider van de K-Marokies stapte naar voren, opende zijn vlindermes en riep: “Wat de fok moet je, bleke bitch!!” Plotseling was het hele plein verlicht door lampen van aanstormende politieauto’s met gillende sirenes. Het hele plein was helverlicht nu en een blauwe gloed van uniformen reikte tot aan de hemel. Omdat de K-Marokies wel zonder opleiding, maar lang niet dom waren besloten ze eieren voor hun geld te kiezen, kaapten een bus, sloegen de passagiers naar buiten en scheurden naar Urk.
Eenmaal in Urk vonden ze al snel Joop en Marie. De jongens werden, na het zien van alle planten in de loods al heel snel heel erg blij en sms-ten iedereen die in hun telefoonboek stond over de bijzonder gebeurtenis. Rond de loods stonden intussen honderden scooters, veel met logo’s van bekende pizza- en shoarma bedrijven. Ook de lokale eiland bevolking had van het goede nieuws gehoord en was massaal naar de loods getrokken. Tevreden rokend en drinkend schikten allen zich rond Marie en het kleine ventje.

Er waren nog drie mannen naar het ventje komen kijken. Zij hadden gehoord dat er in de nabije toekomst wel wat te verdienen zou zijn aan het mannetje en, altijd op zoek naar een profijtelijke investering hadden ook zij de tocht naar Urk aangevangen. Eenmaal aangekomen drongen zij zich door de rokende en drinkende jeugd heen tot vlak voor Marie en de baby. “Hier”, sprak de eerste man. Hij overhandigde Marie een grote envelop. “Dank u”, zei Marie. In de envelop zat een zeer officieel aandoende brief vol met stempels en handtekeningen.. Marie keek de man vragend aan. “Het is een polis dat uw kindeke zal verzekeren van eeuwigdurende lasten, ehh.. lusten bedoel ik”, sprak de man raadselachtig. “Dank u wel meneer…ehh… hoe is uw naam?” “Dirk“, antwoordde de man. “Slimme Dirk, voor vrienden.” De tweede man gaf Dirk een elleboog tussen de ribben en stapte resoluut naar voren. “Alstublieft mevrouw, voor uw gouden kind.” Hij overhandigde Marie een stapel gouden CD’s van diverse artiesten en stelde zich voor als Theodoor Egbert Graaij, TEG voor vrienden. “Kunnen wij straks even onder 4 ogen spreken mevrouw? Ik zou graag even wat afspraken maken rond het management van de kleine artiest.” Het gesprek werd onderbroken door de derde bezoeker. “Mevrouw, doe u zellf en de kleine een plezier en geef die schijfjes aan mij. Ik garandeer u iedere maand 1 nieuwe schijf op elke 10 schijven die u mij laat beheren, zowaar ik Madof heet.

Ondertussen had de nieuwe koning Geertje ook van de geboorte van het kind gehoord en had zijn soldaten richting Urk gestuurd om het kind, Marie en Joop uit te laten zetten als ongewenste vreemdelingen. Koning Geertje was als geen ander zich bewust van de dreiging die uitging de potentiële populariteit van dit kind.
Gelukkig werd Joop die nacht gewaarschuwd door de goede engel Appa die hem de volgende boodschap toezong:
“Joop, wees bewus,
je krijg wel je rus,
maar niet in deze loods,
want da dreig de doods,
sta op en ga,
naar denk maar na,
ik rep je deze berich,
in je gezich,
het gaan je minder slech,
niet hier en niet in Utrech,
blijf weg van de toorn,
de vrede ligt in Apeldoorn!”
Ondanks dat Joop niet van rap hield, en het taalgebruik zeer zwak vond zag hij direct de ernst van de boodschap en vertrok midden in de nacht met Marie en de kleine, die zij inmiddels Obaampje waren gaan noemen, in de gekreukelde Suzuki Swift om zich te vestigen in het centrum van Apeldoorn.