Ik kan er niets mee

dakloze

“Sjors is jarig vandaag.”
Ik hoor mijzelf ‘Oh’ zeggen.
Er schieten een aantal gedachten door mijn hoofd. Ik bereken hoe oud hij moet zijn geworden, ik vraag mij af of het 1 jaar of alweer 2 jaar geleden is dat ik hem voor het laatst zag. Wat overheerst is de gedachte dat ik niet weet hoe ik nu moet reageren. En dat ik moet reageren staat vast.

Ik voel mij niet aangesproken omdat een ander mij moet herinneren aan zijn geboortedag. Ik voel mij ook niet schuldig dat ik er niet aan heb gedacht. Ik voel helemaal niets, bedenk ik mij.
Ik voel mij slechts verplicht om enige vorm van sociaal wenselijk gedrag te tonen, en daar schrik ik van.

“Ik kan er niets mee”, zeg ik zacht.

Ik bedenk mij dat hij 29 is geworden vandaag. Ik weet weer dat het in augustus 2011 was, ruim anderhalf jaar geleden, dat ik hem voor het laatst zag en sprak.
Ik wachtte hem op voor de poort van de gevangenis in Heerhugowaard. We dronken een kop koffie in een tentje in Egmond aan Zee. Daarna ging ik met hem naar de reclassering voor een gesprek met een psychiater. Hij had tenslotte maar medicatie voor 2 dagen meegekregen. Er werd een recept geschreven en een vervolgafspraak gemaakt. Voor ik weer naar huis ging bracht ik hem naar de nachtopvang in Alkmaar, want met mij mee naar huis ging niet, zo hadden we afgesproken.
We zouden contact houden.

Veertien dagen later werd ik gebeld door de reclassering. Waarom ik niet op mijn afspraak was. Ik legde uit dat niet ik, maar mijn zoon een afspraak had. En dat ik niet wist waar hij was, hoe hij te bereiken was of hoe het op dat moment met hem ging.
Dat het niet goed ging was mij uiteraard wel duidelijk.
Ik heb sinds die dag in augustus 2011 niets meer van of over hem vernomen.

Er is een kans dat het goed gaat houd ik mij voor.
Misschien zit hij ergens vast en viert hij zijn verjaardag met koffie en gebak. Beter nog, misschien is hij wel ergens opgenomen.
Dat hij mij niet heeft laten weten dat hij vastzit of is opgenomen vind ik niet vreemd, en neem ik hem ook niet kwalijk. Ik kan mij de schuldgevoelens en de drempels wel voorstellen.
Als de tijd daarvoor rijp is, is het altijd vroeg genoeg voor contact, nooit te laat.

De kans dat het helemaal niet goed gaat is net zo groot, of eigenlijk groter. Dat weet ik.
Dan zal zijn verjaardag zijn als alle andere dagen. Op zoek naar drank en onderdak.
En die gedachte, daar aan moeten denken is wellicht de reden dat ik mijzelf het gevoel niet meer toesta.

“Ik kan er helemaal niets mee”, zeg ik nog een keer en leg het deksel terug op de put, voor ik overstroom.

16 Reacties

  1. Stilte na het lezen van dit blogstuk, inclusief de verwijzing naar de eerder geplaatste informatie. Ik probeer me in te leven in jouw situatie, als mens, als vader van twee opgroeiende meiden. Het lukt maar half. De omstandigheden waarin jij en je zoon zich bevinden, zijn niet te bevatten als je het zelf niet meemaakt.

    Respect voor de manier waarop je openhartig vertelt wat er speelt, wat je denkt, hoe je je voelt. En inderdaad, je kunt er helemaal niets mee. Ik zit me te bedenken dat er horden mensen langs de zijlijn staan, met vingerwijzingen, gouden tips en beoordelingen en veroordelingen. Die mensen zitten helaas niet in dezelfde situatie. Je hebt een kind verloren, maar ook weer niet. Een soort twilightzone. De sleutel tot een eventuele oplossing ligt bij je zoon. Hij is volwassen, heeft zijn eigen leven. Je kind moeten loslaten is al een opgave van epische proporties in idealere omstandigheden. Moeten loslaten omdat je jezelf en de rest van je gezin wil beschermen, niet tekort wil doen, is een keuze die je maakt met je rug tegen de muur.

    Wat vooral blijkt uit dit stuk, is vaderliefde. En dat is aangrijpend. Mijn kinderen zijn nog maar 9 en 11 en ik moet nog van alles meemaken met hen. Hopelijk blijft me dit soort dingen bespaard, maar je hebt het niet voor het kiezen. Het kan iedere ouder overkomen.

    Respect. En een vette knuffel van vader tot vader.

    • Dank je.
      Dat je het niet voor het kiezen hebt is maar half waar hoor. Ik schreef daar eerder over: https://berendquest.nl/2010/01/12/ik-beken-verantwoordelijkheid-of-toch-schuld/
      Er komt wel een punt waarop je er niets meer aan kunt veranderen.

      • Gelezen. Dapper om het zo te kunnen en willen verwoorden. Het getuigt van inzicht en ik begrijp dat er in dergelijke situaties altijd een point of no return is. Wat me duidelijk is geworden na het lezen van je stukken, is dat er bij het opvoeden van kinderen altijd sprake is van een bepaalde geluksfactor. Een kind ontwikkelt zich een bepaalde kant op, waarbij je tot een bepaalde levensfase nog als ouder invloed kunt uitoefenen. Jullie hebben destijds als ouders ook niet gekozen voor de toenmalige situatie. Daar rol je in. Beïnvloed door je eigen jeugd, door sociale omstandigheden. Ouders die beweren de wijsheid in pacht te hebben, spreek ik graag even. Als je de pech hebt dat gebeurtenissen die minder florisant zijn een sneeuwbaleffect veroorzaken, dan ga je de bietenbrug op.

        Door dingen in mijn naaste omgeving die de laatste tijd gebeurden, weet ik inmiddels dat de scheidslijn tussen “het voor elkaar hebben” en “alles als zand door de vingers zien lopen” flinterdun is.

        Wie denkt dat deze problematiek hem of haar niet kan overkomen, die leeft onder een rots. Het is pech hebben, op meerdere fronten. Grip verliezen, de kracht ontberen om net die ene verandering door te voeren die een kentering teweeg brengt.

        Je had en hebt het beste voor met hem. Binnen de grenzen van je macht.

  2. Deksel op de put is soms de beste manier om ergens mee om te gaan.

  3. Ik was vroeger zelf een Sjors, zo’n 25 jaar geleden, heb geluk gehad en heb nu een normaal leven. ik wens jou en je familie dat ook toe. Sjors feliciteer ik in mijn gedachten, hij heeft ook recht op geluk, maar dat hoef ik jou niet uit te leggen.

  4. Jeetje indrukwekkend,
    Nog eventjes gekeken of het fictie was, ……
    Stil van

  5. love you daddy

  6. Beide verhalen zeer indrukwekkend.

    Ooit las ik “De moeder van Jacob S” geloof tenminste dat het zo heette, over een verslaafde zoon. En hoe moeder hem moest loslaten en niet meer toe moest laten in haar leven, omdat hij alles kapot maakte, letterlijk en figuurlijk.
    Een zware weg om je kind los te laten en toch de deur open te laten, wat volgens mij een goede instelling is (die open deur).

  7. Jeetje, Berend. Met stijgende verbazing en respect gelezen. Verder geen woorden…

  8. Met een zoon in een pleeggezin – sinds juni vorig jaar – kan ik mij slechts een splinter voorstellen van jouw gevoel. Emotie. Onmacht. Strijd. Verdriet.

    Ik bewonder je openheid. De liefde voor hem tussen de regels. Ik wens je de kracht om te dragen wat nodig is. Ik gun je dat vroeg genoeg contact. Als de tijd er rijp voor is.

    Verder weet ik niet wat te zeggen…

  9. Aangrijpend. Ik ken een opvang voor Sjorssen. Sommige komen op een gegeven moment toch weer de “normale” wereld in. Wat je normaal noemt dan. Het kan niet anders dan dat je toch soms op dat deksel moet gaan zitten om het dicht te houden. Aangrijpend. Meer kan ik er niet over zeggen.

Zeg het maar!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.