de beroepspoliticus

“In de eerste plaats wil ik glashelder stellen dat de zee van ons allemaal is. Gaat het daarbij specifiek om de Noordzee, dan wil ik gezegd hebben dat mijn partij de territoriale wateren van Nederland niet slechts onderkent, maar zal vechten voor – in ieder geval en als absoluut minimum – het behoud van de 12 internationale zeemijlen als ondergrens. De Noordzee is, ongeacht waar het Noordzeewater zijn oorsprong vindt, onlosmakelijk verbonden met Nederland en essentieel onderdeel van onze infrastructuur. Economisch gezien kunnen wij niet zonder de zee. Ik noem de haven van Rotterdam, de stranden van Zeeland tot Den Helder en, ik kan dit in de huidige periode van immigratie, radicalisering en fundamentalisme niet genoeg benadrukken, de zee is voor Nederland een natuurlijke muur van water die ons als burger bescherming biedt tegen, en ik zeg dit nadrukkelijk, alle van van buiten de landsgrenzen, voor zover deze aan water gelegen zijn, vormen van dreiging. Nog de temperatuur van het water, nog het zoutgehalte, nog de migratieroutes van haar natuurlijke bewoners kunnen wij, als partij, van invloed laten zijn op het standpunt dat, tegenover alle belangen die Nederland heeft voor een meer dan goede verstandhouding met de zee, er van de zee zelf uiteraard ook een forse dreiging uitgaat. Niet voor niets zet mijn partij zich al jaren in voor versteviging van de dijken, ophoging van de duinen en verbreding van gebieden die, economisch gezien, van te grote waarde zijn om niet tegen overstromingen door zeewater te worden beschermd.”