Overlijden

Rendac, met Hiemstra, goedemiddag.”
“Ja, goedemiddag, met de Groot. Ik wil graag een overlijden melden.”
“U heeft een kadaver?”
“Nou ja, ik spreek liever over een overledene.”
“Waar ligt het kadaver?”
“Ehhh, hier bij mij, in de woonkamer.”
“Zou ik niet doen mevrouw, dat gaat stinken.”
“Oh, nou ja, daar bel ik dus over. Hoe laat kunt u haar ophalen?”
“Even zien, uw adres?”
“Kerkstraat 23 Workum.”
“Hmm, Workum, Workum, even zien hoor. Tja, jammer, zijn we net gisteren geweest.”
“Oh, nou, ik heb toch graag dat u vandaag nog komt. Het overlijden was woensdag, ik denk niet dat ik het over het weekeinde heen kan tillen.”
“Waarom heeft u niet meteen gebeld dan?”
“Ja, nou, we wilden eerst even afscheid nemen. En mijn broer was ook pas gisteren thuis.”
“Nou, (zucht), zet maar aan de straat dan komen we in de loop van de middag wel even langs.”
“De kist aan de straat zetten??”
“Nee, geen kist. Alsjeblieft zeg, alléén het kadaver. Eventueel wat plastic er over.”
“Ja, maar dat kan toch niet meneer?”
“Tuurlijk kan dat mevrouw, dat doen we al jaren zo!”
“Ik vind het ongepast en onbehoorlijk meneer!”
“Mevrouw, het is maar een kadaver!”
“Voor u misschien, maar het is wel mijn moeder!”

2 Reacties

  1. Geweldig! Hardop gelachen, Berend. Dank daarvoor.
    (Ook al voelde ik hem natuurlijk al aankomen – Gut, ik ben opgegroeid in een durp, die bobbels van groen plastic op de oprit van de boerderijen (altijd op woensdag – gehaktdag!) kan ik me nog goed herinneren.)

Zeg het maar!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.