Twitter is de naam van een dorp. Of beter, een dorp dat bestaat uit een verzameling dorpspleintjes. Een verzameling dorpspleintjes met een Zuid-Europees klimaat. Je kunt er altijd buiten spelen, de ramen kunnen altijd open en het is er nooit koud, of nacht. Twitter heeft de grootte van een metropool, maar de bewoners van Twitter, de tweeps, gedragen zich niet anders dan dorpsbewoners die samen rond een zelfgekozen pleintje wonen.

Vanuit de ramen doen de moeders verslag van de kinderen die spelend, lerend en vallend over het plein hollen.
Een paar oudjes kijken met gefronste wenkbrauwen vanaf hun bankjes, waarop geen andere dorpsbewoner plaats zal nemen, toe. Een paar jongeren met scooters scheuren, zonder zich ook maar van één regel iets aan te trekken, provocerend en met veel kabaal rond. Een paar wijven kijven. Er worden, om wille van de privacy een paar ramen gesloten. Wat er achter de gesloten ramen plaatsvindt weten de overige bewoners niet, maar uiteraard wordt daar wel volop over gespeculeerd.

Een Twitter plein wordt, ten principale, altijd bevolkt door tweeps die er voor kiezen in elkaars gezelschap te zijn. Dit betekent niet dat op een Twitter plein lang pais en vrede heerst. De samenstelling van het plein (of zo je wilt: de pleinen) waar jij je vestigt worden bevolkt door tweeps die, net als jij, zelf de bevolking rond dat plein samenstellen.
Het zijn Vinex wijken waar in jaar één iedereen elkaars nieuwe beste vriend is en waar twee jaar later de eerste hoge schuttingen tussen de bewoners worden opgetrokken. Maar dan in een veel hoger tempo.

De tweep is als de mens die hem inhoud geeft, en niets anders. Ik probeer dat bijvoorbeeld te verduidelijken met mijn Twitter Profielen. En de gemiddelde tweep is niet anders dan de gemiddelde dorpsbewoner. Wij verkeren graag en met trots op hetzelfde plein als de groten, de machtigen en de succesvollen der aarde. Wij beschimpen, bespugen en vernederen de ongewensten. We verkneukelen ons om de mensen die zichzelf laten gaan en kijvend en haren trekkend over het dorpsplein te rollen. We veroordelen de vreemdgangers, de blindgangers en de zelfbevlekkers. We bespreken de politiek, de laatste aflevering van ‘De rijdende rechter’ en zijn het er allemaal over eens dat de scheidsrechter een lul is.
We omhelzen de gelijkgestemden, de vrienden en de dierbaren.
We verwelkomen de zieken, de zwakken en de droevigen, maar wel alleen wanneer het ons uitkomt en voor zolang wij er zin aan hebben.
Wij zijn allemaal dorpsbewoners.

Twitter nodigt niet uit tot nuance.
In de eerste plaats omdat het lastig is genuanceerd te zijn en te blijven in slechts 140 tekens. Maar ook omdat je aan het Twitter plein geen duur huis hebt gekocht, waar een zware hypotheek op staat. Je kunt je heel gemakkelijk op een ander plein vestigen. Je kunt zelfs binnen een half uur overlijden en opnieuw geboren worden.
Er is weinig druk om je sociaal te gedragen, tenzij jouw Twitter profiel één  op één gelijk is aan je profiel in de fysieke wereld. Dan is het niet zaak om uit te kijken dat je je niet laat verleiden tot al te kietelende uitspraken, het is een kunst om netjes te blijven in een omgeving die je tot het uiterste weet uit te dagen.

Is dat allemaal zo erg dan?
Nee, uiteraard niet!
Want het maakt uiteraard Twitter ook tot een dorp met een dynamiek die nu juist weer in het gemiddelde ‘echte’ dorp, met echte huizen, echte bankjes en echte knetterende scooters, kijvende buren, oordelende oudjes en schreeuwende kinderen, ontbreekt.

Twitter is een dorp, een heerlijk dorp.
‘Ich bin ein Dorpsbewoner!’