Lenie ‘t Hart verliet briesend van woede de lokale Rabobank. Wat dacht die patriarchale Limburgse klootzak wel niet!! Haar, Lenie ‘t Hart, onderbrengen bij ‘Bijzonder Beheer’?? Diezelfde Rabobank had haar 20 jaar geleden nog met rozen en champagne binnengehaald, als de nieuwe moneymaker van Noord-Oost Groningen!!
Nog navloekend stapte Lenie op haar oma fiets met aanhanger, schopte nog een keer tegen de Rabobank reclame zuil, spuugde een dikke roggel tegen de ramen en reed dampend van woede richting haar crèche.

Die avond, na een hele fles ecologische vlierbessenwijn, nam Lenie een besluit.
Lenie leefde helemaal op, schreef een ‘to do and to get’ lijstje, ontkurkte nog een fles en zocht koortsachtig op het Internet naar zeestromingen, getijden en zeevaart routes.
En een beetje dronken, maar vooral euforisch viel Lenie, na een flinke masturbatie beurt, tevreden in slaap.

‘Zou je dat nu wel doen?’, vroeg Annie, die al 25 jaar de zeehondjes ‘s morgens kwam voeren. ‘En, wanneer ben je dan weer terug?’ Lenie zuchtte, omhelsde Annie en gaf haar trouwe vrijwilligster een dikke kus op haar wat verdorde lippen.
‘Om te leven, moet men sterven Annie’, fluisterde Lenie. ‘Het komt goed meisje.’ Dat ‘meisje’ vond zelfs Annie wat ‘overdone’. Ze was tenslotte 74. Maar goed, als Lenie het eenmaal in haar kop had, dan hield je haar niet tegen.
En misschien had Lenie ook wel gelijk, dacht Annie. Alle zeehonden werden tegenwoordig 150 jaar oud, hadden allemaal een eigen laptop en Internet en kregen iedere dag verse haring, gevangen met een uit helmgras geboet netje. Annie keek eens naar het grootste bassin waar de overgebleven zeehonden klagerig in hun met lamswol bekleedde ligstoelen om meer haring lagen te huilen.

‘Heb je alles?’, vroeg Annie.
‘Ja, ik ben klaar. Ik ga nu. Dag Annie, zorg goed voor ze he? I’ll be back!’, sprak zij met Duits accent.

En daar ging Lenie.
Krachtig roeiend in haar houten sloep, die zij jaren geleden uitdagend ‘Wad-Mot-Je?’ had genoemd.
Over een dag of zeven zou zij Platform C in Gullfaks Field, het olieplatform van Statoil dat maar niet wilde klappen eindelijk bereiken.

Tijden waren veranderd. Vroeger was een dreigende milieuramp groot nieuws en liet de kassa bij Lenie stevig rinkelen. Nu kwam een potentiële ramp niet eens meer op het NOS journaal.
Onder het roeien keek Lenie naar de houten kist aan haar voeten.
‘IJzerzaag: check. Schroevendraaier: check. Hamer: check. Handboor: check.’, Lenie roeide grimmig, en met nog meer overtuiging door.

‘Wacht maar!’, riep zij tegen een voorbij krijsende kapmeeuw.
‘Nog een paar dagen, en dan hebben jullie je nieuws!!’

Een tuimelaar stak zijn kop boven water en keek verbaasd over de Waddenzee.
Een groepje half vervette zeehonden stak lui een flapper op.
En Lenie roeide ritmisch door.
Tegen de stroom in.
Maar dat was Lenie wel gewend.