Rutte spreekt bij demonstratie tegen aanslag Parijs

De hashtag #JeSuisCharlie heb ik de afgelopen dagen niet gebruikt. Niet omdat ik niet sympathiseer. Het zou voelen alsof mijzelf een t-shirt aan zou meten met de tekst: ‘Ik overleefde de aanslag op de Twin Towers!’. Ik bedoel, op zich klopt dat wel, maar ik zat in Alkmaar ten tijde van de aanslag, dus zo’n prestatie was dat niet. Ik wil mij #JeSuisCharlie niet aanmatigen. Dat doet geen recht aan Charlie Hebdo. Het doet geen recht aan de cartoonisten, het doet geen recht aan de redactie. Het doet geen recht aan de slachtoffers. Ik ben namelijk niet zo’n held geweest.

Ik ben een van die mensen die zich in de afgelopen jaren de volledige vrijheid van meningsuiting had, maar hem niet benutte. Ik werd niet bedreigd, ik werd niet gecensureerd. Sterker nog, ik publiceer hier nog niet eens onder mijn echte naam. Ik verschuil mij al op voorhand. ‘Ce n’était pas moi, ce était Berend Quêst!’ Ik ben te laf geweest om mij nu te verbinden aan een statement als #JeSuisCharlie.

Er zijn in de afgelopen jaren talloze momenten geweest, privé, op het werk of op sociale media dat ik iets anders dacht dan dat ik schreef of vertelde. Of dat ik iets opschreef en het niet publiceerde. Nuance als schuilnaam voor zelfcensuur. Ik ben mijzelf gaan wijsmaken dat vrijheid van meningsuiting grenzen heeft. Dat het allemaal wel wat minder mag. Ik ben de weelde van de vrijheid waarin ik leef voor lief gaan nemen. Ik ben vergeten waar het vandaan komt, welke strijd er is geleverd om de vrijheden waarin ik leef te verwerven.

En het ergste is niet dat ik mijzelf censureer. Veel gevaarlijker is dat in mijn hoofd ook gedachten vorm krijgen die in geen andere richting wijzen dan het beperken van de vrijheid van meningsuiting van anderen. ‘Tja, dus jij wordt bedreigd huh? Misschien had je ook iets minder …’ De confrontatie met deze gedachten in het licht van de gebeurtenissen van de afgelopen dagen is ziekmakend.

Fuck!

Nuance als (zelf)censuur is een kwaadaardig kankergezwel. De aanslagen in Parijs zijn als misselijk makende, maar genezende chemotherapie. De vrijheid van meningsuiting vraagt geen nuance, kent geen grenzen en is absoluut. Iedere censuur – al is dat zelfcensuur – is voedingsbodem voor gekken, dwazen, idioten, fundamentalisten, extremisten, politici, bazen, echtgenoten, kinderen, boeren en burgers om meer censuur te willen zaaien. Iedere beperking van de vrijheid van meningsuiting toont de noodzaak aan van het recht op die vrijheid. Iedere aanval, aanslag of moord op de vrijheid van meningsuiting geeft niet alleen aanleiding om de vrijheid van meningsuiting te onderschrijven, maar vooral ook de plicht om deze vrijheid te gebruiken.

Je ne suis pas Charlie, maar het wordt wel tijd dat ik het ga proberen te worden.

O ja, en lees vooral ook eens dit blog van Oud Zeikwijf.